Help! De dochter van mijn vriend zorgt voor drama thuis

‘Waarom is Sophie hier weer, Mark? We hadden toch afgesproken dat ze alleen in het weekend zou komen?’ Mijn stem trilt, maar ik probeer kalm te blijven. Mark kijkt me vermoeid aan, zijn handen diep in zijn zakken. ‘Ze had ruzie met haar moeder, Lieke. Wat moest ik dan doen? Haar buiten laten staan?’

Ik voel de spanning in mijn borst groeien. Sinds ik met Mark samenwoon, lijkt het alsof zijn dochter Sophie overal tussenkomt. Ze is vijftien, koppig en slim, en weet precies hoe ze haar vader om haar vinger moet winden. Toen we besloten samen te gaan wonen in Utrecht, hadden we duidelijke afspraken gemaakt: Sophie zou alleen in het weekend bij ons zijn. Door de week zou ze bij haar moeder blijven, zodat wij ook aan onze relatie konden werken. Maar de realiteit is anders.

‘Het is niet dat ik haar niet mag,’ probeer ik, terwijl ik mijn stem zachter maak. ‘Maar het voelt alsof onze afspraken niets meer waard zijn.’

Mark zucht diep en loopt naar het raam. Buiten regent het zachtjes; de druppels tikken ritmisch tegen het glas. ‘Ze heeft het moeilijk, Lieke. Haar moeder en ik… We maken het haar niet makkelijk.’

Ik weet dat hij gelijk heeft. Maar elke keer als Sophie onverwacht binnenkomt, voel ik me een indringer in mijn eigen huis. Ze laat haar spullen slingeren, commandeert de afstandsbediening en kijkt me aan alsof ík degene ben die hier niet thuishoort.

Die avond lig ik wakker in bed. Ik hoor Sophie lachen op de gang terwijl ze met Mark een film uitzoekt. Mijn maag draait zich om van jaloezie en schuldgevoel. Ben ik zo’n slecht mens dat ik mijn eigen rust wil beschermen? Of ben ik gewoon eerlijk over mijn grenzen?

De volgende ochtend schuif ik aan bij het ontbijt. Sophie zit al aan tafel, haar telefoon in haar hand, oortjes in. Mark schenkt koffie in en probeert luchtig te doen. ‘Wil je ook een broodje, Lieke?’

‘Nee, dankje.’ Mijn stem klinkt scherper dan bedoeld. Sophie kijkt op, rolt met haar ogen en mompelt: ‘Gezellig weer.’

Ik voel hoe mijn gezicht warm wordt. ‘Sophie, kunnen we misschien even praten?’

Ze haalt haar schouders op en volgt me naar de gang. ‘Wat is er?’

‘Ik wil gewoon dat we ons allemaal aan de afspraken houden,’ zeg ik zacht. ‘Het is voor iedereen beter als er duidelijkheid is.’

Ze kijkt me aan met die blik die pubers zo goed beheersen – een mengeling van minachting en verdriet. ‘Jij snapt er niks van,’ zegt ze uiteindelijk. ‘Papa zegt altijd dat ik welkom ben.’

‘Dat ben je ook,’ probeer ik, maar ze draait zich al om en loopt terug naar de keuken.

Mark komt achter me aan. ‘Wat zei je tegen haar?’

‘Gewoon… dat we ons aan de afspraken moeten houden.’

Hij zucht weer – die diepe zucht die ik inmiddels zo goed ken. ‘Je moet wat flexibeler zijn, Lieke. Ze zit in een moeilijke fase.’

‘En wij dan? Onze relatie? Wanneer zijn wij aan de beurt?’ Mijn stem breekt bijna.

De dagen verstrijken en Sophie blijft vaker slapen dan ooit tevoren. Mijn vrienden merken dat ik steeds stiller word. Op een avond zit ik met mijn beste vriendin Sanne op een terras aan de Oudegracht.

‘Je moet voor jezelf opkomen,’ zegt ze terwijl ze aan haar wijn nipt. ‘Dit is jouw huis ook.’

‘Maar als ik te streng ben, raak ik Mark misschien kwijt…’

Sanne schudt haar hoofd. ‘Als hij echt van je houdt, begrijpt hij jouw kant ook.’

Ik neem haar woorden mee naar huis, maar durf er niets mee te doen. De spanning tussen mij en Mark groeit met de dag. We praten minder, slapen verder uit elkaar.

Op een avond komt Sophie huilend thuis. Haar moeder heeft een nieuwe vriend en Sophie voelt zich verraden. Mark troost haar, slaat zijn armen om haar heen.

Ik sta in de deuropening en voel me machteloos. Ik wil haar troosten, maar weet niet hoe. Ze kijkt me aan met betraande ogen en zegt: ‘Jij snapt niet hoe het is om je gezin kwijt te raken.’

Die woorden raken me dieper dan ik wil toegeven. Want ergens heeft ze gelijk: ik ben nooit gescheiden, heb nooit hoeven kiezen tussen ouders.

Later die nacht zit ik alleen op de bank. Mark komt naast me zitten.

‘Het spijt me,’ zegt hij zacht. ‘Ik weet dat dit niet makkelijk voor je is.’

‘Ik wil er voor jullie zijn,’ fluister ik. ‘Maar soms voelt het alsof er geen plek voor mij is.’

Hij pakt mijn hand vast. ‘We vinden wel een manier.’

Maar hoe? Hoe vind je balans tussen liefde voor je partner en respect voor jezelf? Hoe zorg je ervoor dat iedereen zich thuis voelt zonder jezelf te verliezen?

Soms vraag ik me af: hoeveel kun je geven voordat je jezelf kwijtraakt? Wat zouden jullie doen als je in mijn schoenen stond?