Mijn Man Dacht Dat Ik Nooit Zou Ontdekken Dat Hij De Helft Van Zijn Salaris Naar Zijn Moeder Stuurde

‘Waarom ruikt het hier naar leugens?’ dacht ik, terwijl ik Josephs jas van de kapstok pakte. Mijn handen trilden. Het was een gewone dinsdagavond in ons rijtjeshuis in Amersfoort, maar niets voelde nog gewoon. Joseph zat in de woonkamer, verdiept in zijn telefoon.

‘Joseph, kunnen we praten?’ Mijn stem klonk zachter dan ik wilde.

Hij keek op, zijn blik vluchtig. ‘Natuurlijk, Lieke. Wat is er?’

Ik slikte. ‘Waarom heb je je salarisstrookjes verstopt?’

Zijn gezicht verstarde. ‘Waar heb je het over?’

‘Doe niet zo,’ fluisterde ik. ‘Ik heb ze gevonden. En de bankafschriften. Elke maand gaat de helft van jouw salaris naar je moeder. Waarom?’

Hij stond op, zijn schouders gespannen. ‘Het is niet wat je denkt.’

‘Wat denk ik dan?’ Mijn stem brak. ‘Dat je mij vertrouwt? Dat we samen een toekomst bouwen? Of dat je moeder belangrijker is dan ik?’

Het was alsof de storm van onze trouwdag – die onverwachte, allesverwoestende bui waardoor het gemeentehuis zonder stroom zat – nooit was opgehouden. Ik had het als een teken moeten zien, maar ik wilde zo graag geloven in Josephs beloftes. In zijn zachte handen die de mijne vasthielden toen ik twijfelde. In zijn woorden: “Ik zal altijd voor je zorgen, Lieke.”

Maar nu voelde ik me verraden.

Joseph zuchtte diep en liet zich weer op de bank vallen. ‘Ze heeft het nodig, Lieke. Ze kan haar huur niet betalen sinds papa dood is.’

‘En wij dan?’ riep ik uit. ‘We sparen al maanden voor een eigen huis! Je weet hoe graag ik uit dit krappe huurappartement wil!’

Hij keek weg. ‘Ze is mijn moeder.’

Ik dacht aan de eerste keer dat ik Josephs familie ontmoette. Zijn moeder, Marijke, had me met een kille blik bekeken en alleen gevraagd: ‘En wat doe jij voor werk?’ Alsof mijn baan als basisschooljuf niet goed genoeg was. Zijn zusje, Sanne, had nauwelijks iets gezegd. Toch had ik mezelf wijsgemaakt dat ze me ooit zouden accepteren.

De weken na onze bruiloft waren zwaar geweest. De stroomstoring had alles in het honderd laten lopen: geen muziek, geen foto’s, alleen kaarslicht en ongemakkelijke stiltes. Mijn ouders hadden gefluisterd dat het ongeluk bracht, maar ik had gelachen en gezegd dat liefde alles overwint.

Nu voelde het alsof ik mezelf had voorgelogen.

‘Waarom heb je het niet verteld?’ vroeg ik zacht.

Joseph wreef over zijn gezicht. ‘Ik wilde je niet belasten. Je hebt al genoeg aan je hoofd met school en…’

‘En wat nog meer? Dat we geen geld hebben voor een vakantie? Dat ik elke maand moet puzzelen om rond te komen?’

Hij zweeg.

Die nacht lag ik wakker naast hem, luisterend naar zijn ademhaling die steeds zwaarder werd. Mijn gedachten tolden: Hoe lang zou dit al spelen? Waarom voelde ik me zo alleen in mijn eigen huwelijk?

De volgende ochtend besloot ik Sanne te bellen. Misschien kon zij me uitleggen waarom Joseph zich zo verantwoordelijk voelde voor hun moeder.

‘Lieke? Wat is er?’ klonk haar stem slaperig.

‘Sanne, kun je eerlijk tegen me zijn? Wist jij dat Joseph geld naar jullie moeder stuurt?’

