Oudjaarsavond op het Breukvlak: Mijn Man Wil Feest, Ik Wil Rust

‘Waarom kun je niet gewoon één keer met me meegaan in mijn plannen?’ Bart’s stem galmt door de woonkamer, zijn handen in zijn zij geplant. Buiten knalt het eerste vuurwerk al, maar binnen is het pas echt explosief.

Ik kijk hem aan, mijn vingers om de rand van mijn mok geklemd. ‘Omdat ik het niet kan, Bart. Niet vanavond. Niet na alles wat er dit jaar is gebeurd.’ Mijn stem trilt, maar ik probeer stand te houden. Hij zucht diep, draait zich om en loopt naar het raam. Zijn silhouet weerspiegelt zich in het glas, samen met de lichtjes van de stad.

‘Iedereen komt voor ons, Eva. Voor jou ook! Je weet hoe belangrijk dit voor me is. Het is traditie.’

Traditie. Dat woord snijdt door me heen als een mes. Sinds we getrouwd zijn, is oudjaarsavond altijd hetzelfde: een huis vol mensen, muziek die te hard staat, schalen met oliebollen en bitterballen, vrienden die ik nauwelijks ken en familieleden die ik liever ontwijk. Elk jaar hoopte ik dat het anders zou zijn. Elk jaar slikte ik mijn teleurstelling weg.

‘Misschien wil ik gewoon iets anders,’ fluister ik. ‘Misschien wil ik gewoon jou. Alleen jou.’

Hij draait zich om, zijn ogen donker. ‘En wat moet ik dan tegen iedereen zeggen? Dat jij geen zin hebt? Dat je liever alleen bent?’

Ik voel de tranen prikken achter mijn ogen. ‘Waarom moet het altijd om anderen draaien? Waarom mag ik nooit kiezen?’

Hij zwijgt. Buiten knalt een vuurpijl uiteen in duizend kleuren. Ik denk aan vorig jaar, toen mijn moeder nog leefde en we samen in de keuken stonden, terwijl Bart de gasten vermaakte. Ze pakte mijn hand vast en fluisterde: ‘Je mag best voor jezelf kiezen, Eva.’ Maar ik deed het niet. Ik durfde niet.

Nu is ze er niet meer. En alles voelt anders.

De bel gaat. Bart kijkt me aan, zijn gezicht verstijfd. ‘Ze zijn er al.’

Ik schud mijn hoofd. ‘Ik kan dit niet.’

Hij loopt naar de deur en laat onze vrienden binnen: Marieke en Jeroen, altijd luidruchtig; zijn broer Pieter met zijn nieuwe vriendin; zelfs zijn moeder, die me altijd met een kritische blik opneemt. Het huis vult zich met stemmen, gelach, muziek. Ik voel me kleiner worden, alsof ik verdwijn in de drukte.

Marieke komt naar me toe en slaat haar arm om me heen. ‘Gezellig hè? Eindelijk weer een ouderwets feestje!’

Ik glimlach flauwtjes. ‘Ja, heel gezellig.’

In de keuken probeer ik te ontsnappen aan de chaos. Ik schenk mezelf een glas wijn in en staar naar de klok. Nog drie uur tot middernacht.

Pieter komt binnen en leunt tegen het aanrecht. ‘Alles goed, Eva?’

‘Ja hoor,’ lieg ik.

Hij kijkt me onderzoekend aan. ‘Je lijkt zo afwezig.’

Ik haal mijn schouders op. ‘Het is gewoon… veel.’

Hij knikt begrijpend. ‘Bart kan soms nogal doordrammen hè? Je hoeft niet altijd mee te gaan in zijn plannen.’

Zijn woorden raken me meer dan ik wil toegeven. ‘Dat weet ik,’ zeg ik zacht.

‘Misschien moet je dat hem eens vertellen.’

Ik knik, maar weet dat het niet zo simpel is.

De avond sleept zich voort. Ik lach om grappen die ik niet grappig vind, knik bij verhalen die me niets doen. Bart lijkt in zijn element: hij lacht luid, schenkt glazen bij, danst met Marieke in de woonkamer.

Om kwart voor twaalf trek ik me terug op het balkon. De lucht is koud en helder; vuurwerk spat uiteen boven de stad. Ik adem diep in en voel eindelijk wat ruimte in mijn borst.

De deur schuift open achter me. Bart stapt naar buiten, zijn gezicht gespannen.

‘Wat doe je hier?’ vraagt hij.

‘Even ademhalen,’ zeg ik.

Hij zucht en steekt een sigaret op – iets wat hij alleen doet als hij nerveus is.

‘Eva…’ begint hij aarzelend. ‘Waarom ben je zo afstandelijk vanavond?’

Ik draai me naar hem toe. ‘Omdat dit niet is wat ik wil, Bart. Niet meer. Ik wil geen façade ophouden voor anderen terwijl ik mezelf verlies.’

Hij kijkt weg, blaast rook uit over de reling.

‘Je wist toch waar je aan begon toen je met mij trouwde?’ zegt hij zacht.

‘En jij dan? Wist jij waar jíj aan begon?’ Mijn stem breekt.

Hij zwijgt lang.

‘Misschien… misschien ben ik bang dat als we stoppen met deze feesten, we niets meer overhouden,’ zegt hij uiteindelijk.

Zijn woorden verrassen me.

‘Denk je dat echt?’ vraag ik.

Hij knikt langzaam. ‘Het voelt alsof alles uit elkaar valt sinds je moeder er niet meer is. Jij bent veranderd… en ik weet niet hoe ik daarmee om moet gaan.’

De tranen stromen nu vrij over mijn wangen. ‘Ik ben inderdaad veranderd, Bart. Maar dat betekent niet dat ik jou niet meer wil – alleen wil ik ook mezelf niet verliezen.’

Hij gooit zijn sigaret weg en trekt me voorzichtig tegen zich aan.

‘Wat moeten we doen?’ fluistert hij.

‘Misschien… gewoon samen zijn vanavond? Even ontsnappen aan alles?’

Hij kijkt me aan, twijfelt even en knikt dan langzaam.

We lopen samen naar binnen en zeggen tegen de gasten dat we even willen wandelen voor middernacht – even frisse lucht halen. Marieke trekt haar wenkbrauwen op maar zegt niets; Pieter glimlacht begrijpend.

We lopen door de lege straten van Utrecht, hand in hand, terwijl het vuurwerk steeds luider wordt. Voor het eerst deze avond voel ik rust.

Op een brug over de gracht blijven we staan als de klok twaalf slaat en het nieuwe jaar begint. Bart kust me voorzichtig op mijn voorhoofd.

‘Misschien moeten we volgend jaar gewoon samen weg,’ zegt hij zacht.

Ik glimlach door mijn tranen heen.

‘Misschien wel.’

En terwijl het vuurwerk weerkaatst in het water onder ons, vraag ik me af: hoeveel mensen durven echt te kiezen voor wat ze zelf willen – zelfs als dat betekent dat je anderen teleurstelt? Is het egoïstisch om trouw te blijven aan jezelf?