Verloren Broederliefde: Hoe Mijn Broer Joshua Verdween in de Schaduw van Zijn Vrouw en Schoonmoeder
‘Waarom neem je nooit meer op, Joshua? Ik snap het niet…’ Mijn stem trilt als ik de voicemail inspreek, mijn vingers verkrampt om mijn telefoon. Buiten regent het zachtjes tegen het raam van mijn kleine appartement in Utrecht. Vroeger zou Joshua meteen teruggebeld hebben. Vroeger, toen we nog samen op de bank voetbal keken, chips etend en grappen makend over onze ouders. Maar dat was voordat Marieke in zijn leven kwam. En vooral: voordat haar moeder, mevrouw Van Dijk, zich overal mee ging bemoeien.
De eerste keer dat ik Marieke ontmoette, was op een verjaardag van onze moeder. Ze was vriendelijk, een beetje afstandelijk misschien, maar Joshua straalde. ‘Dit is haar,’ zei hij later die avond tegen mij, ‘de vrouw met wie ik oud wil worden.’ Ik lachte en sloeg hem op zijn schouder. ‘Als jij gelukkig bent, ben ik dat ook.’ Maar ergens voelde ik een knoop in mijn maag. Iets klopte niet.
Het begon klein. Joshua kwam minder vaak langs. ‘Marieke heeft migraine,’ zei hij dan. Of: ‘We moeten naar haar moeder in Amersfoort, ze voelt zich niet lekker.’ Onze moeder fronste haar wenkbrauwen. ‘Ze heeft wel vaak iets hè?’ fluisterde ze tijdens het eten. Mijn vader haalde zijn schouders op. ‘Laat die jongen toch.’
Maar het werd erger. Op een dag belde Joshua me opgewonden op. ‘We hebben een huis gekocht! In Amersfoort, vlakbij Marieke’s moeder.’ Ik probeerde blij te klinken. ‘Wat leuk voor jullie! Maar… zo ver weg?’ Hij lachte ongemakkelijk. ‘Ja, maar Marieke wil dicht bij haar moeder zijn. En zij helpt ons met alles.’
Vanaf dat moment voelde het alsof Joshua langzaam uit ons leven gleed. Hij kwam niet meer naar familie-etentjes. Als ik hem appte, kreeg ik korte antwoorden: ‘Druk, sorry.’ Of helemaal niets.
Op een gure zondagmiddag besloot ik onverwachts langs te gaan. Marieke deed open, haar blik koel. ‘Joshua is bezig met de tuin. Hij heeft geen tijd nu.’ Ik hoorde hem buiten schoffelen, maar ze hield de deur stevig vast. ‘Misschien kun je beter eerst bellen de volgende keer.’
Thuis vertelde ik het aan mijn ouders. Mijn moeder veegde een traan weg. ‘Ze houden hem bij ons vandaan,’ fluisterde ze. Mijn vader zuchtte diep. ‘Hij is volwassen, hij maakt zijn eigen keuzes.’ Maar ik zag de pijn in zijn ogen.
De maanden gingen voorbij. Op een dag kreeg ik een uitnodiging voor Joshua’s verjaardag – via Marieke. ‘We vieren het klein, alleen familie van onze kant,’ stond er in het berichtje. Ik belde Joshua meteen.
‘Waarom mogen wij er niet bij zijn?’ vroeg ik zacht.
‘Het is gewoon makkelijker zo,’ antwoordde hij, zijn stem vlak.
‘Makkelijker voor wie? Voor jou of voor Marieke?’
Hij zweeg even. ‘Ik wil geen ruzie.’
‘Maar je kiest nu wel heel duidelijk partij.’
‘Ik moet gaan,’ zei hij snel.
Ik gooide mijn telefoon op de bank en voelde tranen prikken achter mijn ogen. Hoe kon dit gebeuren? We waren altijd zo’n hechte familie geweest.
Op een avond zat ik met mijn moeder aan de keukentafel, de stilte zwaar tussen ons in.
‘Denk je dat hij ooit nog terugkomt?’ vroeg ze zacht.
Ik haalde mijn schouders op. ‘Ik weet het niet, mam.’
De weken werden maanden, en toen kwam het bericht waar we allemaal bang voor waren geweest: Joshua en Marieke verwachtten hun eerste kind – en wij hoorden het via Facebook.
Mijn moeder barstte in tranen uit toen ze het las. ‘Waarom belt hij niet gewoon? Waarom mogen wij hier geen deel van uitmaken?’
Ik besloot nog één keer te proberen contact te zoeken. Ik reed naar Amersfoort en stond voor hun deur met een knuffelbeer in mijn handen. Mevrouw Van Dijk deed open.
‘Wat kom jij doen?’ Haar stem was scherp.
‘Ik wil Joshua spreken.’
‘Hij heeft geen tijd voor jou. Je brengt alleen maar onrust.’
Ik voelde woede opborrelen.
‘U heeft geen recht om mij weg te sturen! Dit is mijn broer!’
Ze keek me minachtend aan.
‘Joshua kiest zelf waar hij wil zijn. Misschien moet je dat accepteren.’
Ik draaide me om en liep terug naar mijn auto, de knuffelbeer stevig tegen mijn borst gedrukt.
De maanden daarna hoorde ik niets meer van Joshua. Geen berichtje na de geboorte van zijn dochtertje Sophie, geen uitnodiging voor haar doop of verjaardag. Soms droomde ik dat we weer samen waren, lachend aan de keukentafel bij onze ouders thuis.
Op een dag kreeg ik een appje van een onbekend nummer: ‘Kunnen we praten? – Joshua’
Mijn hart sloeg over.
We spraken af in een café in Utrecht. Joshua zag er moe uit, ouder dan zijn 32 jaar.
‘Het spijt me,’ zei hij zacht.
‘Waarom laat je dit allemaal gebeuren?’ vroeg ik.
Hij keek naar zijn handen.
‘Marieke… ze heeft het moeilijk zonder haar moeder. En als ik kies voor jullie, krijg ik thuis alleen maar ruzie.’
‘Dus je offert ons op?’
Hij zweeg lang.
‘Ik weet niet wat ik moet doen.’
Ik voelde medelijden en woede tegelijk.
‘Je bent niet gelukkig, hè?’
Hij schudde zijn hoofd.
‘Maar ik kan haar niet laten vallen.’
We namen afscheid zonder echte oplossing. Thuis vertelde ik alles aan mijn ouders. Mijn moeder huilde stilletjes; mijn vader staarde zwijgend uit het raam.
Sindsdien is er weinig veranderd. Soms stuurt Joshua een kort berichtje: ‘Alles goed?’ Maar echte gesprekken blijven uit.
En zo zit ik hier nu, starend naar oude foto’s van ons samen als kinderen in de duinen van Scheveningen. Hoe kan liefde zo veranderen? Hoe kan één persoon zo’n kloof veroorzaken tussen broers die ooit onafscheidelijk waren?
Hebben jullie ooit iemand verloren aan een relatie? Wat zouden jullie doen als je broer of zus langzaam uit je leven verdwijnt?