Tussen Mijn Moeder en Mijn Man: Een Onmogelijke Keuze

‘Waarom kun je haar niet gewoon bellen, Sanne? Ze is je moeder.’ Jeroen’s stem trilt van frustratie terwijl hij zijn koffiemok iets te hard op het aanrecht zet. Ik voel de spanning in mijn schouders schieten, alsof zijn woorden me fysiek raken.

‘Omdat jij niet weet wat er allemaal gebeurd is!’ snauw ik terug, meteen spijt hebbend van mijn toon. Maar het is alsof ik geen controle meer heb over mijn emoties. De regen tikt tegen het raam van ons rijtjeshuis in Amersfoort, en buiten lijkt de wereld net zo grijs als mijn gedachten.

Jeroen draait zich om en kijkt me aan, zijn blauwe ogen vol onbegrip. ‘Sanne, het is al drie jaar geleden. Mensen maken fouten. Je kunt haar niet voor altijd buitensluiten.’

Ik wend mijn blik af en staar naar de foto op de koelkast: Jeroen en ik op onze bruiloft, lachend in de zon. Mijn moeder staat er niet op. Ze was er niet bij. Ze koos ervoor om niet te komen, omdat ze het niet eens was met mijn keuze voor Jeroen. ‘Je verdient beter,’ had ze gezegd. ‘Hij zal je alleen maar ongelukkig maken.’

Die woorden echoën nog steeds in mijn hoofd, elke keer als ik naar hem kijk. En nu vraagt hij me om haar te vergeven, om alles te vergeten wat ze heeft gezegd en gedaan. Alsof het zo simpel is.

‘Weet je nog die avond, toen ze me uitschold?’ fluister ik. ‘Toen ze zei dat ik ondankbaar was, dat ik haar leven had verpest?’

Jeroen zucht diep. ‘Ze was boos, Sanne. Mensen zeggen dingen die ze niet menen als ze gekwetst zijn.’

Ik voel tranen branden achter mijn ogen. ‘Maar ze heeft nooit haar excuses aangeboden. Nooit.’

Hij komt naast me staan en legt zijn hand op mijn schouder. ‘Misschien moet jij de eerste stap zetten. Voor jezelf. Niet voor haar.’

Ik trek mijn schouder weg en loop naar de woonkamer, waar onze kat Minoes zich op de bank heeft opgerold. Ik aai haar afwezig terwijl ik nadenk over alles wat er is gebeurd.

Mijn jeugd was allesbehalve makkelijk. Mijn vader verliet ons toen ik acht was, en mijn moeder werd steeds verbitterder. Ze werkte lange dagen als caissière bij de Albert Heijn en kwam ’s avonds uitgeput thuis. Haar frustratie richtte ze vaak op mij af: ‘Waarom kun jij niet gewoon normaal doen? Waarom ben jij nooit tevreden?’

Toen ik Jeroen ontmoette op de universiteit in Utrecht, voelde het alsof ik eindelijk iemand had gevonden die me begreep. Hij was warm, geduldig, en lachte om mijn slechte grappen. Maar mijn moeder zag alleen zijn onzekere baan als freelance grafisch ontwerper en zijn rommelige appartementje in Overvecht.

‘Je verspilt je toekomst aan hem,’ zei ze vlak voor onze bruiloft. ‘Als je nu niet luistert, hoef je mij nooit meer te bellen.’

En ik luisterde niet. Ik trouwde met Jeroen in een klein zaaltje aan de Vecht, omringd door vrienden en familie – behalve haar.

Sindsdien heb ik haar niet meer gesproken. Soms zie ik haar in de stad, bij de HEMA of op de markt, maar we kijken elkaar niet aan.

Nu wil Jeroen dat ik haar vergeef. Maar hoe vergeef je iemand die nooit spijt heeft betuigd?

