Wanneer mijn schoonmoeder mijn huis overnam – Het verhaal van een Nederlandse familie

‘Marleen, waarom staat de vaatwasser alweer niet aan?’ De stem van Ria snijdt door de stilte van de keuken. Ik voel hoe mijn schouders zich aanspannen. Het is pas acht uur ’s ochtends en ik heb nu al het gevoel dat ik tekortschiet.

‘Ik was net van plan hem aan te zetten,’ antwoord ik zachtjes, terwijl ik mijn blik op het aanrecht houd. Jeroen zit aan tafel met zijn telefoon en kijkt niet op. Sinds zijn moeder bij ons woont, is hij veranderd. Of misschien ben ik degene die veranderd is.

Het begon allemaal drie maanden geleden. Ria’s gezondheid ging achteruit en Jeroen stelde voor dat ze tijdelijk bij ons zou intrekken. ‘Het is maar voor even, Marleen,’ zei hij toen. ‘Ze heeft niemand anders.’ Ik voelde medelijden, maar ook een knoop in mijn maag. Onze dochter Lotte was net vier geworden en ik had gehoopt op rust na een hectisch jaar.

De eerste week probeerde ik het gezellig te maken. Ik bakte appeltaart, zette bloemen op tafel. Maar Ria had overal commentaar op. ‘Vroeger poetste ik elke dag,’ zei ze dan, terwijl ze met haar vinger over de vensterbank veegde. Of: ‘Lotte hoort om zeven uur in bed te liggen, niet om half acht.’

Jeroen lachte haar opmerkingen weg. ‘Ach mam, Marleen doet haar best.’ Maar als ik hem later vroeg om mij te steunen, haalde hij zijn schouders op. ‘Ze bedoelt het goed. Ze is gewoon bezorgd.’

De spanning groeide met de dag. Op een avond, terwijl ik Lotte voorlas, hoorde ik Ria in de woonkamer tegen Jeroen fluisteren: ‘Ze laat alles versloffen, jongen. Vroeger was het hier schoner.’ Mijn hart bonsde in mijn keel. Ik voelde me een indringer in mijn eigen huis.

De volgende ochtend probeerde ik het gesprek aan te gaan. ‘Jeroen, dit werkt zo niet. Ik voel me niet meer thuis.’ Hij keek me vermoeid aan. ‘Wat wil je dan? Dat mijn moeder op straat belandt?’

‘Nee,’ zei ik, ‘maar dit is óns huis. Ik wil dat jij achter mij staat.’

Hij zuchtte diep en liep weg.

De weken daarna werd het alleen maar erger. Ria bemoeide zich met alles: wat we aten, hoe we Lotte opvoedden, zelfs hoe ik mijn werk als verpleegkundige indeelde. Ze vond dat ik te veel werkte en te weinig thuis was. ‘Een kind heeft zijn moeder nodig,’ zei ze dan met een veelbetekenende blik.

Op een avond kwam ik thuis na een late dienst en vond ik Lotte huilend in bed. ‘Oma was boos omdat ik niet wilde slapen,’ snikte ze. Mijn hart brak. Ik liep naar beneden en vond Ria in de woonkamer.

‘Waarom was je zo streng voor haar?’ vroeg ik, mijn stem trillend van woede.

Ria keek me koel aan. ‘Kinderen hebben regels nodig. Jij bent altijd weg.’

Ik voelde tranen opwellen. ‘Dit is mijn huis, mijn kind! Jij bepaalt hier niet de regels!’

Jeroen kwam binnen en keek van mij naar zijn moeder. ‘Kunnen jullie alsjeblieft normaal doen? Ik ben het zat om altijd tussen jullie in te staan.’

‘Misschien moet je dan eindelijk eens kiezen,’ riep ik uit.

Het bleef stil.

Die nacht sliep Jeroen op de bank.

De dagen erna probeerde ik afstand te houden, maar het huis voelde niet meer als van mij. Lotte werd stiller, trok zich terug. Op een middag vond ik haar met haar knuffel onder het bed verstopt.

‘Waarom ben je daar, lieverd?’ vroeg ik zachtjes.

‘Oma zegt dat jij stout bent omdat je zo vaak weg bent,’ fluisterde ze.

Mijn hart brak opnieuw. Hoe kon één persoon zo’n schaduw werpen over ons gezin?

Ik besloot hulp te zoeken en sprak met mijn zus Anouk. ‘Je moet grenzen stellen, Marleen,’ zei ze streng. ‘Dit gaat ten koste van jou en Lotte.’

Die avond wachtte ik tot Jeroen thuiskwam.

‘We moeten praten,’ begon ik.

Hij keek me vermoeid aan. ‘We praten alleen nog maar.’

‘Ik trek dit niet meer,’ zei ik zachtjes. ‘Als dit zo doorgaat, weet ik niet of wij samen verder kunnen.’

Hij keek me aan alsof hij me voor het eerst zag.

‘Je overdrijft,’ mompelde hij.

‘Nee, Jeroen,’ zei ik vastberaden. ‘Ik voel me onzichtbaar in mijn eigen huis. Jij kiest altijd haar kant.’

Hij zweeg lang.

‘Misschien moet mam toch naar een verzorgingshuis,’ zei hij uiteindelijk schor.

De opluchting die ik voelde werd meteen overschaduwd door schuldgevoel. Maar ik wist dat het zo niet langer kon.

De weken daarna waren zwaar. Ria was boos en gekwetst, Jeroen worstelde met schuldgevoelens en Lotte had nachtmerries. Maar langzaam kwam er weer lucht in huis. We vonden een fijne plek voor Ria waar ze goed verzorgd werd en waar wij haar konden bezoeken zonder dat ze ons leven beheerste.

Nu, maanden later, kijk ik terug op die periode met gemengde gevoelens. Soms vraag ik me af of ik egoïstisch was, of juist dapper genoeg om voor mijn gezin te kiezen.

Was dit de enige manier om onze familie te redden? Of had het ook anders gekund? Wat zouden jullie doen als je moest kiezen tussen je partner en je schoonmoeder?