Ze zweeg even. ‘Ja… Maar hij doet dat al sinds papa overleed. Mam kan het niet alleen.’

‘Maar waarom moet hij alles verzwijgen? Waarom mag ik niets weten?’

Sanne zuchtte. ‘Mam vertrouwt niemand meer sinds papa weg is. Ze denkt dat iedereen haar in de steek laat.’

Ik voelde tranen prikken achter mijn ogen. ‘Maar Joseph laat mij nu in de steek.’

Sanne zei niets meer.

Die dag op school kon ik me nauwelijks concentreren op de kinderen die hun rekensommen maakten of hun handen opstaken om te vertellen over hun weekend. Mijn hoofd zat vol met vragen waarop niemand antwoord leek te hebben.

’s Avonds probeerde Joseph te doen alsof er niets aan de hand was. Hij zette thee, vroeg hoe mijn dag was geweest, maar ik kon het niet meer opbrengen om te glimlachen.

‘We moeten praten,’ zei ik uiteindelijk.

Hij knikte langzaam.

‘Ik voel me buitengesloten,’ begon ik. ‘Alsof jij en je moeder een geheim delen waar ik nooit bij mag horen.’

Hij keek me aan met die blauwe ogen waar ik ooit voor gevallen was. ‘Het spijt me, Lieke. Echt waar.’

‘Waarom kan ze niet zelf werken? Waarom moet jij alles opofferen?’

Hij haalde zijn schouders op. ‘Ze is ziek… depressief sinds papa dood is.’

Ik dacht aan Marijke’s kille blik, haar afwijzing van mij als schoondochter. Had ze ooit geprobeerd mij te leren kennen? Of was ik altijd een indringer geweest?

De weken verstreken en de spanning groeide. Joseph bleef geld sturen, ondanks mijn smeekbedes om samen een oplossing te zoeken. We kregen steeds vaker ruzie; kleine dingen werden groot.

Op een avond kwam ik thuis en vond Joseph huilend aan de keukentafel.

‘Het spijt me zo,’ snikte hij. ‘Ik weet niet meer wat ik moet doen.’

Ik ging naast hem zitten en pakte zijn hand vast, maar voelde geen warmte meer.

‘Misschien moeten we hulp zoeken,’ stelde ik voor. ‘Voor jou, voor je moeder… voor ons.’

Hij knikte zwijgend.

We gingen samen naar een relatietherapeut, maar elke sessie draaide uit op verwijten en stiltes. Joseph kon niet kiezen tussen mij en zijn moeder – of misschien wilde hij dat niet.

Op een dag vond ik een briefje op tafel: “Lieke, ik ben bij mam. Ik weet niet wanneer ik terugkom.”

Mijn wereld stortte in.

Dagenlang dwaalde ik doelloos door het huis, luisterend naar het tikken van de klok en het geluid van regen tegen het raam – net als op onze trouwdag.

Mijn ouders kwamen langs; mijn moeder sloeg haar armen om me heen en fluisterde: ‘Je verdient beter dan dit.’

Langzaam begon ik weer adem te halen zonder pijn in mijn borstkas te voelen. Ik ging vaker wandelen door het park, sprak af met vriendinnen die me eraan herinnerden wie ik was vóór Joseph.

Na weken kwam Joseph terug, bleek en vermoeid.

‘Het spijt me,’ zei hij opnieuw.

Ik keek hem aan en wist dat er iets gebroken was wat nooit meer heel zou worden.

‘Misschien moeten we loslaten,’ fluisterde ik.

Hij knikte, tranen in zijn ogen.

Nu woon ik alleen in een klein appartement in Utrecht, met uitzicht op de Domtoren en de belofte van een nieuw begin. Soms vraag ik me af: Had ik eerder moeten luisteren naar mijn gevoel? Of is liefde altijd een sprong in het diepe?

Wat zouden jullie doen als je moest kiezen tussen familie en jezelf? Is loyaliteit aan bloed belangrijker dan eerlijkheid tegenover je partner?