Mijn Schoonzus Loog Over Haar Zwangerschap: Een Familie Op Het Randje

‘Je liegt, Marleen. Ik weet het gewoon zeker!’ Mijn stem trilde terwijl ik haar strak aankeek, mijn handen tot vuisten gebald. Het was een regenachtige donderdagavond in Utrecht, de lucht zwaar en grijs, en de geur van nat asfalt drong door het open raam. Mijn man, Jeroen, zat zwijgend aan de keukentafel, zijn blik gefixeerd op het patroon van de tegels. Mijn schoonmoeder, Els, stond tussen ons in, haar ogen groot van ongeloof.

‘Waarom zou ik liegen, Iris?’ Marleen’s stem brak, maar haar ogen weken geen moment van de mijne. ‘Ik ben echt zwanger. Ik heb het jullie toch verteld omdat ik jullie vertrouw!’

Ik voelde hoe mijn hart bonkte in mijn borstkas. Alles in mij schreeuwde dat er iets niet klopte. Marleen was altijd al een beetje een dromer geweest, iemand die liever wegvluchtte voor problemen dan ze onder ogen te zien. Ze had al maanden geen werk meer, haar huurachterstand liep op en haar relatie met haar vriend Bas was op de klippen gelopen. Maar zwanger? Van wie dan?

‘Marleen, als je hulp nodig hebt, zeg het dan gewoon,’ probeerde Jeroen voorzichtig. ‘Maar als je niet eerlijk bent…’

Ze draaide zich abrupt om en stormde de kamer uit. De voordeur sloeg met een klap dicht. Een stilte viel, zwaar en ongemakkelijk.

Els zakte neer op een stoel. ‘Misschien moeten we haar gewoon geloven,’ fluisterde ze. ‘Ze is tenslotte familie.’

Maar ik kon het niet loslaten. Die nacht lag ik wakker naast Jeroen, luisterend naar zijn rustige ademhaling. Mijn gedachten maalden. Waarom voelde alles zo mis? De volgende ochtend besloot ik actie te ondernemen. Ik stuurde Marleen een bericht: “Wil je samen naar de verloskundige? Ik wil er voor je zijn.” Geen antwoord.

De dagen erna werd de sfeer in huis steeds grimmiger. Jeroen probeerde te bemiddelen tussen mij en zijn zus, maar ik voelde me verraden. Waarom kon niemand zien wat ik zag? Op een avond kwam Els langs met tranen in haar ogen.

‘Ze is haar huis uitgezet,’ snikte ze. ‘Ze heeft nergens meer om naartoe te gaan.’

Jeroen keek me smekend aan. ‘Kunnen we haar niet tijdelijk bij ons laten logeren?’

Ik voelde hoe mijn maag zich samenkneep. ‘En als ze liegt? Wat dan?’

‘Ze is familie, Iris,’ zei hij zacht.

Dus daar stond ik dan, twee dagen later, terwijl Marleen met een koffer in onze woonkamer stond. Ze keek me nauwelijks aan. De eerste dagen probeerde ik haar te helpen: ik kookte haar lievelingseten, vroeg of ze wilde praten, maar ze bleef afstandelijk.

Op een avond hoorde ik haar bellen op het balkon. Haar stem was fel, bitsig. ‘Nee Bas, ze geloven me nog steeds niet! Maar zolang ik hier zit, hoef ik tenminste niet op straat te slapen.’

Mijn hart zakte in mijn schoenen. Ik wist het! Ik liep naar buiten en keek haar recht aan.

‘Dus je bent helemaal niet zwanger?’

Ze keek me aan met vuur in haar ogen. ‘Wat maakt het uit? Jullie hadden me toch nooit geholpen als ik eerlijk was geweest!’

Ik voelde woede en verdriet door elkaar heen razen. ‘We hadden je altijd geholpen, Marleen! Maar nu… nu weet ik het niet meer.’

Die nacht barstte alles los aan de keukentafel. Jeroen schreeuwde tegen zijn zus: ‘Hoe kun je zoiets verzinnen? Je hebt ons allemaal voorgelogen!’ Els huilde zachtjes in een hoekje van de kamer.

Marleen sloeg met haar vuist op tafel. ‘Jullie snappen het niet! Ik ben alles kwijtgeraakt! Mijn baan, mijn huis… Niemand gaf om mij totdat ik zogenaamd zwanger was!’

De stilte die volgde was ondraaglijk. Ik voelde me leeggezogen.

De dagen daarna liep Marleen als een schim door ons huis. Ze at nauwelijks, sprak niemand aan. Op een ochtend vond ik haar huilend op de bank.

‘Het spijt me, Iris,’ fluisterde ze schor. ‘Ik wist gewoon niet meer wat ik moest doen.’

Ik ging naast haar zitten en legde mijn hand op haar schouder. ‘Je had gewoon eerlijk moeten zijn. We hadden je geholpen, echt waar.’

Langzaam begon Marleen weer op te krabbelen. Met hulp van Els vond ze uiteindelijk een tijdelijke kamer via woningnet en kreeg ze begeleiding bij het zoeken naar werk. Het vertrouwen tussen ons bleef broos, maar er was tenminste weer contact.

Soms vraag ik me af: wat zou ik gedaan hebben als ik niet achter de waarheid was gekomen? Is familie altijd belangrijker dan eerlijkheid? Wat zouden jullie hebben gedaan in mijn schoenen?