Onder de Oppervlakte: Het Geheim van Mijn Zoon
‘Mam, mag ik je even spreken?’
Zijn stem trilde, net als zijn handen. Ik keek op van mijn krant, het geluid van de regen tegen het raam was plotseling niet meer geruststellend. Daan stond in de deuropening, zijn ogen vermeden de mijne. ‘Het is maar voor een paar dagen, tot mijn salaris er is,’ zei hij zacht.
‘Daan, dit is de derde keer deze maand,’ antwoordde ik, mijn stem kalm maar mijn hart bonzend in mijn borstkas. ‘Wat is er aan de hand?’
Hij haalde zijn schouders op, keek naar zijn schoenen. ‘Gewoon… dingen zijn duurder geworden. Je weet hoe het gaat.’
Ik knikte, maar diep van binnen voelde ik dat er iets niet klopte. Daan was nooit een spaarder geweest, maar zo vaak om geld vragen? En altijd net genoeg om het ongemakkelijk te maken, nooit genoeg om echt alarm te slaan. Ik besloot het te laten rusten, voor nu. Maar die nacht lag ik wakker, luisterend naar het zachte snurken van mijn man Pieter naast me. Mijn gedachten draaiden rondjes: wat verzwijgt hij?
Een week later vond ik de brief van de bank. Hij lag half onder een stapel reclamefolders op de keukentafel. Mijn naam stond erop, maar het handschrift was dat van Daan. Met trillende handen maakte ik hem open.
‘Geachte mevrouw Van Dijk, wij willen u informeren over het negatieve saldo op uw gezamenlijke rekening…’
Mijn hart sloeg over. Gezamenlijke rekening? Die had ik ooit geopend toen Daan ging studeren in Utrecht, zodat ik hem kon helpen met de huur als het nodig was. Maar dat was jaren geleden. Ik had hem vertrouwd.
Die avond wachtte ik tot Pieter naar bed was en belde ik Daan. ‘We moeten praten,’ zei ik zonder omwegen.
Hij kwam de volgende ochtend langs, zijn gezicht bleek en vermoeid. ‘Mam, het spijt me…’
‘Hoeveel is het?’ vroeg ik, mijn stem schor.
‘Vierduizend euro,’ fluisterde hij.
Ik voelde hoe mijn wereld kantelde. ‘Daan… hoe heb je dit laten gebeuren?’
Hij barstte in tranen uit. ‘Ik dacht dat ik het wel kon oplossen. Eerst was het een kleine schuld bij Bol.com, toen een creditcard… Ik wilde je niet lastigvallen.’
‘Maar je hebt me wel lastiggevallen!’ riep ik uit, harder dan bedoeld. ‘Je hebt gelogen, Daan!’
Hij kromp ineen onder mijn woorden. ‘Ik weet het. Ik schaam me kapot.’
De dagen daarna waren een waas van telefoontjes met de bank, gesprekken met Pieter – die woedend was, vooral op mij omdat ik de rekening niet eerder had gesloten – en slapeloze nachten waarin ik mezelf afvroeg waar het mis was gegaan.
‘Je hebt hem altijd te veel beschermd,’ beet Pieter me toe tijdens een van onze vele ruzies die week. ‘Je had hem moeten leren voor zichzelf te zorgen.’
‘En jij dan?’ snauwde ik terug. ‘Jij was altijd weg voor je werk! Wie moest hem dan leren omgaan met geld?’
We zwegen allebei, verslagen door onze eigen onmacht.
Daan probeerde ondertussen alles goed te maken. Hij zocht extra werk als bezorger bij Thuisbezorgd en verkocht zijn oude gitaar op Marktplaats. Maar de schulden bleven als een donkere wolk boven ons gezin hangen.
Op een avond zat ik alleen aan de keukentafel toen mijn dochter Marieke thuiskwam van haar werk bij de HEMA.
‘Mam? Gaat het wel?’ vroeg ze voorzichtig.
Ik knikte, maar ze zag de tranen in mijn ogen.
‘Het komt goed met Daan,’ zei ze zacht. ‘Hij heeft gewoon tijd nodig.’
‘Maar wat als hij weer liegt? Wat als hij weer in de problemen komt?’ fluisterde ik.
Marieke pakte mijn hand vast. ‘We kunnen hem niet loslaten, mam. Maar we kunnen hem ook niet blijven redden.’
Die nacht droomde ik dat Daan verdronk in een zee van rekeningen en aanmaningen, terwijl ik machteloos aan de kant stond.
De weken gingen voorbij. Langzaam kwam er wat rust terug in huis. Daan betaalde elke maand een beetje terug en kwam vaker langs voor koffie – zonder om geld te vragen.
Op een zondagmiddag zaten we samen op het balkon, kijkend naar de grijze lucht boven Amersfoort.
‘Mam?’ begon hij aarzelend. ‘Dank je wel… dat je me niet hebt laten vallen.’
Ik keek hem aan en zag voor het eerst in maanden weer iets van de jongen die hij ooit was: open, kwetsbaar.
‘Je bent mijn zoon,’ zei ik zacht. ‘Maar beloof me dat je eerlijk blijft. Geen geheimen meer.’
Hij knikte en veegde snel een traan weg.
Soms vraag ik me af: waar ligt de grens tussen helpen en loslaten? Hoeveel moet je als ouder verdragen voordat je jezelf verliest? Misschien is er geen goed antwoord – alleen liefde, hoop en de moed om opnieuw te beginnen.