De Nacht Dat Mijn Dromen Stukgingen: Een Avond Om Nooit Te Vergeten
‘Serieus Lotte, ga je dat écht aantrekken?’ De stem van mijn moeder sneed door de stilte in de woonkamer als een mes. Mijn handen trilden terwijl ik de lichtblauwe jurk gladstreek die ik weken geleden met zoveel zorg had uitgekozen. Mijn vader keek op van zijn krant en grinnikte. ‘Je lijkt wel een smurf, Lot. Heb je geen andere kleren?’
Ik voelde mijn wangen gloeien. Mijn hart bonsde in mijn keel. Dit was het moment waar ik al weken naar uitkeek: het schoolfeest van groep acht, mijn eerste echte feest. Ik had gespaard van mijn zakgeld, urenlang op Marktplaats gezocht, en uiteindelijk deze jurk gevonden. Hij was niet nieuw, maar voor mij voelde hij als een droom die uitkwam. Maar nu, met één opmerking, voelde ik me kleiner dan ooit.
‘Mam, ik vind hem mooi,’ fluisterde ik, hopend op een sprankje begrip. Maar ze rolde met haar ogen en liep naar de keuken. ‘Trek iets normaals aan, straks lachen ze je uit.’
Mijn broer Daan kwam de kamer binnen en keek me aan met die typische puberblik. ‘Wow, Lot, ga je als Elsa van Frozen?’ Hij lachte hardop en gaf me een duwtje tegen mijn schouder. Ik probeerde te glimlachen, maar het voelde alsof er een steen in mijn maag lag.
Ik liep naar boven, sloot de deur van mijn kamer en liet mezelf op bed vallen. Tranen prikten achter mijn ogen. Waarom begrepen ze het niet? Waarom konden ze niet gewoon trots zijn op mij? Ik keek naar de jurk die over mijn stoel hing. De stof glansde zacht in het avondlicht. Voor het eerst twijfelde ik of ik hem wel aan moest trekken.
Mijn telefoon trilde. Een appje van Noor: ‘Ben je er klaar voor? Ik ben zo zenuwachtig! Welke jurk doe jij aan?’ Noor was mijn beste vriendin sinds groep drie. Ze wist hoe belangrijk dit voor me was. Ik stuurde haar een foto van de jurk. ‘Deze… maar m’n ouders vinden hem stom.’
Binnen een minuut kwam haar antwoord: ‘Hij is prachtig! Jij gaat stralen vanavond, Lot!’
Ik glimlachte door mijn tranen heen. Misschien had Noor gelijk. Misschien moest ik gewoon doen wat mij gelukkig maakte. Maar de woorden van mijn ouders bleven door mijn hoofd spoken.
Het was kwart voor zeven toen ik voorzichtig de trap afliep, de jurk aan, haren losjes gekruld zoals ik op YouTube had geleerd. Mijn moeder stond bij de voordeur met haar jas al aan. ‘Kom op, we moeten gaan, anders zijn we te laat.’ Ze keek me niet eens aan.
In de auto was het stil. Mijn vader zette de radio aan en neuriede zachtjes mee met een oud nummer van Doe Maar. Ik keek uit het raam naar de regen die tegen het glas tikte en probeerde niet te huilen.
Bij school stonden al groepjes kinderen te giechelen en te kletsen onder het afdak bij de ingang. Noor zwaaide enthousiast toen ze me zag. ‘Lotte! Je ziet er geweldig uit!’ Ze trok me mee naar binnen, weg van de blikken van mijn ouders.
Binnen was het feestelijk versierd met slingers en ballonnen in alle kleuren van de regenboog. De muziek stond hard en iedereen danste of lachte. Even vergat ik alles en voelde ik me vrij.
Maar toen zag ik Daan met zijn vrienden bij het raam staan. Ze wezen naar me en lachten. ‘Kijk nou, daar heb je Elsa!’ riep hij luid genoeg dat iedereen het kon horen. Een paar kinderen draaiden zich om en begonnen te grinniken.
Mijn wangen werden rood en ik wilde wegduiken, maar Noor pakte mijn hand vast. ‘Laat ze maar,’ fluisterde ze. ‘Je bent prachtig.’
Toch voelde ik me ongemakkelijk. Overal waar ik liep, leek het alsof mensen naar me keken, fluisterden of lachten. Ik probeerde te dansen met Noor, maar het lukte niet om de opmerkingen van Daan en zijn vrienden uit mijn hoofd te zetten.
Na een uur hield ik het niet meer vol. Ik liep naar buiten, de frisse lucht in, en ging op een bankje zitten achter de school. De regen was opgehouden en de lucht rook naar nat gras.
Plots hoorde ik voetstappen achter me. Het was meester Van der Linden, onze leraar Nederlands. ‘Gaat het wel, Lotte?’ vroeg hij zachtjes.
Ik haalde mijn schouders op en keek naar mijn schoenen. ‘Iedereen lacht me uit… zelfs thuis vinden ze me raar.’
Hij ging naast me zitten en zweeg even voordat hij sprak. ‘Weet je, Lotte… soms begrijpen mensen niet hoeveel moed het kost om jezelf te zijn. Maar dat betekent niet dat jij moet veranderen.’
Zijn woorden raakten me dieper dan ik wilde toegeven. Ik knikte langzaam.
Toen ik later weer naar binnen ging, voelde ik me iets sterker. Noor kwam meteen naar me toe en samen dansten we nog een paar nummers voordat het feest afgelopen was.
Toen mijn ouders me kwamen ophalen, zei niemand iets over mijn jurk. Thuis aangekomen liep ik meteen door naar boven.
In bed lag ik nog lang wakker. De woorden van mijn ouders en broer bleven pijn doen, maar ook wat meester Van der Linden had gezegd bleef hangen.
De dagen daarna werd er thuis niet meer over gesproken, maar iets was veranderd tussen mij en mijn ouders. Ik voelde afstand waar eerst warmte was geweest.
Op school bleef Daan grapjes maken over Elsa, maar Noor bleef naast me staan. Langzaam leerde ik dat niet iedereen je altijd zal begrijpen of steunen – zelfs je eigen familie niet altijd.
Toch vraag ik me nog steeds af: waarom is het zo moeilijk om gewoon jezelf te mogen zijn? En waarom doet het zoveel pijn als juist de mensen die je het meest vertrouwt je laten vallen?
Hebben jullie dat ook ooit meegemaakt? Hoe gingen jullie daarmee om?