Mijn nieuwe schoondochter verscheurde ons gezin – Kan ik het ooit nog goedmaken?

‘Waarom heb je dat geld aan Emma gevraagd?’ Tom’s stem trilt, zijn ogen zoeken de mijne, maar ik zie vooral de muur die tussen ons is gegroeid. Mijn handen beven een beetje terwijl ik de koffiekop op tafel zet. ‘Ik… Ik wilde alleen maar zeker weten of ze het gekregen had. Het was voor haar schoolreisje, Tom. Meer niet.’

Hij zucht diep, draait zich om en loopt naar het raam. Buiten waait de wind door de kale takken van de lindeboom in onze straat in Amersfoort. Het is maart, maar de lente lijkt nog ver weg. Net als de warmte tussen mij en mijn zoon.

‘Mam, je weet dat Marieke en ik willen dat je zulke dingen met ons bespreekt. Niet rechtstreeks met Emma.’

Ik voel hoe mijn hart samentrekt. Sinds Tom met Marieke is getrouwd, lijkt alles anders. Vroeger kwam hij elke zondag langs met Emma, mijn kleindochter van acht. We bakten pannenkoeken, lachten om oude foto’s en spraken over alles. Maar sinds Marieke er is, zijn de bezoekjes zeldzamer geworden. En als ze komen, hangt er een spanning in huis die ik niet kan benoemen.

‘Ik wilde geen problemen veroorzaken,’ fluister ik. ‘Het spijt me.’

Tom draait zich om, zijn gezicht zachter nu. ‘Ik weet het, mam. Maar Marieke vindt het lastig als jij dingen buiten haar om regelt. Ze voelt zich buitengesloten.’

Buitengesloten? Ik slik. Sinds wanneer ben ik degene die buiten de familie staat?

De eerste keer dat ik Marieke ontmoette, was op een regenachtige zaterdagmiddag. Tom had haar voorgesteld als zijn nieuwe vriendin. Ze was vriendelijk, beleefd, maar er zat iets afstandelijks in haar blik. Ik dacht dat het verlegenheid was. Nu weet ik beter.

De maanden daarna veranderde er langzaam iets. Tom belde minder vaak. Als ik vroeg of ze langskwamen, was er altijd wel een reden waarom het niet uitkwam: drukte op het werk, Emma die moe was, Marieke die hoofdpijn had.

Op een dag vroeg ik voorzichtig aan Tom: ‘Is er iets? Heb ik iets verkeerd gedaan?’

Hij lachte het weg. ‘Nee joh, mam. We hebben het gewoon druk.’

Maar ik voelde het: er was iets veranderd.

Het dieptepunt kwam vorige week. Ik had Emma twintig euro gegeven voor haar schoolreisje, via Tom – zoals altijd. Maar toen Emma bij mij logeerde en enthousiast vertelde over haar nieuwe rugzak (‘Die heb ik gekocht van jouw geld, oma!’), vroeg ik: ‘Heb je het geld van papa gekregen?’

Ze knikte blij, maar Marieke – die net binnenkwam – keek me ijzig aan. ‘We willen niet dat je Emma vragen stelt over geldzaken,’ zei ze later die avond tegen mij, terwijl Tom zwijgend toekeek.

Sindsdien is het stil in huis. Geen telefoontjes meer van Tom. Geen bezoekjes van Emma.

Ik loop door mijn lege woonkamer en staar naar de foto’s op de schouw: Tom als kleine jongen op het strand van Scheveningen, Emma met haar eerste fietsje, ik en mijn man – God hebbe zijn ziel – lachend in de tuin.

De stilte drukt op mijn borst.

Op een dag besluit ik Marieke te bellen. Mijn handen trillen als ik haar nummer intoets.

‘Hallo?’ Haar stem klinkt koel.

‘Marieke… Mag ik even met je praten?’

Ze zucht hoorbaar. ‘Waarover?’

‘Over alles wat er gebeurd is. Ik wil niet dat we zo doorgaan.’

Er valt een lange stilte.

‘Ik voel me buitengesloten,’ zeg ik zacht. ‘Sinds jij in ons leven bent, zie ik Tom en Emma bijna niet meer. Heb ik iets verkeerd gedaan?’

Marieke antwoordt scherp: ‘Het gaat niet om jou, maar om grenzen. Jij bemoeit je overal mee. Tom durft je geen nee te zeggen, dus moet ik hem beschermen.’

Beschermen? Tegen mij?

‘Ik wil alleen maar deel uitmaken van jullie leven,’ fluister ik.

‘Dat kan,’ zegt ze kortaf, ‘maar dan moet je accepteren dat wij onze eigen keuzes maken.’

De verbinding wordt verbroken voordat ik iets kan zeggen.

Die nacht slaap ik nauwelijks. Mijn gedachten razen: Ben ik echt zo’n bemoeial? Heb ik Tom verstikt met mijn liefde? Of is Marieke gewoon jaloers op de band die wij altijd hadden?

De volgende dag staat Tom onverwacht voor de deur.

‘Mam…’ Hij kijkt me aan met rode ogen. ‘Kunnen we praten?’

We zitten zwijgend aan tafel. Buiten regent het zachtjes tegen het raam.

‘Marieke voelt zich vaak onzeker,’ begint hij voorzichtig. ‘Ze heeft het gevoel dat jij haar niet accepteert als moeder van Emma.’

Ik schud mijn hoofd. ‘Dat is niet waar! Ik ben blij dat jij gelukkig bent met haar.’

Tom kijkt naar zijn handen. ‘Misschien moet je haar meer ruimte geven.’

‘En wat met mij?’ vraag ik zachtjes. ‘Moet ik dan maar verdwijnen uit jullie leven?’

Hij slikt zichtbaar.

‘Nee… Maar misschien moeten we elkaar wat tijd geven.’

Tijd… Hoeveel tijd heb ik nog? Ik ben 67 jaar oud. Mijn dagen zijn gevuld met herinneringen en hoop op een telefoontje dat steeds minder vaak komt.

De weken verstrijken. Soms krijg ik een appje van Tom: ‘Alles goed?’ Maar echte gesprekken blijven uit.

Op een dag zie ik Emma op straat lopen met Marieke. Ze zwaait naar me, maar Marieke trekt haar snel mee.

’s Avonds huil ik in bed om alles wat verloren lijkt te zijn gegaan.

Toch geef ik niet op. Ik schrijf een brief aan Marieke:

‘Lieve Marieke,
Ik weet dat we verschillend zijn en dat we allebei het beste willen voor Tom en Emma. Misschien heb ik fouten gemaakt door te veel te willen zorgen of te weinig los te laten. Maar geloof me: alles wat ik doe komt uit liefde voor mijn gezin.
Kunnen we samen proberen elkaar beter te begrijpen? Voor Tom en voor Emma?
Liefs,
Je schoonmoeder’

Dagenlang hoor ik niets.

Dan staat ineens Emma voor de deur met een tekening: ‘Voor oma!’ Op de achterkant staat in kinderlijk handschrift: ‘Ik mis jou.’

Mijn hart breekt én geneest tegelijk.

Even later krijg ik een berichtje van Marieke: ‘Misschien kunnen we binnenkort samen koffie drinken.’

Er is hoop.

Soms vraag ik me af: Hoeveel moet je loslaten om je familie niet kwijt te raken? En hoeveel mag je vasthouden aan wie je bent?
Wat zouden jullie doen als je in mijn schoenen stond?