Mijn man verdient minder, maar wilde per se onze financiën beheren: nu zwijgen we allebei
‘Waarom moet jij altijd alles controleren, Naomi?’ Bart’s stem trilt, zijn handen klemmen zich om de rand van de keukentafel. Ik voel de spanning in mijn schouders trekken, maar ik dwing mezelf rustig te blijven. ‘Het gaat niet om controle, Bart. Het gaat om vertrouwen. Jij wilde de financiën doen, ik heb je dat gegund. Maar nu weet ik niet eens meer wat er op onze gezamenlijke rekening staat.’
Hij kijkt me aan met die blik die ik zo goed ken – gekwetst, maar koppig. ‘Ik doe het voor ons. Jij werkt altijd tot laat, je hebt geen tijd voor dit soort dingen. Laat mij nou gewoon mijn rol pakken.’
Ik slik. In mijn hoofd echoot het stemmetje van mijn moeder: “Laat een man zich nuttig voelen.” Maar ik ben geen meisje meer dat zich laat leiden door ouderwetse adviezen. Ik ben Naomi van Dijk, senior manager bij een groot consultancybedrijf in Utrecht, met een salaris waar Bart alleen maar van kan dromen. Toch heb ik hem laten winnen, uit liefde misschien, of uit vermoeidheid van het eeuwige discussiëren.
Het begon allemaal zo mooi. We ontmoetten elkaar op een feestje van een gezamenlijke vriend in Amersfoort. Bart was charmant, grappig, en totaal niet geïntimideerd door mijn carrière. Hij werkte als docent geschiedenis op een middelbare school – een baan waar hij zichtbaar gelukkig van werd, al was het salaris bescheiden. Ik vond zijn passie aantrekkelijk; hij vond mijn ambitie inspirerend.
Toen we na drie jaar samenwonen besloten te trouwen, was geld nooit echt een issue geweest. We betaalden alles fifty-fifty, hielden onze eigen rekeningen aan en spaarden samen voor vakanties naar Toscane of de Waddeneilanden. Maar na de bruiloft veranderde er iets. Bart begon te praten over ‘gezamenlijk beleid’, over ‘efficiëntie’ en ‘transparantie’. Hij stelde voor dat hij de financiën zou beheren – ‘dan heb jij er geen omkijken naar’.
Ik voelde weerstand, maar wilde geen ruzie. ‘Prima,’ zei ik uiteindelijk. ‘Als jij denkt dat het beter is.’
De eerste maanden leek het goed te gaan. Bart maakte spreadsheets, hield bonnetjes bij en stuurde me af en toe een overzichtje per mail. Maar langzaam veranderde er iets. Ik kreeg minder inzicht in onze uitgaven; als ik vroeg naar de stand van zaken, kreeg ik vage antwoorden. ‘Het loopt prima,’ zei hij dan. Of: ‘Maak je geen zorgen.’
Maar ik maakte me wél zorgen. Mijn salaris werd elke maand overgemaakt naar onze gezamenlijke rekening, maar ik had geen idee waar het geld naartoe ging. De boodschappen werden duurder, de energierekening steeg, en toch leek er steeds minder over te blijven voor leuke dingen.
Op een avond kwam ik thuis na een lange dag werken – weer een vergadering die uitliep – en vond Bart zwijgend aan tafel met zijn laptop open. ‘Wat is er?’ vroeg ik voorzichtig.
Hij sloot de laptop met een klap. ‘Niks.’
‘Bart…’
‘Laat maar, Naomi.’
Vanaf dat moment begon de stilte tussen ons te groeien als onkruid tussen stoeptegels. We praatten alleen nog over praktische zaken: wie haalt de kinderen (die we nog niet hebben) straks van school? Wie doet boodschappen? Wie belt de loodgieter?
Mijn vriendinnen merkten het op tijdens onze maandelijkse borrel in café Olivier. ‘Gaat het wel goed tussen jullie?’ vroeg Sanne voorzichtig.
‘Ja hoor,’ loog ik. ‘We hebben het gewoon druk allebei.’
