Mam, dit is Peter: het moment waarop alles veranderde
‘Mam, dit is Peter…’ Mijn stem trilde, terwijl ik zijn hand stevig vasthield. Mijn moeder keek hem aan zoals ze altijd naar vreemden keek: met een mengeling van nieuwsgierigheid en een vleugje wantrouwen. Peter kneep zachtjes in mijn hand, alsof hij me wilde geruststellen. Maar niets kon me op dat moment geruststellen.
‘Peter? Uit Rotterdam?’ vroeg ze, haar wenkbrauwen opgetrokken. ‘Wat doet hij precies?’
Ik slikte. ‘Hij werkt bij de haven, mam. Logistiek planner.’
Ze snoof. ‘Dus geen dokter, geen advocaat. Je weet dat ik altijd het beste voor je wil, Eva.’
Peter glimlachte beleefd, maar ik voelde hoe zijn hand klam werd. Ik wist dat dit moment ooit zou komen, maar nu het zover was, voelde het alsof ik op het punt stond alles te verliezen: mijn moeder, mijn thuis, misschien zelfs mezelf.
Mijn hele jeugd draaide om haar goedkeuring. Mijn rapporten moesten altijd beter, mijn kamer altijd netter, mijn vrienden altijd netter gekleed. Toen ik op het VWO zat en met een acht thuiskwam voor wiskunde, zei ze: ‘Waarom geen negen?’
Nu stond ik hier, 27 jaar oud, zwanger van een man die niet voldeed aan haar eisenlijstje. En ik was doodsbang.
‘Mam,’ begon ik opnieuw, mijn stem zachter nu. ‘Ik moet je iets vertellen.’
Ze keek me strak aan. ‘Wat is er?’
Ik voelde Peters blik op me rusten. Ik haalde diep adem. ‘Ik ben zwanger.’
Het was alsof de tijd even stil stond. Mijn moeder’s gezicht verstarde. Ze keek van mij naar Peter en weer terug.
‘Zwanger?’ Haar stem klonk ijzig. ‘Van hem?’
Ik knikte.
Ze stond op van haar stoel en liep naar het raam, haar rug naar ons toe. ‘Dit kan niet waar zijn,’ fluisterde ze. ‘Dit is niet het leven dat ik voor je wilde.’
Peter probeerde iets te zeggen. ‘Mevrouw Van Dijk, ik hou echt van Eva. We willen samen een gezin beginnen.’
Ze draaide zich om, haar ogen vuurrood. ‘Jij weet niet wat liefde is! Jullie weten allebei niet wat verantwoordelijkheid is! Een kind… nu al?’
Ik voelde tranen branden achter mijn ogen. ‘Mam, ik ben volwassen. Dit is mijn keuze.’
Ze schudde haar hoofd. ‘Je maakt een vergissing, Eva. Je gooit alles weg waar we samen zo hard voor gewerkt hebben.’
Het was alsof ze niet zag wie ik was geworden, alleen wie ze wilde dat ik was.
Die avond sliep ik bij Peter in zijn kleine appartement in Rotterdam-West. De muren waren dun en de buren luidruchtig, maar het voelde veiliger dan ooit thuis had gevoeld.
‘Het spijt me,’ fluisterde ik tegen hem terwijl we in bed lagen.
Hij streek een lok haar uit mijn gezicht. ‘Jij hoeft je niet te verontschuldigen. Dit is jouw leven, Eva. Ons leven.’
Maar de woorden van mijn moeder bleven in mijn hoofd rondzingen: Je gooit alles weg…
De weken daarna probeerde ik haar te bellen, maar ze nam niet op. Mijn vader stuurde een berichtje: “Geef haar tijd.” Maar tijd voelde als een vijand; elke dag groeide mijn buik en daarmee ook de afstand tussen mij en mijn moeder.
Op een regenachtige woensdagmiddag stond ze ineens voor de deur van Peters appartement. Haar jas was doorweekt, haar ogen vermoeid.
‘Mag ik binnenkomen?’ vroeg ze zacht.
Peter knikte en liet haar binnen.
We zaten zwijgend aan de keukentafel. Ze keek naar mijn buik, toen naar mij.
‘Ik heb nagedacht,’ zei ze uiteindelijk. ‘Misschien heb ik te veel van je gevraagd. Misschien…’ Haar stem brak even. ‘Misschien ben ik bang om je kwijt te raken.’
Ik pakte haar hand vast. Voor het eerst voelde ze broos aan.
‘Mam, ik wil je niet kwijt,’ zei ik zacht. ‘Maar dit is wie ik ben nu.’
Ze knikte langzaam. ‘Ik weet het niet allemaal meer zo zeker als vroeger.’
We huilden samen aan die keukentafel – moeder en dochter, allebei bang om elkaar te verliezen en toch vastbesloten om elkaar niet los te laten.
De maanden daarna werd onze relatie anders – minder perfect misschien, maar echter dan ooit tevoren. Ze kwam mee naar echo’s, leerde Peter kennen zoals hij echt was: lief, zorgzaam en grappig op een manier die zelfs haar deed glimlachen.
Toen onze dochter Nora werd geboren, stond mijn moeder als eerste in het ziekenhuis met een knuffelbeer en tranen in haar ogen.
‘Ze lijkt op jou,’ fluisterde ze terwijl ze Nora vasthield.
Soms vraag ik me af: hoeveel van ons leven is echt van onszelf? Hoeveel keuzes maken we uit liefde voor anderen – en hoeveel uit angst om hen teleur te stellen? Zou jij durven kiezen voor jezelf als alles op het spel staat?