Terug naar Amersfoort: Een Onverwachte Ontmoeting na Dertig Jaar
‘Waarom ben je niet gekomen, Mark?’ Mijn stem trilt, zelfs nu, na al die jaren. Het is een doodgewone dinsdagmorgen in het Plantsoen, maar alles in mij is alert, gespannen. Mijn hart bonkt in mijn borst alsof ik weer zestien ben.
Mark kijkt op van zijn krant, zijn ogen schieten van verbazing naar herkenning. ‘Eva?’ Hij zegt mijn naam alsof hij hem proeft, alsof hij niet zeker weet of het echt zo is. Zijn baard is grijzer dan ik me herinner, maar zijn blik is nog steeds dezelfde: zacht, maar met een zweem van spijt.
Ik ga naast hem zitten op de oude houten bank. Dezelfde bank waar ik dertig jaar geleden uren heb gewacht, hopend dat hij zou komen opdagen. De lucht ruikt naar nat gras en lente, maar in mijn hoofd stormt het.
‘Ik dacht dat je het vergeten was,’ fluister ik. Mijn handen friemelen aan de zoom van mijn jas. ‘Die afspraak. Die dag.’
Hij schudt zijn hoofd langzaam. ‘Ik ben het nooit vergeten.’
De stilte tussen ons is zwaar, gevuld met alles wat niet gezegd is. Ik kijk naar de vijver, waar eenden traag hun rondjes zwemmen. Alles lijkt hetzelfde gebleven, behalve wij.
‘Waarom ben je teruggekomen?’ vraagt hij uiteindelijk.
Ik haal diep adem. ‘Na de scheiding voelde alles leeg. Mijn kinderen zijn volwassen, mijn ouders zijn er niet meer… Ik dacht: misschien vind ik hier iets terug van mezelf.’
Mark knikt begrijpend. ‘Ik heb je vaak gemist, Eva. Maar ik kon niet komen die dag. Mijn vader…’ Hij slikt moeizaam. ‘Hij kreeg een hartaanval. Ik moest met hem mee naar het ziekenhuis. Alles ging zo snel. En daarna… daarna durfde ik je niet meer onder ogen te komen.’
Zijn woorden snijden door me heen. Al die jaren heb ik gedacht dat ik niet belangrijk genoeg was, dat hij me gewoon vergeten was. Ik voel tranen prikken achter mijn ogen.
‘Waarom heb je nooit iets laten weten?’ Mijn stem klinkt zachter dan ik wil.
‘Schaamte,’ zegt hij simpelweg. ‘En toen hoorde ik dat je met Bas was…’
Bas. Mijn ex-man. De veilige keuze, zoals mijn moeder altijd zei. ‘Eva, Mark is een dromer,’ waarschuwde ze vroeger. ‘Bas zorgt voor stabiliteit.’ Maar stabiliteit bleek uiteindelijk verstikkend.
‘Weet je nog hoe we hier altijd fantaseerden over reizen?’ vraagt Mark plotseling, zijn ogen glinsteren even ondeugend. ‘Jij wilde naar Parijs, ik naar Noorwegen.’
Ik glimlach flauwtjes. ‘En we kwamen nooit verder dan Amersfoort.’
Hij lacht zachtjes, maar er klinkt verdriet in door. ‘Soms denk ik dat we te bang waren om echt te leven.’
Een windvlaag waait door het park en ritselt door de bomen boven ons hoofd. Ik ril even en trek mijn jas dichter om me heen.
‘Hoe is jouw leven gegaan?’ vraag ik voorzichtig.
Hij haalt zijn schouders op. ‘Getrouwd geweest, gescheiden… Geen kinderen. Veel gewerkt, weinig geleefd.’ Hij kijkt me aan met een blik die alles zegt: spijt, verlangen, berusting.
‘En jij?’
Ik vertel hem over mijn kinderen – Lotte en Joris – en hoe moeilijk het was om ze los te laten toen ze uit huis gingen. Over de ruzies met Bas, de eenzaamheid na de scheiding, de nachten dat ik wakker lag en me afvroeg waar het allemaal mis was gegaan.
‘Mijn moeder zei altijd dat geluk een keuze is,’ zeg ik bitter. ‘Maar soms voelt het alsof het leven gewoon over je heen dendert.’
Mark knikt begrijpend. ‘Misschien hebben we te veel geluisterd naar anderen.’
We zwijgen weer even. In de verte klinkt het gelach van kinderen op het speelveldje.
‘Denk je dat het anders had kunnen lopen?’ vraag ik zachtjes.
Hij kijkt me lang aan. ‘Misschien wel. Maar misschien waren we gewoon niet klaar voor elkaar toen.’
Ik voel een mengeling van opluchting en verdriet. Opluchting omdat het niet mijn schuld was; verdriet om alles wat had kunnen zijn.
Plotseling pakt Mark mijn hand vast. Zijn hand is warm en stevig, vertrouwd en toch nieuw.
‘Eva…’ begint hij aarzelend. ‘Misschien is het niet te laat om opnieuw te beginnen.’
Mijn hart slaat een slag over. Kan dat? Kun je na al die jaren opnieuw beginnen?
‘Ik weet het niet,’ fluister ik eerlijk. ‘Maar misschien wil ik het proberen.’
We zitten nog lang samen op de bank, terwijl de zon langzaam hoger klimt aan de hemel en het park tot leven komt.
Thuisgekomen staar ik uit het raam van mijn oude slaapkamer – nu weer van mij alleen – en denk aan alles wat er gezegd is en wat nog onuitgesproken blijft hangen tussen ons.
Was dit toeval? Of krijgen sommige verhalen gewoon een tweede kans?
Misschien is geluk geen keuze, maar een kwestie van durven… Wat denken jullie? Zou jij opnieuw durven beginnen als je alles kwijt bent geraakt?