Tussen Twee Vuren: Wanneer Mijn Moeder en Schoonmoeder Mijn Leven Beheersen

‘Waarom heb je gisteren niet gebeld, Jeroen? Je weet toch dat ik me zorgen maak als ik niets hoor!’ De stem van mijn moeder, Marijke, snijdt door de telefoon. Ik kijk naar Natalie, die haar ogen ten hemel slaat. Ze weet precies wat er nu gaat komen: een eindeloze klaagzang over hoe weinig aandacht ze krijgt sinds ik getrouwd ben.

‘Mam, ik had het druk op werk. En daarna zijn we bij Els geweest, je weet toch—’

‘Bij Els! Natuurlijk. Altijd Els. Alsof zij belangrijker is dan je eigen moeder.’

Ik zucht en wrijf over mijn voorhoofd. Natalie pakt mijn hand onder de tafel. ‘Laat haar maar even uitrazen,’ fluistert ze. Maar ik voel de spanning in mijn schouders trekken. Dit is niet de eerste keer dat ik tussen deze twee vrouwen in sta, en het zal zeker niet de laatste zijn.

Sinds Natalie en ik drie jaar geleden zijn getrouwd, is ons leven veranderd in een soort emotionele achtbaan. Mijn moeder en haar moeder – Els – lijken in een permanente strijd verwikkeld om wie het meeste recht heeft op onze tijd, onze aandacht, onze liefde. En het maakt niet uit hoeveel we proberen te verdelen; het is nooit genoeg.

Het begon allemaal onschuldig. Marijke wilde graag dat we elke zondag bij haar kwamen eten, zoals vroeger. Els vond dat onzin: ‘Jullie zijn nu getrouwd, jullie moeten ook tijd voor jezelf hebben. Maar als jullie willen komen, dan is zaterdag altijd welkom.’

Twee weekenden per maand bij de één, twee bij de ander – dat was het compromis. Maar al snel werd het ingewikkelder. Marijke belde elke dag, soms meerdere keren. ‘Heb je wel goed gegeten? Gaat het wel met Natalie? Je klinkt moe, Jeroen.’

Els was subtieler. Ze stuurde appjes: ‘Hebben jullie zin om morgen even langs te komen? Ik heb verse appeltaart gebakken.’ Of ze stuurde foto’s van haar hondje met de tekst: ‘Boris mist jullie!’

Natalie probeerde het luchtig te houden. ‘Ze bedoelen het goed,’ zei ze vaak. Maar ik zag hoe haar glimlach steeds vaker verdween als haar telefoon weer oplichtte met een bericht van haar moeder.

De echte problemen begonnen toen Natalie zwanger werd van onze dochter, Sophie. Plotseling wilden beide moeders overal bij betrokken zijn. Marijke wilde mee naar elke echo, Els wilde de babykamer inrichten. Ze spraken elkaar nauwelijks, maar via ons voerden ze een stille oorlog.

‘Ik wil niet dat Els alles bepaalt,’ zei Marijke op een dag fel aan de telefoon. ‘Jij bent mijn zoon, Jeroen. Sophie is ook míjn kleindochter.’

Els was niet minder uitgesproken: ‘Laat je moeder zich er niet teveel mee bemoeien, Nat. Jij moet doen wat goed voelt voor jou.’

Natalie barstte in tranen uit na weer zo’n dag vol telefoontjes en verwijten. ‘Waarom kunnen ze ons niet gewoon met rust laten?’ snikte ze.

Ik voelde me verscheurd. Mijn moeder had altijd alles voor me gedaan na de scheiding van mijn ouders; ze was mijn rots geweest. Maar Natalie was nu mijn gezin – zij en Sophie waren mijn toekomst.

De geboorte van Sophie bracht geen rust. Integendeel: het werd alleen maar erger. Marijke stond op de stoep met tassen vol babykleertjes en adviezen (‘Je moet haar niet te vaak oppakken, dan wordt ze verwend’), terwijl Els zich opdrong als oppas (‘Jullie moeten ook aan jezelf denken’).

