Ik zei tegen mevrouw Van Dijk dat ik niet langer haar loopjongen kon zijn: De waarheid die ik te lang heb verzwegen

‘Je kunt toch wel even boodschappen voor me doen, Anneke? Je weet dat mijn knieën het niet meer doen.’

De stem van mevrouw Van Dijk galmde door mijn kleine halletje. Ik stond met mijn jas nog aan, sleutels in de hand, klaar om eindelijk naar mijn werk te gaan. Mijn zoon Bram had net zijn boterham met pindakaas laten vallen en mijn dochter Lotte stond te huilen omdat haar lievelingsshirt nog nat in de wasmachine lag. Mijn hoofd tolde. Hoe vaak had ik dit al niet gedaan? Even snel naar de supermarkt voor haar, even haar post halen, even haar rollator uit de schuur trekken. Altijd ‘even’. Maar vandaag voelde het anders. Vandaag voelde ik een brok in mijn keel.

‘Mevrouw Van Dijk…’ begon ik, maar mijn stem trilde. Ze keek me aan met die bekende blik – een mengeling van verwachting en lichte ergernis. ‘Ik… Ik kan vandaag echt niet. Het spijt me.’

Ze snoof. ‘Ach, Anneke, je weet toch hoe moeilijk het voor mij is. Marloes komt nooit. Jij bent de enige die ik heb.’

Die zin sneed door me heen. Want het was waar. Haar dochter Marloes kwam inderdaad zelden uit Amsterdam naar ons kleine dorpje in Noord-Holland. En dus was ik, Anneke de Vries, haar steun en toeverlaat geworden. Maar niemand vroeg ooit wie míj hielp.

Die dag ging ik met lood in mijn schoenen naar mijn werk in de bibliotheek. Mijn collega’s merkten meteen dat er iets mis was. ‘Alles goed, Anneke?’ vroeg Sanne terwijl ze een stapel boeken sorteerde.

‘Ja hoor,’ loog ik, ‘gewoon een beetje druk thuis.’

Maar het bleef knagen. Thuis wachtte mijn man Erik, die vond dat ik veel te veel deed voor anderen. ‘Je bent geen sociale dienst,’ zei hij vaak. Maar hij begreep niet hoe moeilijk het was om nee te zeggen tegen iemand die zo afhankelijk van je is.

’s Avonds aan tafel probeerde ik het uit te leggen. ‘Erik, wat als mevrouw Van Dijk niemand meer heeft? Haar dochter komt nooit, en ze is zo alleen…’

Erik zuchtte. ‘En jij dan? Je rent jezelf voorbij. Bram en Lotte missen hun moeder, en ik… Ik mis je ook.’

Zijn woorden raakten me dieper dan ik wilde toegeven.

De dagen daarna probeerde ik afstand te houden. Maar telkens als ik langs haar huis liep – het huis waar de klimop langzaam de ramen overnam – voelde ik me schuldig. Wat als ze viel? Wat als ze honger had? Mijn moeder had altijd gezegd: “Een goede buur is beter dan een verre vriend.” Maar wanneer werd je van goede buur een onzichtbare mantelzorger?

Op een regenachtige woensdagavond ging de bel. Ik opende de deur en daar stond Marloes – voor het eerst in maanden.

‘Anneke? Kunnen we even praten?’ Haar stem klonk schor.

We gingen aan de keukentafel zitten. Ze keek me aan met rode ogen.

‘Mijn moeder zegt dat jij haar niet meer helpt. Ze belt me elke dag huilend op.’

Ik voelde de woede opborrelen. ‘Marloes, ik heb jaren alles voor haar gedaan. Boodschappen, medicijnen halen, zelfs haar huis schoongemaakt. Maar ik heb ook een gezin, een baan…’

Ze keek weg. ‘Ik weet het… Ik schaam me eigenlijk dat ik zo weinig kom. Maar het is zo druk in Amsterdam, en…’

‘En dus schuif je alles op mij af?’ Mijn stem klonk scherper dan bedoeld.

Ze beet op haar lip. ‘Misschien wel ja…’

We zaten zwijgend tegenover elkaar, alleen het getik van de regen tegen het raam vulde de stilte.

‘We moeten iets veranderen,’ zei ik uiteindelijk zacht.

De dagen daarna werd er veel gepraat – met Marloes, met mevrouw Van Dijk, met Erik en zelfs met de wijkverpleegkundige. Langzaam ontstond er een schema: Marloes zou vaker komen, de thuiszorg zou extra langskomen en ik… Ik mocht eindelijk weer gewoon buurvrouw zijn.

Toch bleef het knagen. Had ik te lang gezwegen? Had ik mezelf weggecijferd uit schuldgevoel? Of was dit gewoon wat vrouwen altijd doen – zorgen tot ze erbij neervallen?

Soms kijk ik naar buiten, naar het huis van mevrouw Van Dijk waar nu vaker bezoek over de vloer komt. Ik voel opluchting, maar ook verdriet om alles wat ik heb opgeofferd.

Was het egoïstisch om eindelijk voor mezelf te kiezen? Of is dat juist de enige manier om overeind te blijven in een wereld vol verwachtingen?

Wat zouden jullie doen als je in mijn schoenen stond? Wanneer is genoeg echt genoeg?