De Onthulling: Hoe Mijn Schoonzus Haar Zwangerschap Veinsde om Niet te Werken

‘Marleen, ik weet niet hoe ik het moet zeggen… maar ik ben zwanger.’

De woorden van Anouk galmden nog na in mijn hoofd terwijl ik haar aankeek. Ze stond in onze keuken, haar handen trillend om een mok thee. Buiten tikte de regen zachtjes tegen het raam, maar binnen voelde het alsof er een storm losbarstte. Mijn man, Erik, keek haar met grote ogen aan. ‘Zwanger? Maar… hoe dan? Je zei toch dat je de pil gebruikte?’

Anouk haalde haar schouders op en keek naar haar voeten. ‘Het is gewoon… gebeurd.’

Ik voelde een steek van jaloezie – Erik en ik probeerden al maanden zwanger te worden, zonder succes. En nu stond Anouk, zijn zus, in ons huis met dit nieuws. Maar ik slikte mijn gevoelens weg en probeerde begripvol te knikken. ‘Dat is… groot nieuws, Anouk. Weet je het zeker?’

Ze knikte heftig. ‘Ja. Ik heb een test gedaan. En… ik weet niet wat ik nu moet doen. Ik kan niet terug naar mijn appartement, niet met die vochtproblemen en schimmel. En werken… dat gaat nu ook niet meer.’

Erik legde een hand op haar schouder. ‘Je kunt hier blijven zolang je wilt, zusje. We lossen het samen op.’

Die avond lag ik wakker in bed. Er klopte iets niet. Anouk had altijd al een hekel gehad aan haar werk bij de supermarkt en klaagde vaak over haar kleine appartement in Utrecht. Maar zwanger? Ik probeerde mezelf tot rust te manen – misschien was ik gewoon jaloers.

De weken verstreken. Anouk bleef bij ons wonen, nam steeds meer ruimte in beslag in huis en deed nauwelijks nog iets in het huishouden. Ze lag vaak op de bank, Netflix aan, een hand op haar buik. ‘Ik moet rusten,’ zei ze dan als ik vroeg of ze wilde helpen met koken.

Op een dag kwam mijn moeder langs voor koffie. Ze keek Anouk onderzoekend aan en fluisterde later tegen mij: ‘Ze ziet er helemaal niet anders uit, Marleen. Ben je zeker dat ze zwanger is?’

Ik voelde me schuldig dat ik twijfelde aan Anouk, maar toch bleef het knagen. Op een ochtend besloot ik voorzichtig te informeren. ‘Anouk, wanneer heb je je eerste afspraak bij de verloskundige?’

Ze keek me even aan en wendde toen haar blik af. ‘Eh… volgende week pas. Ze hadden geen plek eerder.’

‘Zal ik met je meegaan?’ stelde ik voor.

‘Nee, hoeft niet,’ zei ze snel. ‘Ik red me wel.’

Die avond vertelde ik Erik over mijn twijfels. Hij werd boos. ‘Hoe kun je zoiets denken van mijn zus? Ze heeft het al moeilijk genoeg!’

Ik voelde me alleen staan, maar besloot toch door te zetten. Ik begon kleine dingen op te merken: Anouk dronk gewoon koffie, at rauwe vis tijdens sushi-avond en had geen ochtendmisselijkheid of andere klachten waarover vriendinnen altijd klaagden.

Op een dag vond ik in de badkamer een ongeopende zwangerschapstest in haar toilettas. Mijn hart bonsde in mijn keel. Waarom zou ze die nog hebben als ze al wist dat ze zwanger was?

Ik besloot haar te confronteren. Toen Erik naar zijn werk was en Anouk weer op de bank lag, ging ik naast haar zitten.

‘Anouk, kun je me alsjeblieft de waarheid vertellen? Ben je echt zwanger?’

Ze keek me aan met grote ogen, haar lip begon te trillen. ‘Waarom zou ik daarover liegen?’

‘Omdat je nooit naar de verloskundige gaat, omdat je geen symptomen hebt… omdat ik deze vond.’ Ik hield de zwangerschapstest omhoog.

Ze begon te huilen, dikke tranen rolden over haar wangen. ‘Ik… ik weet niet wat ik moet doen, Marleen! Ik ben niet zwanger, oké? Maar ik kon gewoon niet meer werken daar, en mijn huis is echt onleefbaar… Ik dacht dat als ik hier kon blijven tot ik iets anders vond…’

Mijn keel kneep dicht van woede en verdriet tegelijk. ‘Anouk! Je hebt ons voorgelogen! We hebben alles voor je gedaan!’

Ze snikte: ‘Het spijt me zo…’

Toen Erik thuiskwam en ik hem alles vertelde, barstte hij uit in woede. ‘Hoe kun je zoiets doen? Je bent mijn zus! We hadden je ook zonder die leugen geholpen!’

De weken daarna waren ijzig koud in huis. Anouk probeerde zich nuttig te maken, maar het vertrouwen was weg. Mijn moeder kwam vaker langs om te bemiddelen, maar het was alsof er een onzichtbare muur tussen ons stond.

Op een avond zat ik alleen in de tuin, starend naar de donkere lucht boven Amersfoort. Mijn gedachten tolden rond: had ik het anders moeten aanpakken? Had ik eerder moeten ingrijpen? Of was dit onvermijdelijk?

Anouk vond uiteindelijk een kamer via een vriendin en vertrok stilletjes op een regenachtige ochtend. Ze liet een briefje achter: ‘Sorry dat ik jullie pijn heb gedaan. Ik hoop dat jullie me ooit kunnen vergeven.’

Erik en ik praten er nog steeds weinig over. Het heeft iets kapotgemaakt tussen ons allemaal – iets wat misschien nooit meer helemaal heel wordt.

Soms vraag ik me af: hoeveel kun je verdragen van de mensen van wie je houdt? En waar trek je de grens tussen helpen en jezelf verliezen?

Wat zouden jullie doen als iemand zo dichtbij zo’n grote leugen vertelde?