Een Onvergetelijke Verjaardag: De Prijs van Mijn Droom
‘Dus je kiest voor jezelf, mam?’ De stem van Daan trilt, zijn handen gebald op het tafelblad. Marieke kijkt strak naar haar kopje koffie, haar lippen samengeperst. Ik voel mijn hart bonzen in mijn borstkas, alsof het elk moment kan breken.
‘Daan, het is mijn zeventigste verjaardag. Ik wil één keer in mijn leven een groot feest geven. Is dat zo erg?’ Mijn stem klinkt zachter dan ik wil. Ik probeer krachtig te klinken, maar de twijfel knaagt aan me.
Hij schudt zijn hoofd, zijn ogen donker. ‘Weet je hoe graag wij die auto nodig hebben? Je weet dat Marieke zwanger is. We kunnen die oude Golf niet blijven rijden.’
Ik kijk naar Marieke’s buik, nog nauwelijks zichtbaar onder haar trui. Mijn eerste kleinkind. Natuurlijk wil ik helpen. Maar ik wil ook leven, nu het nog kan. ‘Jullie krijgen het geld niet,’ zeg ik zacht. ‘Dit keer kies ik voor mezelf.’
De stilte die volgt is ijzig. Buiten tikt regen tegen het raam van mijn rijtjeshuis in Amersfoort. Ik hoor de klok in de gang slaan: half negen ’s avonds. Een gewone dinsdag, maar niets zal ooit meer gewoon zijn.
Mijn hele leven heb ik gegeven. Aan Daan, aan zijn vader – God hebbe zijn ziel – aan de school waar ik werkte als juf, aan de buurtvereniging. Altijd stond ik klaar, altijd was er wel iemand die iets van me nodig had. Maar nu, op deze leeftijd, voel ik hoe de tijd door mijn vingers glipt als zand.
Het idee voor het feest kwam op een druilerige middag toen ik oude foto’s bekeek. Mijn moeder, haar handen vol taart en bloemen op haar zestigste. Mijn vader, dansend met zijn broers. Waar was mijn eigen grote moment? Waarom had ik altijd gewacht?
‘Weet je wat, mam?’ Daan staat op, zijn stoel schuift hard over de plavuizen vloer. ‘Als jij liever geld uitgeeft aan een feestje dan aan je familie…’
‘Daan!’ probeer ik nog, maar hij loopt al naar de gang. Marieke volgt hem zwijgend. De voordeur slaat dicht met een klap die door merg en been gaat.
De dagen daarna voelt mijn huis leeg aan. De uitnodigingen liggen klaar op tafel: vrienden uit de buurt, oude collega’s, zelfs mijn zusje uit Groningen komt. Maar Daan en Marieke reageren niet op mijn berichten. Ik zie hun gezichten voor me – teleurgesteld, boos.
Op de dag van het feest is het huis gevuld met stemmen en gelach. Er zijn bloemen, slingers en zelfs een bandje dat oude Nederlandse hits speelt. Mijn zusje geeft me een dikke knuffel. ‘Eindelijk doe je eens iets voor jezelf,’ zegt ze.
Toch voel ik me schuldig. Bij elk glas wijn dat wordt geheven, bij elk lied dat wordt gezongen, denk ik aan Daan en Marieke. Ik zie hun lege stoelen aan de eettafel.
Later op de avond sta ik buiten in de tuin, een glas prosecco in mijn hand. De lucht is koel, de geur van nat gras dringt mijn neus binnen. Mijn buurvrouw Anne komt naast me staan.
‘Je straalt,’ zegt ze glimlachend.
Ik haal mijn schouders op. ‘Misschien van buiten.’
Ze kijkt me onderzoekend aan. ‘Je mag ook kiezen voor jezelf, weet je? Je hebt genoeg gegeven.’
‘Maar wat als ik ze kwijtraak?’ fluister ik.
Anne legt haar hand op mijn arm. ‘Kinderen komen terug. Ze moeten leren dat jij ook een mens bent.’
Die nacht lig ik wakker in bed. De stemmen van het feest echoën na in mijn hoofd, maar ook Daans woorden: “Je kiest voor jezelf.” Is dat zo verkeerd? Ben ik egoïstisch? Of is het eindelijk tijd dat ik mezelf iets gun?
De weken daarna blijft het stil vanuit Daan en Marieke. Geen telefoontjes, geen bezoekjes. Ik stuur een kaartje als Marieke’s buik begint te groeien – geen antwoord.
Op een ochtend vind ik mezelf huilend aan de keukentafel. Ik mis ze zo verschrikkelijk dat het pijn doet in mijn botten. Ik pak de telefoon en bel Daan.
‘Mam?’ Zijn stem klinkt afstandelijk.
‘Daan…’ Mijn stem breekt. ‘Kunnen we praten?’
Er volgt een lange stilte. Dan zucht hij diep. ‘Misschien.’
We spreken af in een café in de stad. Het is druk; mensen lachen, drinken cappuccino’s, praten over vakanties naar Texel of de Veluwe.
Daan zit tegenover me, zijn gezicht gesloten.
‘Ik snap dat je teleurgesteld bent,’ begin ik voorzichtig. ‘Maar dit was belangrijk voor mij.’
Hij kijkt weg. ‘We hadden gewoon gehoopt dat je ons zou helpen.’
‘Ik heb altijd geholpen,’ zeg ik zachtjes. ‘Maar nu wilde ik één keer iets voor mezelf doen.’
Marieke komt erbij zitten, haar hand beschermend op haar buik.
‘We waren gewoon bang,’ zegt ze ineens zacht. ‘Bang dat we er alleen voor staan straks.’
Mijn hart breekt opnieuw – maar deze keer van begrip.
‘Jullie staan er niet alleen voor,’ beloof ik. ‘Ik ben er altijd geweest en zal er altijd zijn. Maar soms moet ik ook aan mezelf denken.’
Langzaam ontdooit de sfeer tussen ons. We praten over vroeger – over Daans eerste fiets, over vakanties naar Zeeland, over hoe we samen pannenkoeken bakten op regenachtige zondagen.
Als ik thuiskom die avond voel ik me lichter dan in weken.
De maanden verstrijken en als mijn kleindochter Lotte wordt geboren, sta ik als eerste naast Marieke’s bed in het ziekenhuis. Daan huilt als hij me omhelst.
‘Sorry mam,’ fluistert hij.
Ik glimlach door mijn tranen heen. ‘We leren allemaal nog steeds bij.’
Nu zit ik weer aan diezelfde keukentafel, kijkend naar foto’s van Lotte’s eerste lachje en denk na over alles wat gebeurd is.
Heb ik het juiste gedaan door eindelijk voor mezelf te kiezen? Of is liefde altijd geven zonder grenzen? Wat zouden jullie doen als je moest kiezen tussen je eigen geluk en dat van je familie?