Dertig Jaar Liefde, Eén Nacht Vol Geheimen: Het Verhaal van Ela
“Hoe kon je dit doen, Mark?” Mijn stem trilde terwijl ik de koffers zag staan in onze hal. De geur van zijn aftershave hing nog in de lucht, vermengd met het scherpe aroma van vers gezette koffie. Mark keek me niet aan. Zijn blik was gefixeerd op de vloer, alsof hij daar de moed probeerde te vinden die hij nodig had om te vertrekken.
“Ela, ik… Ik kan niet meer. Het spijt me.” Zijn stem was zacht, bijna onhoorbaar.
Ik voelde hoe mijn hart in duizend stukjes brak. Dertig jaar samen, drie kinderen grootgebracht in ons huis in Amersfoort, talloze vakanties aan de Zeeuwse kust, eindeloze avonden samen op de bank. En nu dit.
“Is het iemand anders?” vroeg ik, al wist ik het antwoord diep vanbinnen al.
Hij knikte. “Het is Marleen.”
Marleen. Mijn jeugdvriendin. De vrouw met wie ik als kind hutten bouwde in het bos, met wie ik stiekem sigaretten rookte achter de school, met wie ik samen naar concerten ging in TivoliVredenburg. Mijn keel kneep dicht.
“Hoe lang al?”
Mark zuchtte diep. “Een jaar.”
Een jaar. Dus al die tijd dat ik dacht dat onze relatie gewoon in een sleur zat, dat we elkaar misschien weer moesten vinden, was hij haar aan het vinden. Ik voelde me misselijk worden.
De dagen daarna verliepen in een waas. Mijn kinderen – Joris, Femke en Lotte – kwamen langs, hun gezichten gespannen en vol ongeloof. Joris was boos, Femke huilde en Lotte probeerde iedereen te troosten, zoals altijd.
“Hoe kon je dit niet merken, mam?” vroeg Joris op een avond terwijl we aan de keukentafel zaten.
“Ik weet het niet,” fluisterde ik. “Misschien wilde ik het niet zien.”
De stilte die volgde was oorverdovend. Buiten tikte de regen tegen het raam; binnen voelde alles koud en leeg.
De weken werden maanden. Mark trok bij Marleen in, in haar huis aan de rand van Soest. De kinderen wisselden hun bezoekjes af tussen ons tweeën, maar het voelde nooit meer hetzelfde. Mijn moeder belde elke dag – haar stem bezorgd, haar adviezen goedbedoeld maar vaak pijnlijk.
“Je moet verdergaan, Ela,” zei ze steeds weer. “Je bent nog jong.”
Maar hoe ga je verder als je hele leven ineens op losse schroeven staat? Ik voelde me verloren in mijn eigen huis, tussen de foto’s aan de muur en de herinneringen die nu allemaal een bittere nasmaak hadden gekregen.
Op een avond, toen ik door oude fotoalbums bladerde op zolder, viel er een envelop uit een van de boeken. Mijn naam stond erop, in het handschrift van mijn vader – hij was overleden toen ik twintig was.
Met trillende handen opende ik de envelop. Er zat een brief in:
‘Lieve Ela,
Als je dit leest, ben ik er waarschijnlijk niet meer. Er zijn dingen die je moet weten over onze familie, over wie je bent en waar je vandaan komt. Ik heb altijd geprobeerd je te beschermen, maar misschien is het tijd dat je zelf de waarheid ontdekt.’
Mijn hart bonsde in mijn keel. Wat bedoelde hij? Welke waarheid?
De dagen daarna kon ik nergens anders aan denken. Ik besloot mijn moeder te confronteren.
“Mam,” begon ik voorzichtig tijdens een kopje thee in haar kleine appartement in Utrecht, “wat bedoelde papa met ‘de waarheid’ over onze familie?”
Ze verstijfde zichtbaar en zette haar kopje neer met een trillende hand.
“Dat is oud zeer, Ela,” zei ze zacht. “Sommige dingen zijn beter om te laten rusten.”
Maar ik kon het niet laten rusten. Niet nu alles toch al op losse schroeven stond.
Ik begon te graven in oude documenten, sprak met verre familieleden die ik al jaren niet had gezien. Langzaam ontvouwde zich een verhaal dat mijn wereld opnieuw deed schudden: mijn vader had een affaire gehad met een vrouw uit het dorp waar we vroeger woonden – en daaruit was een kind geboren.
Een halfzus. Ze heette Iris en woonde in Groningen.
Ik wist niet wat ik moest voelen: woede? Verdriet? Nieuwsgierigheid? Alles tegelijk misschien.
Na weken twijfelen besloot ik haar op te zoeken. Ik reed op een regenachtige zaterdag naar Groningen, mijn handen klam om het stuur.
Iris bleek een warme vrouw van mijn leeftijd, met dezelfde groene ogen als ik. We praatten urenlang in haar kleine woonkamer vol planten en boeken.
“Ik heb altijd geweten dat er iets niet klopte,” zei ze zacht. “Maar niemand wilde praten.”
We lachten om de gelijkenissen tussen ons – dezelfde lach, dezelfde manier van praten – en huilden om alles wat we gemist hadden.
Toen ik terugreed naar huis voelde ik me lichter dan ik me in maanden had gevoeld. Alsof er eindelijk ruimte was gekomen voor iets nieuws.
Maar thuis wachtte een nieuwe verrassing: Lotte zat op me te wachten met betraande ogen.
“Mam… Ik weet niet hoe ik dit moet zeggen,” begon ze aarzelend. “Maar… Ik ben zwanger.”
Mijn hoofd tolde. Alles kwam tegelijk: het verlies van Mark, de ontdekking van Iris, nu dit nieuws van Lotte.
“Van wie?” vroeg ik voorzichtig.
“Van Bas,” fluisterde ze. Bas was haar ex-vriend – ze waren uit elkaar gegaan omdat hij naar Australië was verhuisd voor zijn werk.
“Hij weet het nog niet,” zei Lotte zachtjes.
Ik sloeg mijn armen om haar heen en voelde hoe we samen huilden – om alles wat verloren was gegaan en alles wat nog moest komen.
In de weken daarna probeerde ik er voor Lotte te zijn zoals zij altijd voor mij was geweest. We praatten veel, maakten lange wandelingen door het bos bij Lage Vuursche en droomden samen over de toekomst van haar kindje.
Langzaam vond ik mezelf terug – niet als vrouw van Mark, niet als dochter van mijn ouders, maar als Ela: moeder, zus, vriendin.
Op een dag stond Mark ineens weer voor de deur. Hij zag er ouder uit dan ooit.
“Ik heb spijt,” zei hij simpelweg.
Ik keek hem aan en voelde geen woede meer – alleen verdriet om wat geweest was en opluchting dat ik nu eindelijk mezelf mocht zijn.
“Het is goed zo,” zei ik zachtjes.
Nu zit ik hier aan mijn keukentafel, kijkend naar de foto’s van mijn kinderen en denkend aan Iris in Groningen. Mijn leven is niet geworden wat ik dacht dat het zou zijn – maar misschien is dat juist goed.
Hebben jullie ooit zo’n onverwachte wending meegemaakt? Hoe ga je verder als alles wat je kende ineens anders blijkt te zijn?