De bruiloft waar ik niet voor werd uitgenodigd: Het verhaal van een moeder uit een Brabants dorp
‘Waarom, Sanne? Waarom heb je me niet uitgenodigd?’ Mijn stem trilt, zelfs al weet ik dat ze de telefoon niet zal opnemen. Het is al dagen stil aan haar kant. Ik staar naar het vergeelde fotolijstje op de keukentafel: Sanne als klein meisje, haar blonde haren in vlechten, haar ogen vol vertrouwen. Mijn hart doet pijn.
Het begon allemaal zo onschuldig. Ik was achttien toen ik zwanger raakte van Sanne. Haar vader, Jan, was een goede man, maar het leven in ons dorpje bij Den Bosch was nooit makkelijk. We hadden weinig geld, maar altijd genoeg liefde. Ik werkte als schoonmaakster bij de basisschool; Jan reed op de vrachtwagen. Sanne was ons zonnetje. Ze was slim, leergierig, altijd met haar neus in de boeken. ‘Jij gaat het verder schoppen dan wij,’ zei Jan vaak, terwijl hij haar over haar bol aaide.
Toen Sanne naar de universiteit in Utrecht mocht, was ik zo trots dat ik huilde. We spaarden elke cent voor haar kamer en boeken. De eerste maanden belde ze vaak. ‘Mam, het is hier zo anders! Iedereen praat netjes, niemand zegt “houdoe”.’ Ik lachte en zei dat ze gewoon zichzelf moest blijven.
Maar langzaam veranderde er iets. Ze kwam minder vaak thuis. Als ze kwam, klaagde ze over de geur van de koeienstal, over het eten dat ik maakte – ‘Mam, niemand eet hier nog stamppot.’ Ze lachte om mijn accent als haar nieuwe vriendinnen erbij waren. Op een dag hoorde ik haar zeggen: ‘Mijn ouders zijn gewoon simpele mensen van het platteland.’ Het stak als een mes.
Jan probeerde het te relativeren. ‘Ze is jong, Marijke. Ze schaamt zich niet voor ons, ze probeert gewoon bij die stadse mensen te horen.’ Maar ik voelde het anders. Alsof er een muur groeide tussen ons en onze dochter.
Toen Jan ziek werd – longkanker – was Sanne druk met haar stage bij een advocatenkantoor. Ze kwam niet naar huis toen hij stierf. ‘Het spijt me mam, ik kon echt niet weg,’ zei ze aan de telefoon. Ik huilde die nacht in mijn eentje in bed.
De maanden daarna probeerde ik haar te bereiken. Soms stuurde ze een appje: ‘Druk druk druk! Kom snel weer eens langs.’ Maar als ik vroeg wanneer, bleef het stil.
Totdat ik via via hoorde dat ze ging trouwen met Thomas, een jongen uit een rijke familie uit Amsterdam-Zuid. De hele straat sprak erover: ‘Heb je gehoord? Sanne van Marijke trouwt met zo’n advocaat!’
Ik wachtte op de uitnodiging. Elke dag keek ik in de brievenbus. Niets. Op een dag belde ik haar.
‘Sanne? Wanneer is je bruiloft?’
Ze zuchtte aan de andere kant van de lijn. ‘Mam… het is allemaal zo ingewikkeld. Thomas’ familie… het wordt klein gehouden. Alleen vrienden en directe familie.’
‘Maar wij zijn toch je familie?’
Ze zweeg lang. ‘Mam, ik wil geen drama op mijn bruiloft. Je begrijpt dat toch wel?’
Ik voelde mijn keel dichtknijpen. ‘Nee, Sanne. Dat begrijp ik niet.’
De dag van de bruiloft regende het pijpenstelen in het dorp. Ik zat alleen aan tafel met een kop slappe koffie en keek naar buiten, waar de koeien loom in de wei stonden. Mijn buurvrouw kwam langs met een taartje – ‘Voor jou, Marijke, omdat het vandaag toch een bijzondere dag is.’ Ik kon alleen maar huilen.
’s Avonds zag ik op Facebook foto’s van Sanne in een witte jurk, stralend naast Thomas en zijn keurige ouders. Geen spoor van ons dorp, geen spoor van mij.
De weken daarna leefde ik op de automatische piloot. De mensen in het dorp fluisterden achter mijn rug om: ‘Wat zou Marijke toch gedaan hebben dat Sanne haar niet wilde?’ Maar ik wist dat het niet aan mij lag.
Op een avond stond Sanne ineens voor de deur. Ze droeg een dure jas en haar haar zat perfect.
‘Mam…’
Ik keek haar aan, voelde woede en verdriet tegelijk opborrelen.
‘Waarom ben je hier?’
Ze slikte. ‘Ik… ik wilde uitleggen waarom ik jullie niet heb uitgenodigd.’
‘Omdat je je schaamt voor ons?’
Ze keek weg. ‘Het is niet zo simpel… Thomas’ ouders verwachten bepaalde dingen… Ik wilde niet dat ze zouden denken dat ik uit een arm gezin kom.’
‘Dus je hebt ons gewoon uitgewist? Alsof we nooit hebben bestaan?’
Ze begon te huilen. ‘Mam, ik weet niet hoe ik dit goed moet maken.’
Ik stond op en liep naar het raam. Buiten viel de regen zachtjes op het gras.
‘Je hoeft niks goed te maken,’ zei ik zachtjes. ‘Je hebt je keuze gemaakt.’
Ze bleef nog even staan, maar ging toen weg zonder iets te zeggen.
Nu zit ik hier alleen in mijn keuken en vraag me af: wat betekent familie nog als succes belangrijker wordt dan liefde? Hebben jullie ooit zoiets meegemaakt? Wat zou jij doen als je kind je zo afwees?