Toen Mijn Plan Om Mijn Man Te Leren Huishouden Volledig Uit De Hand Liep
‘Weet je wat, Mark? Ik ben het zat!’ Mijn stem trilde, maar ik probeerde vastberaden te klinken terwijl ik de vaatdoek op het aanrecht smeet. Mark keek op van zijn telefoon, zijn wenkbrauwen opgetrokken. ‘Wat is er nou weer, Sanne?’
Ik voelde de tranen prikken achter mijn ogen. ‘Het is altijd hetzelfde. Jij werkt, ik werk, maar als we thuiskomen, ben ik degene die alles moet doen. De was, het koken, de boodschappen, zelfs de kattenbak! Wanneer heb jij voor het laatst iets in huis gedaan?’
Mark zuchtte en draaide zich van me weg. ‘Je overdrijft. Ik heb vorige week nog gestofzuigd.’
‘Vorige week! Mark, we wonen hier nu drie maanden en ik voel me alsof ik er alleen voor sta. Dit was niet het nieuwe begin dat ik voor ogen had toen we naar Haarlem verhuisden.’
Hij zei niets meer. Ik hoorde alleen het zachte getik van zijn duim op het scherm van zijn telefoon.
Die avond lag ik wakker in bed. Mark sliep al, zijn rug naar mij toe. Ik staarde naar het plafond en voelde de woede borrelen. Waarom zag hij niet hoeveel ik deed? Waarom voelde ik me zo alleen in ons huwelijk?
De volgende ochtend besloot ik dat het genoeg was. Ik zou hem laten zien hoe het voelde om alles alleen te moeten doen. Geen schone sokken meer in zijn la, geen volle koelkast, geen opgeruimde woonkamer. Als hij het verschil niet merkte, dan wist ik het ook niet meer.
De eerste dagen merkte Mark weinig. Hij trok gewoon een andere broek aan toen zijn favoriete spijkerbroek nog nat in de wasmachine lag. Hij bestelde pizza toen er geen eten was. Maar na een week begon hij te mopperen.
‘Sanne, heb je geen boodschappen gedaan? Er is niks meer voor het ontbijt.’
‘Nee,’ zei ik kalm terwijl ik mijn jas aantrok. ‘Misschien kun jij dat vandaag doen?’
Hij keek me aan alsof ik gek was. ‘Ik heb een drukke dag op kantoor.’
‘Ik ook,’ antwoordde ik en liep de deur uit.
’s Avonds kwam ik thuis in een huis dat rook naar aangebrande pizza en waar lege flessen cola op tafel stonden. Mark zat op de bank, zijn gezicht nors.
‘Dit werkt niet,’ zei hij zonder op te kijken van de tv.
‘Wat werkt niet?’ vroeg ik, mijn stem zacht.
‘Jij doet niks meer in huis. Het is hier een puinhoop.’
Ik voelde mijn hart bonzen. ‘Precies. Zo voelt het dus als je alles alleen moet doen.’
Hij zweeg even en zette toen de tv uit. ‘Waarom heb je niks gezegd?’
‘Mark, ik zeg het al jaren! Maar je hoort me niet.’
Hij stond op en liep naar de keuken. Even dacht ik dat hij eindelijk iets ging opruimen, maar hij pakte alleen een biertje uit de koelkast.
‘Misschien moeten we hulp zoeken,’ mompelde hij.
‘Hulp? Van wie? Een schoonmaker?’
‘Nee… relatietherapie of zo.’
Zijn woorden sneden door me heen. Was het echt zo erg? Waren we zover afgedreven dat we hulp nodig hadden om samen te leven?
Die nacht sliep ik nauwelijks. Ik dacht aan hoe we ooit waren begonnen: verliefd, vol plannen en dromen over samen oud worden in een huis vol licht en liefde. Maar nu voelde alles zwaar en donker.
De dagen daarna probeerden we te praten, maar elke keer liep het uit op ruzie. Mark vond dat ik hem behandelde als een kind; ik vond dat hij nooit verantwoordelijkheid nam.
Op een avond kwam mijn moeder langs. Ze keek rond in ons rommelige huis en trok haar wenkbrauwen op.
‘Wat is hier aan de hand?’ vroeg ze terwijl ze haar jas ophing.
Ik barstte in tranen uit. ‘Mam, ik weet het niet meer. Ik voel me zo alleen.’
Ze sloeg haar armen om me heen en fluisterde: ‘Liefje, soms moet je elkaar opnieuw leren kennen. Jullie zijn veranderd, allebei.’
Mark kwam binnen en keek ons ongemakkelijk aan. Mijn moeder keek hem streng aan.
‘Mark, jij bent toch ook volwassen? Waarom help je Sanne niet meer?’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Ik weet niet hoe… Mijn moeder deed vroeger alles.’
Mijn moeder lachte schamper. ‘Dat verklaart veel.’
Die avond praatten we met z’n drieën aan de keukentafel. Mijn moeder vertelde over haar eigen huwelijk met mijn vader, over hoe ze soms ook alles alleen deed en hoe dat haar kapotmaakte.
‘Je moet elkaar blijven zien,’ zei ze zacht. ‘Niet alleen als partners, maar als mensen met behoeften en grenzen.’
Na haar bezoek probeerden Mark en ik opnieuw te praten. We maakten een lijstje met taken en afspraken wie wat zou doen. Maar oude gewoontes zijn hardnekkig; na twee weken viel Mark alweer terug in zijn oude patroon.
Op een dag kwam ik thuis van mijn werk en vond ik hem op de bank met een stapel folders voor vakanties naar Bali.
‘Misschien moeten we er gewoon even tussenuit,’ zei hij hoopvol.
Ik voelde woede opkomen. ‘Denk je echt dat een vakantie onze problemen oplost? We nemen onze ruzies gewoon mee in onze koffers!’
Hij keek gekwetst weg. ‘Ik probeer tenminste iets.’
Die avond pakte ik mijn spullen en ging naar mijn zus in Utrecht. Ik moest nadenken over wat ik wilde: blijven vechten of loslaten?
Bij mijn zus voelde ik me voor het eerst in maanden licht. We praatten tot diep in de nacht over vroeger, over dromen die we hadden als kinderen.
Na een week belde Mark me op.
‘Sanne… kom je terug? Ik mis je.’
‘Ik weet het niet,’ antwoordde ik eerlijk. ‘Ik wil niet terug naar hoe het was.’
Er viel een lange stilte aan de andere kant van de lijn.
‘Ik ben naar een relatietherapeut geweest,’ zei hij zachtjes. ‘Alleen… omdat ik wil begrijpen waarom dit steeds misgaat.’
Mijn hart sloeg over. Misschien was er toch hoop?
We spraken af bij ons favoriete café aan het Spaarne. Mark zag er moe uit, maar ook vastberaden.
‘Ik wil veranderen,’ zei hij terwijl hij mijn hand pakte. ‘Niet alleen voor jou, maar ook voor mezelf.’
We spraken af om samen naar therapie te gaan en langzaam vonden we elkaar weer terug – niet zoals vroeger, maar als twee mensen die bereid waren te leren en te groeien.
Soms vraag ik me af: waarom wachten we zo lang met praten? Hoeveel relaties lopen stuk omdat we vergeten te luisteren naar elkaar? Misschien is eerlijkheid pijnlijk, maar uiteindelijk is het de enige weg vooruit.