Mijn schoonmoeder eist dat ik het kerstdiner kook – maar ik weiger, en dit is waarom
‘Marieke, ik verwacht dat jij dit jaar weer de kalkoen maakt. Je weet hoe belangrijk tradities zijn in deze familie.’
De woorden van mijn schoonmoeder, Ans, galmen nog na in mijn hoofd terwijl ik met trillende handen mijn kopje thee vasthoud. Het is alsof ik weer terug ben in die benauwde keuken van vorig jaar, waar het zweet me uitbrak en de spanning tussen de dampen hing als een zware mist. Mijn man, Jeroen, kijkt me aan vanaf de andere kant van de tafel, zijn blik vol ongemak. Hij weet wat er vorig jaar gebeurd is. Hij weet hoe diep het me geraakt heeft.
‘Mam, misschien kan iemand anders dit jaar koken?’ probeert Jeroen voorzichtig. Maar Ans schudt haar hoofd, haar grijze krullen stuiteren op haar schouders. ‘Nee, Jeroen. Marieke heeft het vorig jaar gedaan en dat hoort nu zo. Iedereen vond het heerlijk.’
Iedereen vond het heerlijk? Ik voel de woede in me opborrelen. Heeft ze niet gemerkt dat haar zus Trudy nauwelijks een hap nam? Dat haar broer Henk openlijk klaagde over de droge vulling? Dat ik na afloop huilend in de badkamer zat omdat niets gelukt was zoals ik wilde?
‘Ans,’ begin ik, mijn stem trilt, ‘ik wil het er graag even over hebben. Vorig jaar was voor mij… best zwaar.’
Ze kijkt me aan met die blik die alles zegt: niet zeuren, gewoon doen. ‘Ach meid, iedereen heeft weleens stress. Je moet er gewoon doorheen. Het hoort erbij.’
Ik voel hoe mijn keel dichtknijpt. Waarom begrijpt niemand hoe moeilijk het voor me was? Waarom moet ik altijd degene zijn die zich aanpast? Mijn gedachten dwalen af naar die avond vorig jaar.
De keuken was te klein voor zoveel pannen en potten. De oven werkte niet mee; de kalkoen was van buiten zwart en van binnen nog rauw. Henk had een opmerking gemaakt over ‘de Hollandse variant op sushi’, waarop iedereen had gelachen behalve ik. Trudy had haar bord nauwelijks aangeraakt en gefluisterd dat ze vegetariër was geworden – iets wat niemand mij verteld had. En toen, na het eten, toen iedereen eindelijk weg was, had Ans me in de gang gefluisterd: ‘Volgend jaar beter, hè?’
Nu zit ik hier weer, gevangen in dezelfde verwachting.
‘Ik wil het niet doen,’ zeg ik zachtjes. Jeroen kijkt op, verbaasd maar ook opgelucht. Alsof hij eindelijk hoort wat hij zelf niet durfde te zeggen.
Ans fronst haar wenkbrauwen. ‘Wat bedoel je?’
‘Ik wil niet weer het kerstdiner koken,’ herhaal ik, nu iets harder. ‘Het was te veel voor me. Ik voelde me alleen en niet gewaardeerd.’
Er valt een stilte. Alleen het getik van de klok in de woonkamer is hoorbaar.
‘Nou zeg,’ zegt Ans uiteindelijk, haar stem scherp als een mes. ‘Dat is nogal wat. In deze familie helpt iedereen mee.’
‘Maar dat is het juist,’ zeg ik, mijn stem breekt bijna. ‘Ik voelde me helemaal niet geholpen. Iedereen zat in de woonkamer wijn te drinken terwijl ik stond te stressen in de keuken.’
Jeroen schuift zijn stoel naar achteren en legt zijn hand op mijn schouder. ‘Mam, Marieke heeft gelijk. Misschien moeten we het dit jaar anders doen.’
Ans kijkt hem aan alsof hij haar persoonlijk verraadt. ‘Dus jullie laten mij alles alleen doen?’
‘Nee,’ zeg ik snel, ‘maar misschien kunnen we allemaal iets meenemen? Of bestellen we gewoon iets? Het gaat toch om samen zijn?’
Ans schudt haar hoofd en staat op. ‘Ik ga even naar buiten.’ Ze pakt haar jas en slaat de deur achter zich dicht.
De stilte die volgt is zwaar en ongemakkelijk.
‘Sorry,’ fluistert Jeroen. ‘Ik had eerder moeten zeggen dat je niet alles alleen hoefde te doen.’
Ik knik en voel tranen prikken achter mijn ogen. ‘Het is niet jouw schuld. Maar ik kan dit niet meer.’
De dagen daarna hangt er een gespannen sfeer in huis. Ans stuurt geen berichtjes meer; zelfs geen passief-agressieve appjes over recepten of boodschappenlijstjes. Jeroen probeert het gesprek luchtig te houden, maar ik merk dat hij zich zorgen maakt over kerst.
Op een avond belt mijn schoonzusje Linda.
‘Marieke? Ik hoorde van mam dat je het kerstdiner niet wilt doen?’ Haar stem klinkt voorzichtig.
‘Klopt,’ zeg ik zachtjes.
‘Weet je… Ik snap je wel hoor,’ zegt ze ineens. ‘Ik heb ook altijd het gevoel dat alles perfect moet bij haar. Misschien moeten we gewoon samen iets regelen? Een buffet of zo?’
Voor het eerst voel ik me gehoord.
‘Dat zou fijn zijn,’ zeg ik opgelucht.
Samen met Linda en Jeroen maken we een groepsapp aan: “Kerst zonder stress”. Iedereen mag iets kiezen om mee te nemen of bestellen. Henk biedt aan om drankjes te regelen (‘Dat kan ik tenminste niet laten aanbranden’), Trudy maakt een vegetarische quiche en zelfs Ans stuurt uiteindelijk een berichtje: “Ik maak wel de soep.”
Op kerstavond is het huis gevuld met gelach en muziek in plaats van gespannen stilte en keukenstress. De tafel staat vol met verschillende gerechten – niets is perfect, maar alles is goed genoeg.
Tijdens het eten kijkt Ans me aan en zegt zachtjes: ‘Misschien was het inderdaad tijd voor iets nieuws.’
Ik glimlach en voel een last van mijn schouders vallen.
Na afloop zit ik met Jeroen op de bank, een glas wijn in mijn hand.
‘Denk je dat het nu anders zal gaan?’ vraag ik hem.
Hij knikt. ‘We hebben tenminste gezegd wat we voelen.’
En ik vraag me af: hoeveel mensen durven echt hun grenzen aan te geven binnen hun familie? Hoe vaak slikken we onze gevoelens in omwille van tradities? Misschien is het tijd om daarover te praten.