De Onuitgesproken Woorden van Mijn Eerste Liefde
‘Waarom ben je eigenlijk gekomen, Eva?’ De stem van mijn zusje Marieke trilt, haar blik priemend in de mijne terwijl ze haar glas wijn stevig vasthoudt. Het geroezemoes van de reünie overstemt bijna haar woorden, maar ik hoor ze luid en duidelijk. Mijn hart bonkt in mijn keel. ‘Omdat ik het verleden niet langer wil ontwijken,’ fluister ik, meer tegen mezelf dan tegen haar.
De zaal is gevuld met gezichten die ooit zo vertrouwd waren. Vrienden van vroeger, leraren die nu oud en breekbaar lijken, en familieleden die ik jaren heb gemeden. Mijn ogen glijden over de menigte tot ze blijven hangen bij een man met zilvergrijs haar en een rechte houding. Zijn ogen zoeken de mijne, en in één seconde weet ik het zeker: Arjan. Mijn eerste liefde. De jongen die ooit alles voor me betekende, en die ik verloor door een keuze die niet eens de mijne was.
‘Eva?’ Zijn stem is zachter dan ik me herinner, maar nog steeds doordrenkt van warmte. ‘Het is lang geleden.’
Ik voel hoe mijn adem stokt. ‘Arjan…’ Meer krijg ik niet over mijn lippen. Mijn handen trillen als ik mijn glas neerzet. Marieke kijkt van mij naar hem, haar blik vol ongemak.
‘Ik laat jullie even alleen,’ mompelt ze en verdwijnt tussen de tafels.
Arjan glimlacht voorzichtig. ‘Je bent niets veranderd.’
‘Jij wel,’ zeg ik, terwijl ik zijn gezicht bestudeer. De rimpels rond zijn ogen verraden gelach, maar ook verdriet. ‘Of misschien ben ik degene die veranderd is.’
Hij knikt langzaam. ‘We zijn allemaal veranderd, Eva.’
Er valt een stilte tussen ons, gevuld met alles wat we nooit hebben uitgesproken. Ik denk terug aan die zomer in Utrecht, toen we samen op het gras lagen langs de Oudegracht, dromend over een toekomst die nooit kwam.
‘Waarom ben je weggegaan?’ vraag ik uiteindelijk, mijn stem breekbaar.
Hij kijkt weg, zijn vingers friemelend aan zijn trouwring. ‘Je vader… hij zei dat het beter was als ik je met rust liet. Dat jij iemand verdiende die meer kon bieden dan ik.’
De pijn van toen welt weer op, rauw en scherp. Mijn vader had altijd grote plannen voor mij gehad: rechten studeren in Amsterdam, trouwen met een nette jongen uit een goede familie. Arjan paste niet in dat plaatje – zoon van een alleenstaande moeder uit Overvecht, altijd op zoek naar bijbaantjes om rond te komen.
‘En jij luisterde naar hem?’ Mijn stem klinkt verwijtend, maar ik kan het niet tegenhouden.
Hij zucht diep. ‘Ik dacht dat het voor jou beter was. Ik wilde je niet in de weg staan.’
Ik voel tranen prikken achter mijn ogen. ‘Je had me moeten laten kiezen.’
Hij kijkt me aan, zijn blik vol spijt. ‘Dat weet ik nu ook.’
We zwijgen weer. Om ons heen klinkt gelach en muziek, maar voor mij bestaat alleen dit moment – deze ontmoeting waar ik jaren naar heb verlangd en tegelijk voor heb gevreesd.
‘Ben je gelukkig?’ vraagt hij zacht.
Ik denk aan mijn huwelijk met Daan – stabiel, veilig, maar zonder vuur. Aan onze kinderen, aan de avonden waarop we zwijgend naast elkaar op de bank zitten. ‘Soms,’ antwoord ik eerlijk. ‘En jij?’
Hij glimlacht flauwtjes. ‘Het leven is niet geworden wat ik had gehoopt. Maar ik heb geen spijt van wat ik heb gedaan… behalve van jou laten gaan.’
Zijn woorden snijden door me heen. Ik wil iets zeggen, hem aanraken, maar op dat moment komt mijn moeder aanlopen – haar gezicht strak van ongemak.
‘Eva, kun je even komen? Je vader wil je spreken.’
Ik knik en draai me om naar Arjan. ‘Blijf alsjeblieft…’
Hij knikt zwijgend.
Mijn vader staat bij het raam, zijn handen op zijn rug gevouwen zoals altijd als hij nerveus is.
‘Je praatte met Arjan,’ zegt hij zonder om te kijken.
‘Ja,’ antwoord ik koeltjes.
‘Ik deed wat ik dacht dat het beste was voor jou,’ zegt hij zacht.
Woede welt in me op. ‘Je hebt nooit gevraagd wat ík wilde.’
Hij draait zich om en kijkt me aan – voor het eerst zie ik spijt in zijn ogen. ‘Misschien heb ik fouten gemaakt.’
‘Misschien?’ Mijn stem breekt.
Hij legt zijn hand op mijn schouder, maar ik trek me terug. ‘Soms moet je mensen hun eigen keuzes laten maken, pap.’
Als ik terugloop naar de zaal is Arjan verdwenen. Paniek slaat toe – wat als dit mijn laatste kans was? Ik duw me door de menigte, zoekend naar zijn zilvergrijze haar.
Buiten op het terras vind ik hem uiteindelijk, starend naar de regen die zachtjes op de tegels tikt.
‘Ik dacht dat je weg was,’ zeg ik opgelucht.
Hij draait zich om en glimlacht droevig. ‘Ik kon niet weggaan zonder afscheid te nemen.’
We staan zwijgend naast elkaar, luisterend naar de regen en onze eigen ademhaling.
‘Denk je dat het anders had kunnen lopen?’ vraag ik uiteindelijk.
Hij haalt zijn schouders op. ‘Misschien. Maar we kunnen het verleden niet veranderen.’
Ik kijk hem aan – echt aankijken – en voel hoe iets in mij loskomt. Spijt, verdriet, maar ook dankbaarheid voor wat was.
‘Misschien moeten we leren leven met wat we hebben,’ zeg ik zacht.
Hij knikt en pakt voorzichtig mijn hand vast – even maar, dan laat hij los.
Als hij wegloopt blijf ik achter in de regen, nat tot op mijn huid maar lichter dan ooit tevoren.
Was dit closure? Of slechts het begin van nieuwe vragen? Wat zou jij doen als je je eerste liefde weer zou ontmoeten na al die jaren?