De geur van spijt: Hoe een doe-het-zelf luchtverfrisser mijn leven op z’n kop zette

‘Wat ruik ik nou weer?’ hoorde ik mijn zusje Sanne roepen vanuit de gang. Ik stond met trillende handen in de badkamer, starend naar het plastic bakje op de vensterbank. De geur die eruit opsteeg was allesbehalve fris. Eerder een mengeling van citroen, azijn en iets wat verdacht veel leek op natte hond.

‘Niks!’ riep ik terug, terwijl ik snel het raam openzette. Mijn hart bonsde in mijn keel. Waarom had ik gedacht dat een zelfgemaakte luchtverfrisser een goed idee was? Alles om die muffe, vochtige geur te verdrijven die al weken in onze kleine flat hing. Mam klaagde er elke dag over, en pap deed alsof hij het niet rook, maar trok stiekem zijn neus op als hij naar binnen liep.

‘Nina, serieus, wat ben je aan het doen?’ Sanne stond nu in de deuropening, haar neus opgetrokken. ‘Het stinkt hier nog erger dan eerst!’

Ik voelde mijn wangen gloeien. ‘Ik probeerde gewoon iets nieuws. Op internet stond dat azijn en citroen samen…’

‘Nou, dat werkt dus niet,’ onderbrak ze me bits. ‘Mam gaat flippen als ze dit ruikt.’

En inderdaad, nog geen uur later stond mam in de badkamer, haar handen in haar zij. ‘Nina! Wat heb je nu weer uitgespookt?’ Haar stem trilde van frustratie. ‘Het ruikt hier alsof er iets dood is gegaan.’

‘Ik wilde alleen maar helpen…’ probeerde ik zachtjes.

‘Je weet toch dat we binnenkort bezoek krijgen? Je oma komt logeren! Hoe moet ik dit uitleggen?’

Ik voelde tranen prikken achter mijn ogen. Altijd hetzelfde: wat ik ook doe, het is nooit goed genoeg. ‘Sorry mam,’ fluisterde ik, terwijl ik langs haar heen de badkamer uit vluchtte.

Die avond zat ik op mijn kamer, starend naar het plafond. Mijn telefoon trilde: een appje van Sanne. ‘Mam is echt boos. Ze zegt dat jij altijd alles erger maakt.’

Ik beet op mijn lip. Waarom moest alles altijd zo uit de hand lopen? Ik wilde gewoon helpen, laten zien dat ik ook iets kon bijdragen aan het huishouden. Maar elke poging draaide uit op chaos.

De volgende ochtend zat de spanning aan de ontbijttafel zo dik dat je hem kon snijden. Pap probeerde het te negeren door zijn krant extra luid om te slaan. Mam zuchtte bij elke hap yoghurt. Sanne keek me niet aan.

‘Misschien kunnen we gewoon een luchtverfrisser kopen bij de supermarkt,’ probeerde ik voorzichtig.

Mam keek me vernietigend aan. ‘Misschien kun je voortaan eerst overleggen voordat je iets doet.’

Ik voelde me kleiner worden met elke seconde die voorbijging.

Toen oma die middag arriveerde, was de geur gelukkig grotendeels verdwenen – dankzij urenlang luchten en een halve bus Glade die mam had leeggespoten. Maar de spanning bleef hangen als een onzichtbare mist.

Oma merkte het meteen op. ‘Wat is er toch aan de hand hier?’ vroeg ze tijdens het avondeten.

Niemand zei iets. Ik voelde haar blik op mij rusten.

Later die avond kwam ze mijn kamer binnen. Ze ging naast me zitten op het bed en pakte mijn hand vast.

‘Lieve Nina, wat is er gebeurd?’

Ik vertelde haar alles: hoe ik me altijd buitengesloten voelde, hoe ik zo graag wilde helpen maar altijd alles verkeerd deed.

Oma knikte begrijpend. ‘Weet je, vroeger maakte ik ook altijd van die blunders. Je moeder was precies zoals jij nu bent: koppig, vol goede bedoelingen, maar soms een beetje onhandig.’

Ik glimlachte flauwtjes. ‘Maar waarom doet ze dan zo boos?’

Oma zuchtte. ‘Omdat ze zich zorgen maakt. Ze wil dat alles perfect is voor mij, voor jullie allemaal. Maar soms vergeet ze dat fouten maken erbij hoort.’

Die nacht lag ik lang wakker. De woorden van oma spookten door mijn hoofd.

De volgende dag besloot ik het anders aan te pakken. In plaats van stiekem te experimenteren, vroeg ik mam of we samen naar de winkel konden gaan om een luchtverfrisser uit te zoeken.

Ze keek me even verbaasd aan, maar knikte toen langzaam. ‘Dat lijkt me een goed idee.’

In de winkel liepen we langs de schappen vol kleurrijke flesjes en sprays. Mam pakte er eentje op en rook eraan. ‘Deze ruikt lekker fris.’

Ik lachte voorzichtig. ‘Zullen we die nemen?’

Onderweg naar huis voelde ik voor het eerst in weken geen spanning meer tussen ons.

Die avond zaten we met z’n allen op de bank, oma erbij, Sanne giechelend naast me.

‘Dus,’ zei oma met twinkelende ogen, ‘wie van jullie durft er nog eens een doe-het-zelf project aan?’

Iedereen lachte – zelfs mam.

Soms denk ik terug aan die dag in de badkamer en voel ik nog steeds schaamte opborrelen. Maar misschien was het nodig om alles even te laten ontploffen voordat we elkaar weer echt konden horen.

Hebben jullie ook wel eens zo’n moment gehad waarop alles misging terwijl je alleen maar wilde helpen? Of ben ik de enige die haar goede bedoelingen soms zo dramatisch ziet ontsporen?