Na de bruiloft ontdekte ik dat mijn man alleen naar zijn moeder luistert: Mijn strijd om mezelf terug te vinden
‘Waarom moet je altijd alles met je moeder overleggen, Bas?’ Mijn stem trilde, maar ik probeerde vastberaden te klinken. Bas keek me niet aan. Zijn vingers trommelden zenuwachtig op de houten keukentafel, terwijl de geur van verse koffie zich mengde met de spanning in de lucht. ‘Het is gewoon… Ze bedoelt het goed, Sanne. Ze wil alleen maar helpen.’
Ik slikte. Ik had nooit gedacht dat mijn leven zo zou verlopen. Toen Bas en ik elkaar ontmoetten op een regenachtige vrijdagavond in Utrecht, voelde het alsof alles eindelijk op zijn plek viel. Hij was charmant, attent, en lachte om mijn flauwe grappen. Maar nu, drie maanden na onze bruiloft, voelde ik me een figurant in het toneelstuk van mevrouw Van Dijk.
Het begon onschuldig. ‘Waarom zouden jullie niet bij mij intrekken?’ had ze voorgesteld, haar stem honingzoet maar haar blik scherp. ‘Jullie kunnen geld sparen voor een eigen huis, en ik heb toch zoveel ruimte over sinds je vader er niet meer is.’ Bas keek me smekend aan. ‘Het is maar tijdelijk, Sanne. En je weet hoe graag ze gezelschap wil.’
Ik had een eigen appartement in Amersfoort, klein maar knus, met een balkon vol lavendel en een muur vol boeken. Maar ik liet me overhalen. Misschien uit liefde, misschien uit naïviteit. De eerste weken probeerde ik het te negeren: de manier waarop mevrouw Van Dijk altijd commentaar had op mijn kookkunsten (‘In mijn tijd deden we er wat meer zout bij’), of hoe ze Bas influisterde dat hij zijn sokken niet zo moest laten slingeren (‘Dat hoort niet in een net huis, jongen’).
Maar het werd erger. Elke beslissing – van wat we aten tot waar we op vakantie gingen – moest eerst langs haar. ‘Bas, heb je Sanne al verteld dat we dit jaar naar Texel gaan? Ik heb het huisje al geboekt.’ Ik stond erbij en keek ernaar.
Op een avond, toen Bas laat thuis was van zijn werk, zat ik met mevrouw Van Dijk aan tafel. Ze schonk thee in en keek me strak aan. ‘Je moet begrijpen, Sanne, Bas is altijd mijn jongen gebleven. Hij heeft het niet makkelijk gehad na het overlijden van zijn vader. Hij heeft mij nodig.’
‘Maar hij is nu getrouwd,’ fluisterde ik.
Ze glimlachte kil. ‘Dat betekent niet dat hij geen moeder meer heeft.’
Die nacht lag ik wakker naast Bas, luisterend naar zijn rustige ademhaling. Mijn gedachten tolden. Was ik jaloers? Overdreef ik? Of was dit echt niet normaal?
De volgende dag probeerde ik het met Bas te bespreken. ‘Ik voel me hier niet thuis,’ zei ik zachtjes terwijl ik mijn koffiekop vasthield als een schild.
Hij zuchtte diep. ‘Sanne, je weet hoe belangrijk ze voor me is. Kun je niet gewoon wat meer je best doen?’
Mijn hart brak een beetje.
De weken werden maanden. Mijn vrienden vroegen steeds minder vaak of ik meeging naar het terras of een wandeling door het park wilde maken. ‘Je hebt het vast druk met je schoonmoeder,’ grapte Marieke eens, maar haar blik was bezorgd.
Op een dag kwam ik thuis van mijn werk en vond ik mevrouw Van Dijk in onze slaapkamer, mijn kleding doorzoekend.
‘Wat doe je?’ vroeg ik geschrokken.
Ze keek niet op van mijn stapel truien. ‘Ik zoek die blauwe trui van Bas. Die zit altijd zo lekker bij hem.’
‘Dat is mijn trui,’ zei ik zacht.
Ze haalde haar schouders op. ‘Ach, jullie delen toch alles?’
Die avond barstte ik uit tegen Bas. ‘Dit kan zo niet langer! Ik voel me hier een indringer in mijn eigen leven!’
Hij keek me aan alsof hij me voor het eerst zag. ‘Sanne… Je weet dat ze het goed bedoelt.’
‘En wat bedoel jij dan? Wanneer ga jij eens voor mij kiezen?’
Hij zweeg.
De dagen daarna voelde alles als stroop: traag, plakkerig, verstikkend. Ik begon te twijfelen aan mezelf. Was ik ondankbaar? Te veeleisend? Maar elke keer als ik probeerde met Bas te praten, draaide hij weg of haalde zijn schouders op.
Op een zondagmiddag zat ik alleen op het balkon – mijn enige stukje vrijheid – toen Marieke belde.
‘San, waar ben je gebleven? Je klinkt zo anders.’
Ik slikte tranen weg. ‘Ik weet niet meer wie ik ben, Mariek.’
Ze zweeg even en zei toen: ‘Kom morgen naar mij toe. Je hoeft niks uit te leggen.’
Die nacht besloot ik dat er iets moest veranderen.
De volgende ochtend pakte ik mijn tas en liep zonder ontbijt de deur uit. Mevrouw Van Dijk riep nog iets over de was die gedaan moest worden, maar ik hoorde haar nauwelijks.
Bij Marieke voelde ik me voor het eerst in maanden weer licht. We dronken koffie en keken uit over de grachten van Utrecht.
‘Waarom laat je dit gebeuren?’ vroeg ze zacht.
Ik haalde mijn schouders op en voelde de tranen eindelijk stromen.
‘Omdat ik bang ben dat Bas mij verlaat als ik voor mezelf kies.’
Marieke pakte mijn hand vast. ‘En als jij jezelf verlaat?’
Die woorden bleven dagenlang in mijn hoofd echoën.
Toen ik die avond thuiskwam, zat Bas op de bank met zijn moeder naast zich. Ze keek triomfantelijk terwijl hij zei: ‘Mam vindt dat je je excuses moet aanbieden voor vanochtend.’
Ik keek hem aan – echt aankeek – en zag ineens hoe klein hij was geworden naast haar.
‘Bas,’ zei ik zacht maar vastberaden, ‘ik kan dit niet meer.’
Zijn ogen werden groot van schrik. ‘Wat bedoel je?’
‘Ik ga terug naar mijn eigen appartement.’
Mevrouw Van Dijk snoof minachtend. ‘Zie je wel, ze geeft het op.’
Maar deze keer liet ik me niet meer tegenhouden.
Het inpakken ging snel; veel had ik toch nooit echt uitgepakt hier. Terwijl ik de deur achter me dichttrok, hoorde ik Bas nog roepen: ‘Sanne! Wacht!’ Maar voor het eerst voelde ik geen schuld meer – alleen opluchting.
In mijn eigen appartement rook alles naar lavendel en vrijheid. Ik zette thee en belde Marieke.
‘Ik ben thuis,’ zei ik simpelweg.
De weken daarna waren moeilijk – Bas belde vaak, stuurde berichten vol spijt en beloften om te veranderen. Maar telkens als ik twijfelde, dacht ik aan die verstikkende sfeer in het huis van mevrouw Van Dijk en wist: dit was nodig.
Soms vraag ik me af of liefde genoeg is als iemand nooit echt voor jou kiest. Of je ooit echt gelukkig kunt zijn als je jezelf steeds kleiner maakt voor een ander.
Wat denken jullie? Is liefde soms niet genoeg als je jezelf verliest?