Onderhuids: Waarom loog mijn man tegen mij?

‘Waarom staat er elke maand 350 euro afgeschreven naar een rekening die ik niet ken, Mark?’ Mijn stem trilt, terwijl ik het bankafschrift omhoog houd. Mark kijkt niet op van zijn telefoon. ‘Het is niks, Sanne. Gewoon een oude rekening.’

Maar ik weet dat het niet niks is. Ik voel het in mijn buik, als een steen die steeds zwaarder wordt. De stilte tussen ons vult de woonkamer, terwijl buiten de regen tegen het raam tikt. Ik ben altijd goed geweest in het negeren van kleine dingen, in het geloven dat Mark eerlijk is. Maar nu, nu kan ik niet meer wegkijken.

‘Mark, kijk me aan. Vertel me de waarheid.’ Mijn stem klinkt harder dan ik bedoel. Hij zucht diep, legt zijn telefoon weg en wrijft over zijn gezicht. ‘Het is voor Marieke,’ zegt hij zacht. ‘Ze had schulden na de scheiding. Ik help haar gewoon.’

Mijn hart slaat over. Marieke. Zijn ex-vrouw, de vrouw waar hij nooit over praat, behalve als hij moppert over haar onhandigheid met geld. ‘Je helpt haar? In het geheim? Al drie jaar?’ Mijn stem breekt.

Hij knikt. ‘Ik wilde je er niet mee belasten. Jij hebt al genoeg aan je hoofd met je werk en de kinderen.’

Ik voel woede opborrelen, maar ook verdriet. ‘Dus je liegt liever tegen mij dan dat je mij vertrouwt? Hoeveel nog meer heb je voor me verzwegen?’

Hij zwijgt. En in die stilte hoor ik alles wat hij niet zegt.

Die nacht slaap ik op de bank. De geur van zijn aftershave hangt nog in de kussens, maar het voelt koud en leeg. In mijn hoofd draaien de gedachten rondjes: Hoe kon ik zo blind zijn? Waarom heeft hij mij nooit vertrouwd?

De volgende ochtend probeer ik me groot te houden voor onze kinderen, Lotte en Bram. Lotte merkt meteen dat er iets mis is. ‘Mama, waarom ben je zo stil?’ vraagt ze terwijl ze haar boterham met hagelslag eet.

‘Mama is gewoon een beetje moe, lieverd,’ lieg ik. Net als Mark.

Op mijn werk bij de bibliotheek kan ik me niet concentreren. Tussen de rijen boeken denk ik aan alle keren dat Mark later thuis was, zogenaamd vanwege werk. Aan de verjaardagen die hij vergat, de weekenden dat hij afwezig was. Was hij dan bij haar? Of was er nog meer?

’s Avonds probeer ik met hem te praten, maar alles wat hij zegt klinkt als een excuus. ‘Ik wilde alleen maar helpen,’ herhaalt hij steeds.

‘En wat als ik jou zoiets had geflikt?’ vraag ik fel. ‘Had jij mij dan ook vergeven?’

Hij kijkt weg. ‘Dat weet ik niet.’

De weken daarna leven we langs elkaar heen. De kinderen voelen de spanning, Bram begint weer in bed te plassen en Lotte trekt zich terug op haar kamer met haar boeken. Mijn moeder belt en vraagt of alles goed gaat. Ik lieg weer: ‘Ja hoor, gewoon druk.’

Op een avond zit ik met mijn zus Anouk aan de keukentafel. Ze kijkt me doordringend aan. ‘San, je moet voor jezelf kiezen,’ zegt ze zacht. ‘Je kunt niet alles blijven pikken omdat je bang bent voor ruzie.’

Ik barst in tranen uit. ‘Maar wat als ik het fout zie? Wat als ik te streng ben?’

Anouk schudt haar hoofd. ‘Hij heeft je vertrouwen gebroken. Dat is niet jouw schuld.’

Die nacht lig ik wakker en denk aan vroeger, aan hoe Mark en ik elkaar leerden kennen op een feestje in Utrecht. Hoe hij me liet lachen, hoe veilig ik me bij hem voelde. Waar is dat gevoel gebleven?

Op een zaterdagmiddag besluit ik Mark te confronteren met alles wat me dwarszit. De kinderen zijn bij mijn moeder.

‘Mark, ik wil weten of er nog meer is wat je me niet hebt verteld,’ begin ik.

Hij kijkt me aan, zijn ogen rood van het slechte slapen. ‘Er is niks meer, Sanne. Echt niet.’

‘Ik geloof je niet meer,’ fluister ik.

Hij slaat zijn handen voor zijn gezicht en begint te huilen. Het is de eerste keer in jaren dat ik hem zo zie.

‘Ik ben bang om je kwijt te raken,’ snikt hij. ‘Na alles met Marieke… Ik wilde niet dat jij dacht dat ik nog gevoelens voor haar had.’

‘Maar door te liegen heb je juist alles kapotgemaakt,’ zeg ik zacht.

We praten urenlang, over vroeger, over nu, over onze angsten en fouten. Maar iets in mij is veranderd. Ik voel geen woede meer, alleen leegte.

De weken daarna probeer ik afstand te nemen. Ik ga vaker wandelen langs de Vecht, zoek steun bij Anouk en mijn moeder. Mark probeert het goed te maken: bloemen, lieve briefjes, zelfs therapie stelt hij voor.

Maar het vertrouwen is weg.

Op een avond zit ik met Lotte op haar bed.

‘Mama, ga je bij papa weg?’ vraagt ze ineens.

Mijn hart breekt opnieuw. ‘Ik weet het nog niet, lieverd,’ zeg ik eerlijk. ‘Soms gebeuren er dingen waardoor mensen pijn hebben. Maar wat er ook gebeurt, papa en mama blijven altijd van jou en Bram houden.’

Ze knikt en kruipt dicht tegen me aan.

Een maand later neem ik een besluit. Ik vertel Mark dat ik tijd nodig heb om na te denken en vraag hem tijdelijk ergens anders te gaan wonen.

Hij pakt zijn spullen zonder protest en kust de kinderen gedag.

De eerste nacht zonder hem voelt vreemd stil, maar ook bevrijdend.

Langzaam begin ik mezelf terug te vinden: in kleine dingen zoals fietsen door de regen zonder haast, koffie drinken met Anouk op het terras van De Zwarte Ruiter, lachen om flauwe grappen van collega’s.

Mark blijft proberen contact te zoeken, maar ik houd afstand.

Na drie maanden komt hij langs om met mij te praten.

‘Sanne, mag ik nog één kans?’ vraagt hij zacht.

Ik kijk hem aan en voel geen haat meer, alleen verdriet om wat verloren is gegaan.

‘Misschien ooit,’ zeg ik eerlijk. ‘Maar nu moet ik eerst leren mezelf weer te vertrouwen.’

’s Avonds zit ik alleen op de bank en kijk naar oude foto’s van ons gezin.

Was liefde ooit genoeg? Of is vertrouwen belangrijker dan alles?

Wat zouden jullie doen als je partner zo’n groot geheim voor je had? Zou je kunnen vergeven of kies je voor jezelf?