Mijn Zoon Wil Me Niet Meer Spreken: De Dag Dat Ik Alles Verloor

‘Waarom neemt hij niet op? Waarom laat hij niets van zich horen?’ Mijn vingers trillen als ik voor de derde keer die ochtend Daan’s nummer intoets. Weer de voicemail. ‘Hoi mam, ik ben er even niet. Spreek wat in.’

Ik zucht diep en laat mijn telefoon op tafel vallen. De stilte in mijn kleine appartement in Amersfoort is oorverdovend. Sinds Daan met Sophie is getrouwd, lijkt hij steeds verder van me af te drijven. Vroeger belde hij me elke week, soms zelfs vaker. Maar nu… nu zijn er weken waarin ik alleen zijn stem hoor via die kille voicemail.

‘Je moet hem loslaten, Marjan,’ zei mijn zus Els laatst nog. ‘Hij is volwassen, hij heeft zijn eigen leven.’ Maar hoe doe je dat als moeder? Hoe laat je los wat je het liefste hebt?

De spanning tussen mij en Daan begon eigenlijk al tijdens de voorbereidingen van hun bruiloft. Sophie was vriendelijk, maar er was altijd een afstand. Ze kwam uit een andere wereld: haar ouders hadden een groot huis in Laren, haar vader was notaris. Ik voelde me altijd een beetje ongemakkelijk als ik daar was, met mijn simpele achtergrond als verpleegkundige.

Daan leek gelukkig met haar, dus ik probeerde mijn best te doen. Maar na hun huwelijk veranderde er iets. Hij belde minder vaak, kwam minder spontaan langs. En als ik vroeg hoe het ging, kreeg ik steeds vaker korte antwoorden.

‘Mam, we hebben het druk,’ zei hij dan. ‘Sophie werkt veel en ik heb het ook druk op kantoor.’

Op een dag, na weer een mislukte poging om hem te spreken, stuurde ik hem een appje: ‘Daan, is alles goed? Je bent zo stil de laatste tijd.’

Het bleef uren stil. Toen kwam er eindelijk een bericht terug: ‘Mam, ik waardeer je bezorgdheid, maar ik wil graag wat meer ruimte. Sophie en ik moeten onze eigen weg vinden. Kun je ons wat minder vaak bellen?’

Die woorden kwamen aan als een klap in mijn gezicht. Ik voelde me afgewezen, buitengesloten. Maar ergens wist ik ook dat hij gelijk had. Misschien was ik te aanwezig geweest. Misschien had ik hem verstikt met mijn liefde.

Toch kon ik het niet laten. Na drie weken radiostilte hield ik het niet meer uit. Ik besloot Sophie te bellen. Misschien wist zij waarom Daan zo afstandelijk deed.

‘Hoi Sophie, met Marjan,’ begon ik voorzichtig toen ze opnam.

‘Oh… hoi Marjan,’ klonk haar stem aarzelend.

‘Ik maak me een beetje zorgen om Daan. Hij reageert nergens op. Is alles goed met hem?’

Er viel een lange stilte aan de andere kant van de lijn. Toen hoorde ik haar zachtjes zuchten.

‘Marjan… het spijt me dat je je zorgen maakt. Maar Daan heeft het echt even nodig om afstand te nemen. Het is niet persoonlijk naar jou toe, maar we hebben het samen moeilijk gehad de laatste tijd.’

‘Moeilijk? Wat bedoel je?’ vroeg ik bezorgd.

‘Het is niet aan mij om dat te vertellen,’ zei ze zachtjes. ‘Maar misschien moet je Daan gewoon even laten.’

Ik voelde de tranen prikken achter mijn ogen. ‘Maar… ik ben zijn moeder! Ik wil alleen maar weten of het goed gaat.’

‘Dat begrijp ik,’ zei Sophie vriendelijk maar resoluut. ‘Maar soms is liefde ook loslaten.’

Die nacht lag ik uren wakker. Mijn gedachten tolden rond: wat speelde er tussen hen? Was er iets mis in hun huwelijk? Had Daan problemen op zijn werk? Of… lag het allemaal aan mij?

De dagen daarna probeerde ik mezelf te beheersen. Geen appjes, geen telefoontjes. Maar het vrat aan me. Ik voelde me nutteloos, overbodig.

Op een regenachtige woensdagmiddag stond ineens Sophie voor mijn deur. Haar ogen waren rood van het huilen.

‘Mag ik even binnenkomen?’ vroeg ze zacht.

Ik knikte en liet haar binnen. Ze ging aan de keukentafel zitten en vouwde haar handen om een kop thee die ik voor haar neerzette.

‘Marjan… er is iets wat je moet weten,’ begon ze aarzelend.

Mijn hart sloeg over.

‘Daan… hij heeft het moeilijk gehad de laatste maanden. Op zijn werk ging het niet goed en… hij heeft zich erg afgesloten van alles en iedereen. Ook van mij.’

‘Maar waarom heeft hij niets gezegd?’ vroeg ik met trillende stem.

Sophie keek me aan met betraande ogen. ‘Omdat hij bang was dat jij je zorgen zou maken. En omdat hij zich schaamde.’

Ik voelde me schuldig en boos tegelijk. Waarom had niemand mij iets verteld? Waarom mocht ik niet helpen?

‘Hij is nu bij zijn broer in Groningen,’ vervolgde Sophie zachtjes. ‘Hij wilde even helemaal weg uit alles.’

Ik liet mezelf op een stoel zakken en staarde naar mijn handen. Mijn zoon… zo dichtbij en toch zo ver weg.

‘Sophie… denk je dat hij ooit weer contact met me wil?’ vroeg ik schor.

Ze knikte voorzichtig. ‘Geef hem tijd, Marjan. Hij houdt van je, maar hij moet zichzelf eerst weer vinden.’

Toen ze weg was, bleef ik achter in een huis dat ineens veel te groot leek voor mij alleen.

De weken sleepten zich voort. Soms kreeg ik een kort appje van Daan’s broer: ‘Het gaat iets beter met hem.’ Maar verder bleef het stil.

Op een avond zat ik op de bank met oude fotoalbums op schoot. Foto’s van Daan als kleine jongen, lachend in de speeltuin, zijn eerste schooldag, samen pannenkoeken bakken in de keuken… Waar was die tijd gebleven?

Mijn telefoon trilde ineens op tafel. Een onbekend nummer verscheen in beeld.

‘Met Marjan?’

‘Hoi mam…’ klonk Daan’s stem schor aan de andere kant.

Ik slikte de brok in mijn keel weg.

‘Daan! Hoe gaat het met je?’

Er viel een lange stilte.

‘Het gaat… beter,’ zei hij uiteindelijk zachtjes. ‘Sorry dat ik zo lang niets heb laten horen.’

‘Je hoeft geen sorry te zeggen, jongen,’ fluisterde ik.

‘Jawel mam… Ik had eerlijk moeten zijn tegen jou én tegen mezelf.’

We praatten lang die avond – over vroeger, over nu, over alles wat pijn deed en alles wat nog mooi was tussen ons.

Toen we ophingen, voelde ik me opgelucht maar ook verdrietig tegelijk. Ik wist dat niets ooit meer hetzelfde zou zijn tussen ons – maar misschien was dat ook goed.

Nu zit ik hier, kijkend naar de regen die tegen het raam tikt en vraag me af: Wanneer is liefde loslaten? En hoe weet je of je iemand helpt of juist verstikt met je zorg? Misschien kunnen jullie mij dat vertellen.