Op een dag barstte de bom tijdens Sophie’s eerste verjaardag. We hadden beide families uitgenodigd in ons kleine huisje in Utrecht. De sfeer was gespannen vanaf het begin.

‘Heb je die taart zelf gebakken?’ vroeg Marijke met opgetrokken wenkbrauw aan Els.

‘Natuurlijk,’ antwoordde Els koel. ‘Jij had toch geen tijd?’

Natalie probeerde te sussen: ‘Mam, Els heeft echt haar best gedaan.’

Maar Marijke liet zich niet kalmeren. ‘Ik ben haar oma ook! Maar blijkbaar telt dat niet meer sinds Jeroen getrouwd is.’

Ik voelde mijn gezicht gloeien van schaamte en woede. ‘Kunnen jullie alsjeblieft ophouden?’ riep ik uit, harder dan ik bedoelde.

Er viel een ijzige stilte.

Na het feest was Natalie stil. Ze ruimde de slingers op zonder iets te zeggen. Toen Sophie eindelijk sliep, ging ze naast me zitten op de bank.

‘Jeroen,’ zei ze zacht, ‘ik trek dit niet meer. Ik voel me nergens meer thuis – niet bij jouw moeder, niet bij de mijne, zelfs niet hier.’

Ik wist niet wat ik moest zeggen. Alles wat ik probeerde leek het erger te maken.

De weken daarna werden we steeds afstandelijker naar elkaar toe. Natalie sliep soms op de logeerkamer omdat ze ‘even rust’ nodig had. Ik werkte langer door om maar niet thuis te hoeven zijn tussen alle spanningen.

Op een avond kwam ik thuis en vond Natalie huilend aan de keukentafel.

‘Ik heb met mam gepraat,’ zei ze schor. ‘Ze begrijpt het niet – ze zegt dat jij gewoon harder moet zijn tegen jouw moeder.’

Ik voelde woede opborrelen – op mijn moeder, op Els, maar vooral op mezelf omdat ik geen oplossing wist.

De volgende dag besloot ik met Marijke te praten.

‘Mam,’ begon ik voorzichtig toen ik haar bezocht in haar flatje in Amersfoort, ‘het gaat zo niet langer. Natalie en ik groeien uit elkaar door al die druk van jullie allebei.’

Marijke keek me gekwetst aan. ‘Dus nu is alles mijn schuld?’

‘Nee… Maar je moet begrijpen dat we ook ons eigen gezin zijn nu.’

Ze draaide zich om naar het raam en zei zacht: ‘Sinds jij weg bent voel ik me zo alleen, Jeroen… Jij was altijd alles voor mij.’

Mijn hart brak een beetje bij die woorden. Maar ik wist dat er iets moest veranderen.

Natalie en ik gingen in relatietherapie. Het was zwaar – oude wonden kwamen boven, verwijten werden uitgesproken die we lang hadden ingeslikt.

Langzaam leerden we grenzen te stellen. We spraken af dat we één keer per maand naar elke moeder zouden gaan – niet vaker tenzij er echt iets aan de hand was. We leerden nee zeggen tegen ongevraagde adviezen en schuldgevoelens.

Het ging niet zonder slag of stoot. Marijke bleef boos bellen (‘Jullie vergeten mij!’), Els bleef subtiel manipuleren (‘Ach ja, als jullie geen tijd hebben…’). Maar Natalie en ik vonden elkaar weer terug.

Soms kijk ik naar Sophie terwijl ze speelt in de tuin en vraag ik me af: hoe zal zij later terugkijken op haar familie? Zal ze begrijpen waarom haar ouders zo vaak moe waren? Zal ze weten hoeveel we van haar houden ondanks alle strijd?

Misschien is dat wel de grootste uitdaging van volwassen worden: leren kiezen voor jezelf zonder anderen te verliezen.

En soms vraag ik me af… Hoeveel offers moet je brengen voor familie? Wanneer mag je eindelijk kiezen voor je eigen geluk?