De Last van het Perfecte Cadeau: Mijn Familie, Mijn Angst
‘Heb je het bonnetje nog?’ vraagt mijn moeder, haar stem dun als een draadje. Ze draait het sjaaltje om in haar handen, haar mondhoeken trekken naar beneden. Ik voel mijn maag samenknijpen. Het is kerstavond, de kamer ruikt naar kaneel en dennennaalden, maar ik proef alleen de bittere smaak van falen.
‘Ja, mam,’ antwoord ik zacht. ‘Als je het niet mooi vindt, kun je het ruilen.’
Ze glimlacht flauwtjes, maar haar ogen glijden alweer naar de stapel cadeaus onder de boom. Mijn zus Marieke pakt haar cadeau uit – een handgemaakte mok van een lokale pottenbakker. Ze lacht, knuffelt onze moeder, en ik zie hoe haar ogen glanzen van trots. Natuurlijk weet Marieke altijd precies wat ze moet geven. Zij is de dochter die alles goed doet.
Ik trek mijn trui recht en probeer te glimlachen. Mijn vader schenkt zichzelf nog een glas wijn in en kijkt me even aan. ‘Ach jongen,’ zegt hij later in de keuken, ‘je moeder is gewoon moeilijk te pleasen. Maak je niet druk.’ Maar zijn blik zegt iets anders: teleurstelling, misschien zelfs schaamte.
Het is niet de eerste keer dat ik me zo voel. Al sinds mijn puberteit hangt er een sluier van ongemak over onze familiefeesten. Sinterklaas, verjaardagen, Pasen – altijd draait het om cadeaus, om verwachtingen, om het perfecte gebaar. En altijd ben ik degene die tekortschiet.
Ik herinner me die ene verjaardag, jaren geleden. Ik had maanden gespaard voor een zilveren ketting voor mijn moeder. Toen ze het doosje opendeed, trok ze haar wenkbrauwen op. ‘Oh… zilver. Je weet toch dat ik eigenlijk alleen goud draag?’ Ze lachte erbij, maar ik voelde hoe mijn wangen gloeiden van schaamte.
Sindsdien is het alleen maar erger geworden. Mijn zus lijkt moeiteloos te weten wat iedereen wil. Ze luistert naar hints, onthoudt kleine details, koopt kaartjes voor dat ene concert waar mijn vader het over had of een boek waar mijn moeder ooit een recensie van las. Ik daarentegen sta urenlang in de Bijenkorf te twijfelen tussen geurkaarsen en sjaals, tussen boeken en bonbons.
‘Waarom maak je je zo druk?’ vraagt mijn vriendin Sanne als ik weer eens klaag over het komende familiefeest. ‘Het gaat toch om het gebaar?’
‘Dat zeg jij,’ zucht ik. ‘Maar bij ons thuis is het nooit gewoon “het gebaar”. Het is altijd een soort competitie.’
Sanne lacht en schudt haar hoofd. ‘Misschien moet je gewoon eens iets geven wat jíj leuk vindt.’
Maar dat durf ik niet. De angst voor die teleurgestelde blik van mijn moeder zit te diep.
Op een dag besluit ik het anders aan te pakken. Ik schrijf een brief aan mijn moeder. Geen cadeau dit jaar, maar woorden – eerlijk en kwetsbaar. Ik vertel haar hoe moeilijk ik het vind om iets te kiezen wat haar blij maakt, hoe onzeker ik me voel tijdens deze dagen, hoe graag ik gewoon samen wil zijn zonder dat er iets verwacht wordt.
Op haar verjaardag geef ik haar de brief. Ze leest hem zwijgend aan tafel, terwijl Marieke haar alweer een prachtig ingepakt doosje overhandigt. Mijn hart bonkt in mijn keel.
Na een paar minuten kijkt ze op. Haar ogen zijn vochtig. ‘Dankjewel,’ zegt ze zacht. ‘Dit betekent veel voor me.’
Maar later die avond hoor ik haar tegen mijn vader fluisteren: ‘Ik snap het niet… waarom kan hij niet gewoon iets leuks bedenken?’
De weken daarna voel ik me verloren. Ik ontwijk familie-appjes, verzin smoesjes om niet langs te komen. Sanne probeert me op te beuren: ‘Je hebt je best gedaan. Meer kun je niet doen.’ Maar het voelt niet genoeg.
Tijdens Pasen zit ik weer aan tafel met de familie. De spanning is voelbaar; iedereen lijkt op eieren te lopen. Mijn moeder vraagt plotseling: ‘Waarom kom je zo weinig langs de laatste tijd?’
Ik slik en kijk naar mijn handen. ‘Omdat ik het gevoel heb dat ik altijd faal,’ zeg ik uiteindelijk. ‘Dat wat ik ook doe, nooit goed genoeg is.’
Er valt een stilte. Mijn vader schuift ongemakkelijk op zijn stoel. Marieke kijkt me verbaasd aan.
‘Dat is toch onzin,’ zegt ze uiteindelijk. ‘Je maakt het jezelf veel te moeilijk.’
Maar mijn moeder zegt niets. Ze staart naar haar bord.
Na het eten loop ik met Marieke naar buiten om even frisse lucht te halen.
‘Weet je,’ zegt ze zacht, ‘ik snap wel dat het lastig is met mama. Ze heeft altijd hoge verwachtingen gehad van ons allebei. Maar misschien moet je gewoon accepteren dat zij niet verandert.’
Ik knik, maar ergens doet haar nuchterheid pijn. Waarom lukt het haar wel om ermee om te gaan? Waarom voel ik me altijd zo klein in hun bijzijn?
De maanden verstrijken en langzaam begin ik afstand te nemen van de familiefeesten. Ik stuur kaartjes in plaats van cadeaus, bel soms even op verjaardagen maar kom zelden nog langs.
Op een dag belt mijn vader me op.
‘Je moeder mist je,’ zegt hij zonder omwegen.
‘Ik weet het,’ antwoord ik zacht.
‘Misschien moeten jullie eens echt praten.’
Ik aarzel lang voordat ik besluit om langs te gaan. Als ik uiteindelijk voor hun deur sta, voel ik dezelfde spanning als altijd.
Mijn moeder doet open en kijkt me aan met die bekende mengeling van liefde en teleurstelling.
‘Kom binnen,’ zegt ze.
We drinken koffie aan de keukentafel. Het gesprek blijft oppervlakkig tot ik uiteindelijk zeg: ‘Mam, waarom is het zo belangrijk voor je wat voor cadeau je krijgt?’
Ze kijkt me lang aan voordat ze antwoordt: ‘Omdat het laat zien dat je aan me denkt… dat je moeite doet.’
‘Maar mam,’ zeg ik zacht, ‘ik doe altijd moeite. Alleen weet ik nooit of het genoeg is.’
Ze zucht diep en pakt mijn hand vast.
‘Misschien verwacht ik inderdaad te veel,’ zegt ze dan eindelijk. ‘Misschien moet ik leren tevreden zijn met wat er is.’
Voor het eerst in jaren voel ik een sprankje hoop.
Toch blijft er iets knagen. Kan onze relatie ooit echt veranderen? Of blijf ik altijd zoeken naar goedkeuring die nooit helemaal komt?
Hebben jullie ook zulke familieconflicten? Hoe gaan jullie om met verwachtingen en teleurstellingen? Misschien ben ik niet de enige die zich soms zo verloren voelt.