“Je bent niet zoals de andere oma’s” – Het verhaal van een vergeten liefde

‘Oma, kun je me alsjeblieft niet ophalen van school vandaag?’

De woorden van mijn kleindochter, Sophie, galmen nog na in mijn hoofd. Ze kijkt me niet aan, haar blik gefixeerd op haar telefoon. Mijn handen trillen een beetje terwijl ik de theepot neerzet. ‘Waarom niet, lieverd?’ vraag ik zacht, hopend op een onschuldige reden.

Ze zucht. ‘Omdat… omdat je niet bent zoals de andere oma’s. Je draagt altijd die oude truien en je hebt geen Instagram. Iedereen lacht om je.’

Mijn hart krimpt ineen. Ik weet niet wat ik moet zeggen. Ooit was Sophie mijn zonnestraal. Ik herinner me nog hoe ze als peuter haar armpjes om mijn nek sloeg en fluisterde: ‘Oma, jij bent de liefste van de wereld.’ Nu lijkt ze verder weg dan ooit.

Ik probeer te glimlachen. ‘Maar schatje, ik ben gewoon wie ik ben. Ik hou van breien en tuinieren, en ik snap niet zoveel van die moderne dingen…’

Ze rolt met haar ogen. ‘Precies! Dat bedoel ik nou. De oma van Fleur heeft TikTok en draagt sneakers. Jij…’

Ze zwijgt, maar haar blik zegt genoeg.

Die avond zit ik alleen aan de keukentafel. De klok tikt luid in het lege huis. Mijn dochter, Marieke, belt pas laat. ‘Mam, Sophie bedoelt het niet zo. Het is gewoon die leeftijd. Ze wil erbij horen.’

‘Maar Marieke,’ fluister ik, ‘ik heb haar opgevoed toen jullie altijd werkten. Ik was er altijd voor haar. Hoe kan ze zich nu voor mij schamen?’

Marieke zucht. ‘Mam, het is anders nu. Ze groeit op in een andere wereld.’

Ik leg de telefoon neer en staar naar de foto’s op de kast: Sophie als baby in mijn armen, haar eerste schooldag, samen koekjes bakken in de oude keuken. Ik voel tranen prikken achter mijn ogen.

De volgende dag besluit ik naar de markt te gaan, zoals elke woensdag. De lucht is grijs, regen dreigt. Op het plein kom ik buurvrouw Els tegen.

‘Je ziet er moe uit, Anna,’ zegt ze bezorgd.

Ik vertel haar wat er gebeurd is. Ze knikt begrijpend. ‘Kinderen zijn hard tegenwoordig. Mijn kleinzoon wil ook niet meer met mij naar de speeltuin.’

‘Maar waarom moeten we veranderen om erbij te horen?’ vraag ik wanhopig.

Els haalt haar schouders op. ‘Misschien moeten we ze laten zien wie wij zijn, in plaats van proberen iemand anders te worden.’

Thuis probeer ik mezelf moed in te praten. Ik pak mijn breiwerk en begin aan een sjaal voor Sophie, in haar lievelingskleur geel. Misschien herinnert ze zich dan weer hoe fijn het vroeger was.

’s Avonds komt Marieke langs met Sophie. De sfeer is gespannen.

‘Sophie,’ begin ik voorzichtig, ‘weet je nog dat we samen koekjes bakten? Of dat we in het park gingen picknicken?’

Ze kijkt weg. ‘Dat was toen, oma.’

‘Wat is er veranderd?’ vraag ik zacht.

Ze haalt haar schouders op. ‘Alles is anders nu. Op school lachen ze als je ouderwets bent.’

Marieke probeert te bemiddelen: ‘Sophie, oma heeft altijd alles voor je gedaan.’

Sophie barst uit: ‘Maar ik wil gewoon normaal zijn! Niet dat mensen denken dat ik zo’n rare oma heb!’

Het voelt alsof iemand een mes in mijn hart steekt. Ik loop naar de keuken om mijn tranen te verbergen.

Later hoor ik Marieke fluisteren: ‘Je hebt haar pijn gedaan, Soph. Oma is misschien niet hip, maar ze houdt wel van je.’

Die nacht slaap ik nauwelijks. Ik denk aan vroeger: hoe ik Sophie opving toen Marieke en Tom uit elkaar gingen; hoe ik haar troostte na haar eerste gebroken hart; hoe we samen lachten om de stomste dingen.

De dagen gaan voorbij. Sophie komt minder vaak langs. Als ze er is, zit ze op haar telefoon of gaat ze snel weer weg.

Op een dag krijg ik een briefje in de bus: ‘Oma, sorry dat ik zo stom deed. Ik weet dat je van me houdt. Maar soms snap ik mezelf ook niet meer.’

Ik huil als ik het lees.

Een week later belt Marieke: ‘Mam, Sophie wil met je praten.’

Sophie staat zenuwachtig op de stoep. Ze kijkt me aan met grote ogen.

‘Oma… het spijt me echt,’ zegt ze zachtjes.

Ik trek haar in mijn armen en voel hoe ze trilt.

‘Ik ben gewoon bang om anders te zijn,’ fluistert ze.

‘Maar lieverd,’ zeg ik, ‘anders zijn is juist bijzonder. Jij bent mijn alles geweest, altijd.’

Ze snikt tegen mijn schouder aan.

We zitten samen aan tafel met thee en koekjes – net als vroeger. Voor het eerst in maanden praten we echt met elkaar.

‘Wil je me leren breien?’ vraagt ze ineens verlegen.

Mijn hart maakt een sprongetje.

‘Natuurlijk,’ lach ik door mijn tranen heen.

Die avond post Sophie een foto van ons samen op Instagram: “De liefste oma die er is.”

De reacties stromen binnen: “Wat een mooie foto!” “Jullie lijken op elkaar!” “Oma’s zijn goud waard!”

Ik glimlach en voel me eindelijk weer gezien.

Toch blijft er iets knagen: waarom moeten we ons schamen voor wie we zijn? Waarom is liefde soms niet genoeg om elkaar te begrijpen?

Misschien herkennen anderen zich hierin… Hoe gaan jullie om met de kloof tussen generaties? Is het ooit mogelijk om elkaar echt te blijven vinden?