De Dag Dat Alles Misging in de Blokker
‘Waarom moet je altijd alles meteen kopen, Sam?’ De stem van mijn moeder galmt nog na in mijn hoofd terwijl ik met trillende handen de kassabon bekijk. Het is zaterdagmiddag, regen tikt tegen het raam van de Blokker in het centrum van Amersfoort. Mijn jas is nog nat van de bui buiten, maar binnen is het warm en ruikt het naar schoonmaakmiddel en versgebakken stroopwafels van de kraam buiten.
Ik sta daar, midden in het gangpad tussen de blenders en de broodroosters, en voel me plotseling weer dat kleine meisje dat haar zakgeld te snel uitgaf aan snoep. ‘Je moet leren wachten, Samantha,’ zei mijn moeder altijd. Maar vandaag wilde ik niet wachten. Vandaag wilde ik gewoon iets voor mezelf kopen, iets wat mijn leven makkelijker zou maken.
‘Mevrouw, kan ik u helpen?’ vraagt een jonge verkoopster met een vriendelijk gezicht. Ze heet Femke, volgens haar naamkaartje. Ik glimlach flauwtjes en wijs naar de glimmende blender op de bovenste plank. ‘Die wil ik graag,’ zeg ik, zonder te aarzelen. Mijn hart bonkt in mijn keel. Het voelt als een overwinning, alsof ik eindelijk controle heb over mijn eigen keuzes.
Terwijl Femke de doos pakt en op de toonbank zet, hoor ik achter me het bekende geluid van mijn telefoon. Een appje van mijn zusje, Lisa: ‘Mam zegt dat je weer geld uitgeeft aan onzin. Kom je straks eten?’ Ik zucht diep. Waarom kan niemand gewoon blij voor me zijn?
Bij de kassa voel ik de ogen van de andere klanten in mijn rug prikken. Alsof ze allemaal weten dat ik te veel betaal voor iets wat ik misschien niet eens nodig heb. Maar ik negeer het, reken af en loop met opgeheven hoofd naar buiten. De regen is gestopt, maar de lucht blijft grijs.
Thuis zet ik de blender op het aanrecht. Ik maak een smoothie van banaan en aardbei, precies zoals in die Instagram-filmpjes die ik altijd kijk als ik niet kan slapen. Maar het smaakt anders dan ik had verwacht – bitterder, misschien door het schuldgevoel dat langzaam omhoog kruipt.
Die avond aan tafel is het stil. Mijn moeder kijkt me aan met die blik die alles zegt zonder woorden. ‘En? Ben je nu gelukkig?’ vraagt ze uiteindelijk. Haar stem is zacht, maar haar ogen streng.
‘Het is maar een blender, mam,’ probeer ik luchtig te zeggen.
‘Het gaat niet om die blender, Sam,’ zegt ze. ‘Het gaat erom dat je altijd denkt dat spullen je gelukkig maken.’
Lisa rolt met haar ogen en steekt een vork in haar aardappelpuree. ‘Laat haar toch gewoon,’ mompelt ze.
Ik voel tranen prikken achter mijn ogen, maar slik ze weg. ‘Jullie begrijpen het niet,’ zeg ik zachtjes.
Na het eten loop ik naar mijn kamer en scroll doelloos door mijn telefoon. Op Facebook zie ik een advertentie: “Mega Blender Sale – 50% korting bij Blokker, alleen dit weekend!” Mijn hart zakt in mijn schoenen. Precies dezelfde blender, nu voor de helft van de prijs.
Ik gooi mijn telefoon op bed en staar naar het plafond. Waarom gebeurt dit altijd bij mij? Waarom kan ik nooit eens geluk hebben?
De volgende ochtend besluit ik terug te gaan naar de winkel. Misschien kan ik mijn geld terugkrijgen of ruilen voor de goedkopere prijs. In de winkel staat een rij mensen bij de klantenservicebalie. Iedereen lijkt haast te hebben, iedereen lijkt gefrustreerd.
‘Sorry mevrouw,’ zegt de medewerker – dit keer een oudere man met een snor – ‘de actie geldt alleen voor nieuwe aankopen vanaf vandaag.’
‘Maar ik heb hem gisteren gekocht!’ protesteer ik.
Hij haalt zijn schouders op. ‘Regels zijn regels.’
Met gebogen hoofd loop ik terug naar huis. De blender voelt ineens loodzwaar in mijn tas.
Thuis wacht mijn moeder me op in de keuken. Ze zegt niets, maar zet een kop thee voor me neer.
‘Ik weet niet waarom ik altijd denk dat spullen alles beter maken,’ fluister ik uiteindelijk.
Ze legt haar hand op de mijne. ‘Misschien omdat je denkt dat je dan controle hebt over je leven,’ zegt ze zacht.
Ik kijk haar aan en zie voor het eerst het verdriet in haar ogen – niet om mij, maar om zichzelf misschien wel. Om alle keren dat zij ook dacht dat iets nieuws haar leven zou veranderen.
Lisa komt binnen met haar laptop onder haar arm. ‘Weet je wat echt helpt?’ zegt ze plotseling. ‘Samen iets maken. Niet kopen, maar doen.’
En zo staan we die middag samen in de keuken: Lisa snijdt fruit, mam leest een recept voor en ik bedien de blender – die nu ineens minder belangrijk lijkt dan het moment zelf.
Als we samen lachen om onze mislukte smoothie (te veel spinazie), voel ik iets wat geen enkele aankoop me ooit heeft gegeven: verbondenheid.
’s Avonds lig ik in bed en denk na over alles wat er gebeurd is. Was het echt zo erg om die blender te kopen? Of was het erger om te denken dat geluk te koop is?
Misschien draait het leven niet om perfecte aankopen of perfecte momenten, maar om imperfecte mensen die samen proberen er iets van te maken.
Hebben jullie dat ook wel eens gehad – dat je dacht dat iets je gelukkig zou maken, maar dat het uiteindelijk iets heel anders was? Wat betekent geluk eigenlijk voor jullie?