Mijn man, de vrek: Kun je houden van iemand die elke cent telt?

‘Moet je nou echt weer die dure kaas kopen, Sanne?’ Bart’s stem klinkt scherp door de keuken. Ik sta met het stuk oude kaas in mijn hand, mijn vingers trillen lichtjes. ‘Het is maar een paar euro duurder, Bart. En ik vind het gewoon lekker.’

Hij zucht diep, pakt het bonnetje uit mijn hand en bestudeert het alsof hij een geheime code probeert te kraken. ‘We moeten op de centen letten. Je weet dat de energierekening weer omhoog gaat.’

Ik knik, maar van binnen schreeuw ik. Hoe kan het dat geld altijd belangrijker is dan ik? Sinds onze verhuizing naar Amersfoort, nu acht jaar geleden, lijkt het alsof Bart alleen nog maar bezig is met besparen. Elke euro wordt gewogen, elke uitgave besproken. Zelfs onze vakanties zijn veranderd in een wedstrijdje wie het goedkoopst kan leven. Kamperen in de regen in Friesland, broodjes pindakaas als avondeten, en altijd die blik van afkeuring als ik iets extra’s wil.

Mijn moeder zegt altijd: ‘Sanne, je wist toch dat Bart zuinig was?’ Maar dit is geen zuinigheid meer. Dit is gierigheid. En het doet pijn. Vooral als ik zie hoe andere stellen samen genieten, uit eten gaan, een weekendje weg boeken zonder schuldgevoel.

‘Sanne, luister je wel?’ Bart kijkt me aan met die frons die ik zo goed ken. ‘We moeten echt gaan sparen voor de toekomst.’

‘Voor welke toekomst, Bart?’ Mijn stem breekt bijna. ‘Voor een toekomst waarin we alles ontzeggen? Waarin we alleen maar leven om geld te sparen?’

Hij zwijgt even, draait zich om en begint de vaatwasser uit te ruimen. Ik voel tranen prikken achter mijn ogen. Waarom kan hij niet zien dat ik meer nodig heb dan alleen financiële zekerheid?

Later die avond zit ik op de bank met mijn zus Marieke aan de telefoon. ‘Je moet echt met hem praten, San,’ zegt ze zacht. ‘Dit vreet je op.’

‘Ik heb al zo vaak geprobeerd,’ fluister ik terug. ‘Maar hij hoort me niet. Of hij wil me niet horen.’

Marieke zucht. ‘Misschien moet je hem laten schrikken. Zeg dat je zo niet verder wilt.’

Ik lach bitter. ‘En dan? Dan zegt hij dat ik ondankbaar ben. Dat ik niet zie hoeveel hij doet voor ons.’

De dagen erna probeer ik het gesprek te vermijden. Maar het geld blijft als een schaduw tussen ons hangen. Als ik boodschappen doe, voel ik zijn ogen in mijn rug. Als ik een nieuwe jurk wil kopen voor het jubileum van mijn ouders, durf ik het niet eens te vragen.

Op een avond zit ik aan tafel met Bart en onze dochter Lotte van twaalf. Ze vraagt: ‘Mama, mag ik op hockey?’

Bart kijkt meteen naar mij, zijn wenkbrauwen omhoog. ‘Hockey is duur, Lotte. Kun je niet beter op voetbal?’

Lotte’s gezicht betrekt. ‘Maar al mijn vriendinnen zitten op hockey…’

Ik voel woede opborrelen. ‘Laat haar nou gewoon op hockey gaan, Bart. Ze vraagt nooit iets.’

Hij schudt zijn hoofd. ‘We moeten keuzes maken.’

Lotte rent huilend naar haar kamer en ik blijf achter met een knoop in mijn maag.

Die nacht lig ik wakker naast Bart, die rustig ademhaalt alsof er niets aan de hand is. Mijn gedachten razen. Is dit het leven dat ik wil? Een leven waarin alles draait om geld?

De volgende ochtend besluit ik het gesprek aan te gaan.

‘Bart, we moeten praten,’ begin ik terwijl hij zijn koffie inschenkt.

Hij kijkt op, zichtbaar gespannen.

‘Ik trek dit niet meer,’ zeg ik zacht maar vastberaden. ‘Ik voel me gevangen in jouw zuinigheid. Het lijkt wel alsof geld belangrijker is dan wij.’

Hij zwijgt lang, staart naar zijn mok.

‘Ik doe dit voor ons,’ zegt hij uiteindelijk. ‘Voor onze zekerheid.’

‘Maar wat heb je aan zekerheid als je ondertussen alles kwijtraakt wat belangrijk is? Onze dochter is ongelukkig, ik ben ongelukkig…’

Zijn gezicht vertrekt even. ‘Je overdrijft.’

‘Nee, Bart,’ zeg ik fel. ‘Dit is geen leven meer voor mij.’

Er valt een ijzige stilte.

De weken daarna verandert er weinig. Bart probeert af en toe iets aardigs te doen – hij koopt bloemen bij de supermarkt (‘Ze waren in de aanbieding’), maar het voelt geforceerd.

Op een dag komt Lotte thuis met een uitnodiging voor een hockeytoernooi. Ze vraagt niets meer; ze weet inmiddels beter.

Ik kijk naar haar en voel iets breken in mij.

Die avond pak ik mijn koffers en ga met Lotte naar Marieke.

Bart belt me tientallen keren die nacht, maar ik neem niet op.

De volgende ochtend zit ik aan de keukentafel bij Marieke, terwijl Lotte haar ontbijt eet.

‘Wat ga je nu doen?’ vraagt Marieke voorzichtig.

Ik haal diep adem. ‘Ik weet het niet. Maar ik weet wel dat ik zo niet verder kan.’

Bart stuurt me lange berichten vol spijt en beloftes om te veranderen. Maar kan iemand echt veranderen als geld altijd op één staat?

Na weken van gesprekken – met Bart, met een relatietherapeut – besluit ik dat het genoeg is geweest.

We scheiden.

Het doet pijn, vooral voor Lotte. Maar langzaam komt er ruimte voor lucht en licht in ons leven.

Soms zie ik Bart nog bij het ophalen van Lotte. Hij oogt vermoeider dan ooit.

En toch vraag ik me af: Had ik meer geduld moeten hebben? Of is liefde pas echt mogelijk als je elkaar ziet – niet alleen als kostenpost?

Wat denken jullie? Kun je houden van iemand die elke cent telt? Of is geluk soms belangrijker dan zekerheid?