Maar ’s nachts lag ik wakker naast Bart, luisterend naar zijn ademhaling die steeds verder van me af leek te liggen.
Op een zaterdagmiddag – regen tikt tegen de ramen, Utrecht is grauw – besluit ik het gesprek opnieuw aan te gaan.
‘Bart, kunnen we alsjeblieft samen naar de financiën kijken? Ik voel me buitengesloten.’
Hij zucht diep en kijkt me niet aan. ‘Waarom vertrouw je me niet?’
‘Het gaat niet om vertrouwen,’ probeer ik weer uit te leggen. ‘Het gaat om samen beslissen. Samen weten waar we staan.’
Hij zwijgt. Ik voel de afstand tussen ons groeien.
Die avond eten we zwijgend pasta voor de tv. Op het scherm lacht een BN’er vrolijk in een talkshow; in onze woonkamer hangt een ijzige stilte.
De weken verstrijken. Ik stort me op mijn werk; Bart lijkt zich terug te trekken in zijn eigen wereld van lesvoorbereidingen en Netflix-series die ik niet volg. Soms hoor ik hem lachen om iets op zijn telefoon, maar als ik vraag wat er zo grappig is, haalt hij zijn schouders op.
Op een dag vind ik een brief van de bank op de mat. Mijn naam staat erop – vreemd, want alles loopt via Bart tegenwoordig. Ik maak hem open en lees dat onze spaarrekening bijna leeg is.
Mijn hart slaat over.
‘Bart!’ roep ik door het huis.
Hij komt langzaam naar beneden, zijn gezicht gespannen.
‘Wat is dit?’ Ik houd de brief omhoog.
Hij kijkt weg. ‘Er waren wat onverwachte kosten…’
‘Onverwachte kosten? Waar heb je het over?’
Hij mompelt iets over een nieuwe fiets, reparaties aan de auto, een weekendje weg met vrienden waar hij mij niets over verteld heeft.
‘Dus jij beslist gewoon waar ons geld naartoe gaat? Zonder mij?’ Mijn stem breekt.
‘Jij hebt toch gezegd dat ik het mocht regelen!’ schreeuwt hij ineens terug.
‘Ja, maar niet alleen! Niet zonder overleg!’
We staan tegenover elkaar als vreemden – twee mensen die ooit zielsveel van elkaar hielden, nu gescheiden door onbegrip en gekwetst ego.
Die nacht slaap ik op de bank. De volgende ochtend is Bart al weg als ik wakker word.
Op mijn werk kan ik me nauwelijks concentreren. Mijn collega’s merken mijn afwezigheid; mijn manager vraagt of alles goed gaat thuis. Ik knik vaag en vlucht naar het toilet om mijn tranen weg te vegen.
’s Avonds vind ik Bart in de tuin, starend naar de regen die zachtjes op het gras tikt.
‘We kunnen zo niet doorgaan,’ zeg ik zacht.
Hij knikt langzaam. ‘Ik weet het.’
We praten urenlang – voor het eerst in maanden echt praten. Over verwachtingen, over onzekerheden, over hoe geld ineens tussen ons in is komen te staan als een koude muur.
‘Ik voelde me minderwaardig,’ bekent Bart uiteindelijk met gebroken stem. ‘Jij verdient zoveel meer… Ik wilde ook iets bijdragen.’
Mijn hart breekt opnieuw – deze keer niet uit woede, maar uit verdriet om wat we elkaar hebben aangedaan.
We besluiten hulp te zoeken: relatietherapie, financiële coaching – alles om weer samen te leren praten en beslissen.
Het is geen sprookje; sommige dagen voelt het nog steeds alsof we op eieren lopen. Maar langzaam groeit er weer iets van vertrouwen.
Toch blijft er een vraag knagen: waarom is praten over geld zo moeilijk? Waarom laten we trots en schaamte zo vaak winnen van liefde en eerlijkheid?
Misschien herkennen jullie dit ook wel… Hoe gaan jullie om met geld en macht in je relatie? Wat zou jij doen als je partner ineens alles wil regelen?