Mijn familie zijn echte uitvreters: Met Bas hebben we ze een lesje geleerd dat ze nooit zullen vergeten
‘Lotte, je moeder staat weer voor de deur. Met je zus en haar kinderen dit keer.’ Bas’ stem klinkt gespannen vanuit de gang. Ik kijk op van mijn laptop, voel mijn maag samenknijpen. Het is pas woensdagmiddag, maar dit is al de derde keer deze week.
‘Laat ze maar binnen,’ zucht ik, terwijl ik mezelf dwing een glimlach op te zetten. ‘We kunnen moeilijk doen alsof we niet thuis zijn.’
Bas rolt met zijn ogen. ‘Ze komen niet voor ons, hè? Ze willen alleen maar in de jacuzzi.’
Ik weet dat hij gelijk heeft. Sinds we die jacuzzi in de tuin hebben laten plaatsen – een droom die we jaren hebben uitgesteld – is ons huis veranderd in een soort buurtcentrum. Mijn moeder, mijn zus Marieke, haar man Frank, hun kinderen, zelfs mijn neefje Daan met zijn vriendin komen nu ineens “spontaan” langs. Altijd met badkleding in hun tas.
‘Lotte, wat gezellig!’ roept mijn moeder terwijl ze binnenstormt. ‘Ik heb appeltaart meegenomen!’
‘En wij hebben zwemspullen!’ gilt mijn nichtje Isa erachteraan.
Bas kijkt me aan met die blik die alles zegt: dit gaat zo niet langer. Maar ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om ze weg te sturen. Ik ben altijd degene geweest die alles oplost, die iedereen bij elkaar houdt. Maar nu voel ik me leeggezogen.
Die avond, als het huis eindelijk weer van ons is en de geur van chloor nog in de lucht hangt, barst Bas los.
‘Dit kan zo niet langer, Lot. Ze nemen ons huis over! We hebben die jacuzzi gekocht voor onszelf, niet voor de hele familie.’
Ik knik. ‘Ik weet het. Maar wat moet ik dan? Mijn moeder is weduwe, Marieke heeft het zwaar met haar werk…’
‘En wij dan?’ Bas’ stem breekt bijna. ‘Wanneer mogen wij eens ontspannen?’
Ik voel tranen prikken achter mijn ogen. ‘Ik wil niemand teleurstellen.’
‘Maar je stelt jezelf teleur. En mij ook.’
Die nacht lig ik wakker. Ik hoor het water van de jacuzzi nog borrelen in mijn hoofd. Ik denk aan vroeger, aan hoe mijn moeder altijd zei: “Familie is alles.” Maar wat als familie je leegzuigt?
De volgende dag belt Marieke alweer. ‘Hee Lot, kunnen we vanmiddag even langskomen? De kinderen willen zo graag weer zwemmen.’
Ik slik. ‘Eh… vandaag komt niet zo goed uit, Mare.’
‘Oh? Hoezo niet?’ Haar stem klinkt gekwetst.
‘Bas en ik willen even samen zijn.’
Het blijft even stil aan de andere kant van de lijn. ‘Nou ja zeg…’
Die middag komt er een appje van mijn moeder: “Is alles goed, Lotte? Je klinkt zo afstandelijk.”
Ik voel me schuldig, maar ook boos. Waarom zien ze niet dat het te veel is?
Bas en ik besluiten samen een plan te maken. ‘We moeten ze duidelijk maken dat dit ons huis is,’ zegt hij. ‘En dat we ook tijd voor onszelf nodig hebben.’
We nodigen iedereen uit voor een familiediner op zaterdagavond. Ik kook uitgebreid – stamppot boerenkool met worst, zoals vroeger – en Bas steekt de vuurkorf aan in de tuin.
Als iedereen er is en de kinderen al vragen of ze hun zwemspullen mogen pakken, sta ik op.
‘Lieve allemaal,’ begin ik, mijn stem trilt een beetje. ‘We vinden het fijn dat jullie hier graag zijn. Maar Bas en ik merken dat het soms een beetje veel wordt. We willen ook tijd samen doorbrengen, zonder bezoek.’
Mijn moeder fronst haar wenkbrauwen. ‘Maar lieverd, we komen toch alleen omdat het zo gezellig is?’
‘Dat weet ik mam,’ zeg ik zacht. ‘Maar soms voelt het alsof jullie hier vooral komen voor de jacuzzi…’
Marieke schiet meteen in de verdediging. ‘Nou zeg! Alsof wij alleen maar profiteren!’
Frank knikt instemmend. ‘We dachten dat we welkom waren.’
Ik voel hoe mijn handen trillen onder de tafel. Bas pakt ze vast.
‘Jullie zijn welkom,’ zegt hij rustig. ‘Maar niet elke dag. We willen graag vaste momenten afspreken waarop jullie kunnen komen zwemmen of borrelen. En daarbuiten willen we rust.’
Er valt een ijzige stilte.
Mijn moeder kijkt me aan met vochtige ogen. ‘Dus je sluit je familie buiten?’
‘Nee mam,’ fluister ik. ‘Ik stel gewoon grenzen.’
De rest van de avond hangt er een gespannen sfeer. De kinderen mogen nog één keer in de jacuzzi – onder toezicht – maar daarna pakken Marieke en Frank hun spullen zonder veel woorden.
De dagen daarna blijft het stil in de familie-appgroep. Geen spontane bezoekjes meer, geen appjes met “We zijn in de buurt!” Ik voel me opgelucht, maar ook verdrietig.
Op zondag belt mijn moeder eindelijk op.
‘Lotte… ik snap het nu,’ zegt ze zachtjes. ‘Je hebt gelijk. We waren te veel aanwezig. Maar weet dat we altijd van je houden.’
Ik slik mijn tranen weg en glimlach door de telefoon.
‘Dank je mam.’
Bas slaat zijn armen om me heen als ik ophang.
‘Zie je wel? Soms moet je gewoon voor jezelf kiezen.’
Toch blijft er iets knagen. Heb ik het juiste gedaan? Of heb ik mijn familie teleurgesteld?
Soms vraag ik me af: wanneer is het egoïstisch om voor jezelf te kiezen – en wanneer is het gewoon noodzakelijk? Wat zouden jullie doen als jullie in mijn schoenen stonden?