De Dag Dat Ik Mijn Zoon en Schoondochter De Deur Uit Zet
‘Mam, je overdrijft nu echt!’ De stem van mijn zoon, Jeroen, trilt van woede. Ik sta in de deuropening van de woonkamer, mijn handen stevig om de sleutelbos geklemd. Mijn hart bonkt in mijn keel.
‘Nee, Jeroen. Dit is geen overdrijving. Dit is het einde. Jullie moeten gaan.’ Mijn stem klinkt vastberaden, maar vanbinnen voel ik me verscheurd. Hoe is het zover gekomen?
Drie jaar geleden stond Jeroen met zijn vrouw Sanne op de stoep. Zijn ogen rood van het huilen, haar gezicht bleek en gespannen. ‘Mam, mogen we… mogen we een tijdje bij jou wonen? Het is maar tijdelijk, echt waar. Tot we iets nieuws vinden.’
Ik twijfelde geen moment. Natuurlijk, het zijn mijn kinderen. Mijn huis voelde altijd te groot sinds mijn man, Henk, overleed. Het idee van leven in een leeg huis maakte me bang. Dus ik zei ja, zonder te weten dat dit ja mijn leven zou veranderen.
De eerste weken waren gezellig. We aten samen, keken tv, lachten om oude foto’s. Sanne hielp met koken, Jeroen repareerde eindelijk die lekkende kraan. Maar na een maand was er nog geen uitzicht op een nieuwe woning of baan. ‘Het is zo moeilijk tegenwoordig, mam,’ zei Jeroen steeds weer. ‘De huizenmarkt is gekkenwerk.’
Ik begreep het. Maar naarmate de maanden verstreken, veranderde er iets. Sanne begon zich te bemoeien met mijn huishouden. ‘Je moet echt eens die gordijnen wassen, Ans,’ zei ze op een dag terwijl ze met haar vinger over het stof veegde. Jeroen liet zijn sokken overal slingeren en kwam steeds later thuis. De sfeer werd grimmiger.
‘Waarom ruim je nooit op?’ vroeg ik op een avond aan Jeroen.
‘Omdat ik moe ben! Ik zoek de hele dag naar werk!’ schreeuwde hij terug.
‘En ik dan? Dit is nog steeds mijn huis!’
Sanne keek zwijgend toe, haar lippen stijf op elkaar.
Het werd erger toen Sanne zwanger raakte. Ik was blij voor ze, natuurlijk, maar ineens was alles gericht op de baby. Mijn woonkamer veranderde in een opslagplaats voor kinderwagens en dozen met babykleertjes. Mijn slaapkamer werd hun wasruimte omdat ‘de baby straks rust nodig heeft’.
Ik voelde me steeds meer een indringer in mijn eigen huis.
Op een avond hoorde ik Jeroen en Sanne fluisteren in de keuken.
‘Ze moet niet zo zeuren,’ zei Sanne. ‘We betalen haar toch huur?’
‘Ja, maar ze doet alsof we haar tot last zijn.’
Mijn hart brak. Was ik echt zo’n lastpost geworden?
Toen de baby kwam – kleine Lotte – probeerde ik het opnieuw. Ik kocht speelgoed, kookte hun lievelingsgerechten, bood aan op te passen zodat zij konden uitrusten. Maar alles wat ik deed leek verkeerd te zijn.
‘Mam, Lotte mag geen suiker,’ zei Sanne streng toen ik haar een klein stukje cake gaf.
‘Sorry, dat wist ik niet…’
‘Misschien moet je je wat meer verdiepen in opvoeding van nu.’
Elke dag voelde ik me kleiner worden in mijn eigen huis.
De ruzies werden heftiger. Jeroen schreeuwde dat ik hem niet begreep, Sanne negeerde me dagenlang. Op een dag kwam ik thuis van boodschappen doen en trof ik een briefje op tafel: ‘We hebben besloten dat jij voortaan boven slaapt, zodat wij beneden meer ruimte hebben.’
Dat was de druppel.
Die avond riep ik ze bij elkaar aan tafel.
‘Jullie moeten gaan,’ zei ik zacht maar beslist.
Jeroen sprong op. ‘Je zet ons gewoon op straat? Met een baby?’
‘Jullie zijn volwassen mensen. Het is tijd om op eigen benen te staan.’
Sanne begon te huilen. ‘Je bent harteloos.’
Maar ik hield vol. Ik gaf ze twee weken om iets te regelen en nam hun sleutels in.
De stilte die volgde toen ze vertrokken waren was oorverdovend. Ik liep door het huis – mijn huis – en voelde me leeg en schuldig tegelijk.
De dagen daarna kreeg ik boze appjes van Jeroen: ‘Hoe kun je dit doen?’, ‘We hebben niemand anders!’
Sanne blokkeerde me op WhatsApp.
’s Nachts lig ik wakker en vraag ik me af: Ben ik een slechte moeder? Had ik meer geduld moeten hebben? Of was dit de enige manier om mezelf terug te vinden?
Soms hoor ik nog Lotte’s lachje in mijn hoofd echoën door het lege huis.
Heb ik het juiste gedaan door voor mezelf te kiezen? Of heb ik mijn familie voorgoed verscheurd?
Wat zouden jullie doen als jullie in mijn schoenen stonden?