“Mijn buurvrouw vroeg me op haar moeder te passen”: Hoe ik mezelf verloor en terugvond na mijn pensioen

‘Waarom ik? Waarom altijd ik?’ Mijn handen trillen terwijl ik de telefoon neerleg. Marieke’s stem galmt nog na in mijn hoofd: ‘Ellie, alsjeblieft, je bent de enige die ik vertrouw met mijn moeder. Ik weet dat het veel gevraagd is, maar ik heb niemand anders.’

Ik kijk naar buiten, naar de lege straat in ons rustige wijkje in Amersfoort. De regen tikt zachtjes tegen het raam. Sinds mijn pensioen is het huis stiller dan ooit. Mijn dochter Sanne is vorig jaar getrouwd met Bas en woont nu in Utrecht. Mijn man Henk vult zijn dagen met vrijwilligerswerk bij de voetbalclub. En ik? Ik had gehoopt eindelijk tijd te hebben voor mezelf, voor schilderen, lezen, misschien zelfs een cursus Spaans. Maar nu vraagt Marieke, mijn buurvrouw van drie huizen verderop, of ik op haar moeder wil passen. Mevrouw De Vries is 84 en vergeetachtig.

‘Mam, je moet het niet doen als je het niet wilt,’ zegt Sanne die avond aan de telefoon. ‘Je hebt eindelijk tijd voor jezelf. Je hebt altijd voor iedereen gezorgd.’

‘Ik weet het lieverd, maar Marieke heeft niemand. En haar moeder… ze is zo kwetsbaar.’

‘En jij dan? Wie zorgt er voor jou?’

Die vraag blijft hangen als een mist in mijn hoofd. Wie zorgt er eigenlijk voor mij?

De eerste weken met mevrouw De Vries zijn zwaar. Ze herkent me soms niet, vraagt om haar overleden man, of wil midden in de nacht naar buiten om “de post te halen”. Ik slaap slecht. Henk moppert dat ik te moe ben om samen te wandelen. ‘Je bent met pensioen, Ellie! Je hoeft toch niet meer voor iedereen klaar te staan?’

Maar als ik mevrouw De Vries zie zitten in haar oude fauteuil, haar handen trillend om een kopje thee, voel ik iets wat ik niet kan negeren. Medelijden? Of misschien herkenning. Ook zij is alleen, ook zij verlangt naar aandacht.

Op een dinsdagmiddag barst alles los. Sanne komt onverwacht langs en treft me uitgeput aan de keukentafel.

‘Mam, dit kan zo niet langer! Je bent jezelf kwijt!’

Ik voel de tranen prikken achter mijn ogen. ‘Wat moet ik dan? Marieke vertrouwt op mij. En mevrouw De Vries… ze heeft niemand.’

Sanne slaat haar armen om me heen. ‘Maar wij hebben jou ook nodig. Je kleinzoon vraagt steeds wanneer oma weer komt spelen.’

Die avond lig ik wakker naast Henk, die zachtjes snurkt. Mijn gedachten razen: Ben ik egoïstisch als ik stop? Of juist als ik doorga?

De volgende dag belt Marieke vanuit Canada. Haar stem klinkt gespannen.

‘Ellie, hoe gaat het met mam? Ik maak me zo’n zorgen…’

Ik slik. ‘Het gaat… maar het is zwaar, Marieke. Ik weet niet of ik dit nog lang volhoud.’

Er valt een stilte aan de andere kant van de lijn.

‘Ik snap het,’ zegt ze zacht. ‘Ik ben je zo dankbaar. Maar als het niet meer gaat…’

Na het gesprek huil ik voor het eerst in maanden. Niet alleen van uitputting, maar ook van opluchting.

De dagen daarna probeer ik het los te laten. Ik breng meer tijd door met mijn kleinzoon, ga weer schilderen en wandel met Henk langs de Eem. Toch knaagt er iets aan me: heb ik gefaald? Of juist eindelijk voor mezelf gekozen?

Op een zondagmiddag komt Marieke’s broer langs uit Groningen om de zorg over te nemen. Hij bedankt me met tranen in zijn ogen.

‘U heeft meer gedaan dan wij ooit konden hopen,’ zegt hij.

Als hij vertrekt, voel ik een leegte én een opluchting tegelijk.

’s Avonds zit ik met Henk op de bank.

‘Heb je spijt?’ vraagt hij voorzichtig.

Ik kijk naar hem en glimlach flauwtjes.

‘Nee… maar ik vraag me wel af: wanneer mag je eindelijk kiezen voor jezelf zonder schuldgevoel? En wie bepaalt eigenlijk wat goed is – zorgen voor anderen of eindelijk eens voor jezelf?’

Wat zouden jullie doen als je in mijn schoenen stond?