Help! Ik heb spijt dat ik de koppelaarster van mijn zoon heb gebeld
‘Waarom neemt hij nou niet op? Het is al de derde dag!’ Mijn vingers trillen terwijl ik opnieuw het nummer van mijn zoon, Daan, intoets. Weer geen gehoor. Mijn hart bonkt in mijn keel. Ik staar naar de regen die tegen het raam slaat, de grijze lucht weerspiegelt mijn stemming.
‘Mam, je moet je niet zo druk maken,’ zei mijn dochter Lotte gisteren nog. ‘Daan is volwassen, hij redt zich wel.’ Maar Lotte begrijpt het niet. Daan is altijd al gevoelig geweest, een dromer. Sinds zijn vader drie jaar geleden overleed, is hij steeds meer in zichzelf gekeerd. En nu, nu hij eindelijk via die koppelaarster – mevrouw Van der Meer – een leuke vrouw heeft ontmoet, hoopte ik dat het beter met hem zou gaan.
Maar drie dagen radiostilte? Dat is niets voor hem. Mijn gedachten razen: wat als er iets is gebeurd? Wat als hij weer in een depressie is geraakt? Of erger…
Ik pak mijn telefoon en zoek het nummer van mevrouw Van der Meer op. Mijn hart bonkt nog harder. ‘Niet doen, Marjan,’ fluister ik tegen mezelf. Maar de angst wint het van het verstand.
‘Met Van der Meer.’ Haar stem klinkt opgewekt.
‘Eh… goedemiddag, u spreekt met Marjan de Vries, de moeder van Daan.’
‘Ah, mevrouw De Vries! Wat kan ik voor u doen?’
Ik slik. ‘Ik… eh… ik maak me een beetje zorgen. Daan neemt zijn telefoon niet op en… nou ja, u weet misschien of alles goed gaat?’
Er valt een korte stilte aan de andere kant van de lijn. ‘Ik begrijp uw bezorgdheid, maar ik kan u daar helaas niets over vertellen. Privacy, u weet wel.’
‘Natuurlijk, natuurlijk…’ stamelde ik. ‘Sorry dat ik u lastigval.’
‘Geen probleem, mevrouw De Vries. Fijne dag verder.’
Als ik ophang, voel ik me misselijk. Wat heb ik gedaan? Daan zou zich doodschamen als hij wist dat ik zijn koppelaarster heb gebeld. Alsof hij een klein kind is dat niet voor zichzelf kan zorgen.
Die avond lig ik wakker in bed. Mijn man zou nu zeggen: ‘Je moet hem loslaten, Marjan.’ Maar hoe doe je dat als moeder? Hoe laat je je kind los als je bang bent dat hij verdrinkt?
De volgende ochtend gaat de bel. Mijn hart slaat over. Zou het…? Ik haast me naar beneden en open de deur.
Daan staat daar. Zijn haar nat van de regen, zijn ogen rood.
‘Mam… kunnen we praten?’
Ik knik en laat hem binnen. In de keuken zet ik thee terwijl hij zwijgend aan tafel zit.
‘Het spijt me dat ik niet heb gebeld,’ zegt hij uiteindelijk zachtjes.
‘Ik maakte me zorgen,’ fluister ik terug.
Hij kijkt me aan, zijn blik breekt mijn hart. ‘Mam… waarom heb je Van der Meer gebeld?’
Mijn wangen kleuren rood. ‘Ik… ik wist niet wat ik moest doen. Je nam niet op en…’
Hij zucht diep. ‘Mam, ik ben geen kind meer. Dit… dit maakt het alleen maar moeilijker voor mij.’
Er valt een pijnlijke stilte.
‘Het ging niet goed met mij,’ zegt hij dan. ‘Die date… het was niks. Ik voelde me zo alleen daarna. Maar als jij dan ook nog achter mijn rug om mensen gaat bellen…’
Mijn ogen vullen zich met tranen. ‘Het spijt me zo, Daan.’
Hij knikt langzaam. ‘Ik weet dat je het goed bedoelt. Maar je moet me laten gaan, mam. Echt laten gaan.’
Die woorden snijden dieper dan ik had verwacht.
De dagen daarna voel ik me verloren in mijn eigen huis. Lotte komt langs en vindt me huilend op de bank.
‘Mam, je hebt altijd alles voor ons gedaan,’ zegt ze zachtjes terwijl ze mijn hand vasthoudt. ‘Maar misschien moet je nu iets meer aan jezelf denken.’
Ik kijk haar aan en vraag: ‘Hoe doe je dat dan? Hoe laat je los zonder te breken?’
Ze glimlacht verdrietig. ‘Misschien door te vertrouwen dat het goedkomt, zelfs als het even niet goed voelt.’
’s Nachts lig ik wakker en denk aan Daan als kleine jongen, hoe hij altijd zijn hand in de mijne legde als we overstaken bij het zebrapad in Utrecht. Nu moet ik hem loslaten, hem laten oversteken zonder mij.
Een week later belt Daan zelf.
‘Mam?’
‘Ja?’
‘Zullen we samen wandelen in het park?’
We lopen zwijgend naast elkaar door het Wilhelminapark. De lucht is fris en helder na al die regen.
‘Ik snap nu waarom je het deed,’ zegt hij ineens. ‘Maar beloof me dat je me voortaan vertrouwt.’
Ik knik en veeg een traan weg.
‘Ik beloof het.’
We kijken samen naar de eenden in de vijver.
Nu zit ik hier en schrijf dit verhaal op, hopend dat andere moeders – of vaders – zich hierin herkennen. Hebben jullie ook weleens iets gedaan uit angst of liefde waar je later spijt van kreeg? Hoe leer je loslaten zonder jezelf te verliezen?
Lieve mevrouw….
In uw geval…zou ik net hetzelfde doen….Los laten is heel moeilijk …zelfs als je weet dat je eigenlijk verkeerd bezig bent….Maar dan denk ik …is dit geen bevestiging dat we goede moeders zijn….dat we alles zouden doen voor onze kinderen? Dat we zot worden van ongerustheid…dat er toch maar niets gebeurd is…
En hoe lang duurt het om een berichtje naar ons te sturen….gewoon met ..alles ok! ….en we zouden gerustgesteld zijn….