Ik Herken Mijn Eigen Zoon Niet Meer: Hoe Mijn Schoondochter Onze Familie Veranderde

‘Martijn, waarom kom je zo weinig langs? Je was altijd zo’n familiemens.’ Mijn stem trilt, maar ik probeer het te verbergen. Aan de andere kant van de lijn hoor ik een diepe zucht. ‘Mam, we hebben het gewoon druk. Sanne werkt veel, en ik ook. Je weet hoe het gaat.’

Ik weet hoe het gaat. Maar ik weet niet hoe het zo is gegaan. Mijn zoon, mijn lieve Martijn, die vroeger iedere zondag bij ons aan tafel zat, lacht nu anders. Zijn ogen zijn doffer, zijn stem afstandelijker. Sinds hij met Sanne is getrouwd, lijkt hij een vreemde voor me. En ik? Ik voel me als een toeschouwer in mijn eigen familie.

Het begon klein. Een gemiste verjaardag hier, een afgezegde lunch daar. ‘We hebben een weekendje weg geboekt, mam. Even tijd voor onszelf.’ Natuurlijk gunde ik ze dat. Maar toen kwamen de maanden waarin ik alleen nog via Facebook zag wat er in hun leven gebeurde. Foto’s van etentjes met haar familie, vakanties naar Texel, verjaardagen van haar nichtjes. Mijn naam werd nergens genoemd.

‘Misschien moet je het gewoon laten rusten,’ zei mijn man Kees op een avond terwijl we samen de afwas deden. ‘Jongens trekken zich nu eenmaal terug als ze ouder worden.’ Maar ik voelde dat het meer was dan dat. Het was alsof Sanne een muur had gebouwd tussen Martijn en ons. En hoe harder ik probeerde die muur te slopen, hoe hoger hij werd.

Op een regenachtige zaterdagmiddag besloot ik langs te gaan. Zonder aankondiging, want als ik belde kreeg ik altijd te horen dat het niet uitkwam. Ik stond voor hun deur in Utrecht, mijn handen klam van de zenuwen. Sanne deed open. Haar blik was koel.

‘Oh… hoi Marja,’ zei ze, zonder haar glimlach te forceren. ‘We waren net op het punt om weg te gaan.’

‘Ik wilde gewoon even langs komen,’ stamelde ik. ‘Het is al zo lang geleden…’

Ze draaide zich om naar Martijn, die in de gang stond met zijn jas al aan. Hij keek me nauwelijks aan. ‘Mam, we hebben echt haast nu. Kun je misschien een andere keer bellen?’

Ik voelde me zo klein, zo ongewenst. Alsof ik een indringer was in het leven van mijn eigen zoon.

Thuis huilde ik in stilte terwijl Kees probeerde me te troosten. ‘Misschien moet je haar gewoon accepteren zoals ze is,’ zei hij voorzichtig. Maar hoe kon ik accepteren dat mijn zoon langzaam uit mijn leven verdween?

De weken daarna probeerde ik het los te laten. Ik stuurde geen appjes meer, belde niet meer op zondagavond. Maar het knaagde aan me. Op een dag kreeg ik een uitnodiging voor de verjaardag van Sanne’s moeder. Niet van Martijn of Sanne zelf, maar via een gezamenlijke vriendin die erbij betrokken was geraakt.

‘Ga je?’ vroeg Kees die avond.

‘Ik weet het niet,’ antwoordde ik eerlijk. ‘Het voelt alsof ik alleen welkom ben als het haar uitkomt.’

Toch ging ik. Ik kocht een mooie bos bloemen en trok mijn beste jurk aan. Toen ik binnenkwam, zag ik Martijn staan met een glas wijn in zijn hand, lachend met Sanne’s familie. Hij zag me pas toen ik vlakbij was.

‘Mam! Wat leuk dat je er bent,’ zei hij, maar zijn stem klonk geforceerd.

Sanne kwam erbij staan en legde haar hand op zijn arm. ‘Fijn dat je er bent, Marja,’ zei ze vriendelijk maar afstandelijk.

Tijdens het eten voelde ik me verloren tussen al die onbekende gezichten. Iedereen praatte over vakanties naar Frankrijk en nieuwe keukens, over dingen waar ik niets mee had. Martijn zat aan de andere kant van de tafel en keek nauwelijks mijn kant op.

Na afloop liep ik naar hem toe. ‘Martijn, kunnen we binnenkort eens samen koffie drinken? Gewoon jij en ik?’

Hij keek ongemakkelijk naar Sanne, die haar wenkbrauwen optrok.

‘We hebben het echt druk, mam,’ zei hij zachtjes.

‘Maar één uurtje? Ik mis je gewoon.’ Mijn stem brak.

Sanne zuchtte hoorbaar en draaide zich om.

‘Ik bel je wel,’ zei Martijn uiteindelijk.

Maar hij belde niet.

De dagen werden weken en de weken maanden. Op een dag hoorde ik via via dat Sanne zwanger was. Mijn hart maakte een sprongetje – oma worden! Maar het nieuws kwam niet van hen zelf. Geen telefoontje, geen kaartje, niets.

Ik besloot hen te bellen.

‘Gefeliciteerd met de zwangerschap!’ probeerde ik opgewekt te klinken.

Aan de andere kant bleef het even stil.

‘Dank je wel, mam,’ zei Martijn kortaf.

‘Wanneer mag ik langskomen om het te vieren?’ vroeg ik voorzichtig.

‘We willen het voorlopig rustig houden,’ antwoordde Sanne op de achtergrond.

Ik voelde me weer buitengesloten, alsof er een onzichtbare grens was getrokken waar ik niet overheen mocht.

Toen onze kleindochter Lotte werd geboren, kreeg ik een appje met een foto en de tekst: ‘Ze is er!’ Geen uitnodiging om langs te komen, geen telefoontje om samen te huilen van geluk zoals ik had gehoopt.

Kees probeerde me op te beuren: ‘Misschien willen ze gewoon hun eigen gezin vormen.’ Maar waarom voelde het dan alsof ze mij uit hun leven wilden wissen?

Op een dag hield ik het niet meer en reed naar Utrecht zonder aankondiging. Ik stond voor hun deur met een knuffelbeer voor Lotte in mijn handen. Sanne deed open en keek me aan alsof ze water zag branden.

‘Marja… dit komt echt niet uit nu.’

‘Ik wil alleen even Lotte zien…’

Martijn kwam erbij staan en sloeg zijn arm om Sanne heen.

‘Mam, we hebben afgesproken dat we voorlopig geen bezoek willen,’ zei hij zacht maar beslist.

‘Niet eens van mij?’ vroeg ik wanhopig.

Sanne keek hem aan en hij knikte langzaam.

‘Nee mam, niet eens van jou.’

Ik liep terug naar mijn auto met tranen in mijn ogen en de knuffelbeer nog steeds in mijn handen.

Thuis barstte ik in snikken uit terwijl Kees me vasthield. ‘Misschien moet je hem gewoon loslaten,’ fluisterde hij.

Maar hoe laat je je eigen kind los? Hoe accepteer je dat iemand die ooit alles met je deelde nu niets meer wil delen?

Soms vraag ik me af: heb ik iets verkeerd gedaan? Had ik minder moeten bellen, minder moeten vragen? Of is dit gewoon hoe het gaat als kinderen volwassen worden?

Wat zouden jullie doen als je je eigen kind langzaam kwijtraakt? Is er nog hoop op herstel of moet je accepteren dat sommige dingen nooit meer worden zoals vroeger?