Tussen Schuld en Vertrouwen: Hoe Wij Onze Relatie Redden Met Geldzaken

‘Waarom vertrouw je me niet gewoon, Marieke?’ Bas’ stem trilt, zijn handen rusten op de keukentafel. Buiten tikt de regen tegen het raam, maar binnen voelt het alsof er een storm woedt. Ik kijk naar de stapel enveloppen voor me – blauwe brieven van de Belastingdienst, rekeningen van de kinderopvang, een herinnering van de energiemaatschappij. Mijn hart bonkt in mijn keel.

‘Het gaat niet om vertrouwen,’ zeg ik zacht, terwijl ik mijn blik afwend. ‘Het is gewoon… ik heb het altijd gedaan. Ik weet precies wat er binnenkomt en uitgaat.’

Bas zucht diep. ‘Maar het loopt niet, Mariek. We komen elke maand tekort. Laat mij het eens proberen. Misschien zie ik iets wat jij mist.’

Ik voel me betrapt, alsof hij mijn falen onder een vergrootglas legt. Bas werkt als docent op een middelbare school, ik ben teamleider bij een communicatiebureau in Utrecht. Mijn salaris is hoger, ik heb altijd alles geregeld – de hypotheek, de boodschappen, de spaarrekening voor onze dochter Lotte. En nu wil hij het overnemen? Alsof ik niet goed genoeg ben.

‘Je denkt zeker dat ik het niet kan,’ bijt ik hem toe.

‘Nee, dat zeg ik niet! Maar we moeten iets veranderen. We groeien uit elkaar, Marieke. We praten alleen nog over geld of over Lotte. Wanneer hebben we voor het laatst gelachen?’

Zijn woorden snijden dieper dan ik wil toegeven. Ik weet dat hij gelijk heeft. De laatste maanden zijn we vreemden geworden in ons eigen huis. We slapen rug aan rug, discussiëren over elke euro die we uitgeven. Soms droom ik van vroeger, toen we samen op een gammel balkonnetje in Amsterdam zaten met goedkope wijn en grote dromen.

‘Oké,’ zeg ik uiteindelijk. ‘Probeer het maar.’

Die avond schuift Bas met zijn laptop aan tafel. Hij maakt een Excel-bestand aan, sorteert bonnetjes, downloadt bankafschriften. Ik kijk toe vanaf de bank, voel me nutteloos en klein. Lotte komt binnen met haar knuffelkonijn en kruipt bij me op schoot.

‘Mama, waarom is papa boos?’

Ik slik. ‘Papa is niet boos, lieverd. Papa helpt ons met de centjes.’

Lotte knikt alsof ze alles begrijpt en nestelt zich tegen me aan.

De dagen daarna verandert er iets in huis. Bas is gefocust, bijna obsessief bezig met besparen. Hij zegt abonnementen op, vergelijkt energieleveranciers, stelt een weekmenu samen zodat we minder eten verspillen. Ik voel me steeds meer buitengesloten – alsof hij niet alleen onze financiën overneemt, maar ook mijn rol als moeder en partner.

Op een avond hoor ik hem bellen met zijn zus Anouk.

‘Het is lastig,’ zegt hij zacht. ‘Marieke doet afstandelijk. Alsof ze zich schaamt.’

Ik voel tranen prikken achter mijn ogen. Waarom kan ik dit niet gewoon loslaten? Waarom voelt dit als falen?

De weken verstrijken. Bas laat me grafieken zien van onze uitgaven, trots als een kind dat zijn eerste zwemdiploma haalt.

‘Kijk nou! We hebben deze maand honderd euro overgehouden!’

Ik glimlach flauwtjes, maar vanbinnen knaagt er iets.

Op een zaterdagmiddag barst de bom. We zitten in de tuin als Bas voorstelt om minder vaak uit eten te gaan.

‘We kunnen beter sparen voor Lotte’s studie,’ zegt hij.

‘Dus nu mag ik niet eens meer genieten?’ snauw ik terug.

Bas kijkt me verbijsterd aan. ‘Het gaat niet om jou of mij! Het gaat om ons gezin!’

‘Jij bepaalt alles!’ roep ik. ‘Ik voel me een kind in mijn eigen huis!’

Lotte begint te huilen en rent naar binnen. Ik voel me direct schuldig, maar de woede overheerst.

Die avond lig ik wakker naast Bas. Zijn rug naar mij toe, zijn ademhaling zwaar en onregelmatig.

‘Bas?’ fluister ik.

Geen antwoord.

Ik draai me om en staar naar het plafond. Hoe zijn we hier beland? Waar is de liefde gebleven?

De volgende ochtend vind ik een briefje op het aanrecht:

“Marieke,
Ik weet niet meer hoe we verder moeten zo. Ik wil alleen maar dat we gelukkig zijn – samen met Lotte. Misschien moeten we hulp zoeken.”

Mijn handen trillen als ik het lees. Hulp zoeken? Is het zo erg?

Die middag zitten we samen aan tafel bij een relatietherapeut in Amersfoort. De kamer ruikt naar lavendel, buiten fluiten vogels. Binnen is het stil.

‘Waarom doet geld zoveel met jullie?’ vraagt de therapeut.

Ik slik en kijk naar Bas.

‘Omdat geld voor mij gelijkstaat aan controle,’ fluister ik. ‘En controle betekent veiligheid.’

Bas knikt langzaam. ‘Voor mij betekent geld zorgen voor mijn gezin. Maar als Marieke zich buitengesloten voelt… dan faal ik als man.’

De therapeut glimlacht begripvol.

‘Misschien moeten jullie leren om samen verantwoordelijkheid te dragen – niet alleen financieel, maar ook emotioneel.’

Het klinkt simpel, maar het voelt als een berg die we moeten beklimmen.

De weken daarna oefenen we met open gesprekken over geld én gevoel. We maken samen keuzes: soms mag Bas beslissen, soms ik. We plannen een avond per week zonder schermen of spreadsheets – gewoon samen zijn.

Langzaam keert de rust terug in huis. Lotte lacht weer vaker, Bas en ik raken elkaar weer voorzichtig aan onder tafel.

Op een avond zitten we samen op de bank met een glas wijn – net als vroeger op dat balkonnetje in Amsterdam.

‘Weet je nog hoe we droomden van een groot huis en verre reizen?’ vraagt Bas zacht.

Ik glimlach door mijn tranen heen.

‘Misschien zijn onze dromen veranderd,’ zeg ik. ‘Maar zolang we ze samen delen…’

Hij pakt mijn hand vast en knijpt erin.

Soms vraag ik me af: hoeveel stellen laten hun relatie kapotgaan door geld? En durven ze op tijd hulp te zoeken – of blijven ze vechten tot er niets meer over is?