Die avond lig ik wakker naast Jeroen, die zachtjes snurkt. Mijn gedachten razen. Wat als hij gelijk heeft? Wat als ik mezelf gevangen houd in het verleden? Maar wat als ik mezelf verraad door haar zomaar weer toe te laten?

De volgende ochtend belt mijn zusje Marieke.

‘Mam vraagt of je komt eten met Pasen,’ zegt ze voorzichtig.

Ik voel een steek in mijn buik. ‘Waarom nu ineens?’

‘Ze mist je, Sanne. Ze zegt het niet hardop, maar ik zie het aan haar.’

‘Heeft ze gezegd dat het haar spijt?’

Marieke zwijgt even. ‘Niet letterlijk… Maar ze is veranderd sinds oma is overleden. Zachter misschien.’

Ik hang op zonder iets toe te zeggen en staar naar de muur. Jeroen komt binnen met twee kopjes koffie.

‘Was dat Marieke?’ vraagt hij hoopvol.

Ik knik.

‘En?’

‘Mam wil dat ik kom eten met Pasen.’

Hij glimlacht voorzichtig. ‘Misschien is dit je kans.’

‘Of misschien is het weer een valstrik,’ mompel ik.

De dagen tot Pasen kruipen voorbij. Ik ben prikkelbaar, slaap slecht, droom over ruzies uit het verleden die zich eindeloos herhalen.

Op Eerste Paasdag sta ik uiteindelijk toch voor haar deur in een buitenwijk van Amersfoort, met klamme handen en een bonzend hart.

De deur zwaait open en daar staat ze: kleiner dan ik me herinner, haar haar grijzer, haar ogen moe.

‘Sanne…’ zegt ze zacht.

Ik slik en stap naar binnen.

Het huis ruikt vertrouwd naar koffie en appeltaart. Marieke zit al aan tafel met haar vriend Bas en hun dochtertje Lotte.

We eten in stilte, praten over koetjes en kalfjes – het weer, de nieuwe Jumbo in de buurt, Lotte’s eerste stapjes.

Na het eten blijft mijn moeder achter in de keuken terwijl de rest naar buiten gaat om eieren te zoeken met Lotte.

‘Wil je koffie?’ vraagt ze zonder me aan te kijken.

‘Graag,’ antwoord ik schor.

Ze zet twee kopjes neer en gaat tegenover me zitten.

‘Sanne…’ begint ze aarzelend. ‘Ik weet dat ik fouten heb gemaakt.’

Mijn hart slaat over.

‘Ik was boos omdat ik bang was je kwijt te raken,’ fluistert ze. ‘En toen verloor ik je echt.’

Er valt een stilte waarin alleen het tikken van de klok hoorbaar is.

‘Waarom heb je nooit gebeld?’ vraag ik met trillende stem.

Ze kijkt me eindelijk aan – haar ogen nat van tranen die ze probeert weg te knipperen.

‘Trots,’ zegt ze zachtjes. ‘En schaamte.’

Ik voel hoe iets in mij breekt – of misschien juist heel voorzichtig heel wordt.

‘Ik weet niet of ik alles kan vergeten,’ zeg ik eerlijk.

Ze knikt begrijpend. ‘Dat vraag ik ook niet van je.’

We zitten daar samen, twee vrouwen die elkaar jarenlang hebben gemist maar nu voorzichtig proberen een brug te slaan over het ravijn van oude pijn.

Als ik later die avond thuiskom bij Jeroen, valt hij me stilletjes om de hals.

‘En?’ vraagt hij zacht.

‘Het was moeilijk,’ zeg ik eerlijk. ‘Maar misschien… misschien komt het ooit goed.’

Hij kust me op mijn voorhoofd en samen zitten we zwijgend op de bank, terwijl buiten de regen weer begint te vallen.

Soms vraag ik me af: hoeveel pijn moet je loslaten om ruimte te maken voor liefde? En wie ben je als dochter – of als vrouw – als je altijd moet kiezen tussen loyaliteit en jezelf?