Overhaast geen huwelijk, Marieke! – De vlucht van een bruid uit een verstikkende schoonfamilie
‘Marieke, waar blijf je nou? Je moeder is al drie keer naar boven gelopen!’ De stem van mijn vader klinkt gejaagd door de dunne wand van mijn oude slaapkamer. Mijn handen trillen terwijl ik de kanten sluier nog eens recht trek. In de spiegel zie ik niet de stralende bruid die iedereen verwacht, maar een meisje met rode ogen en een mond die op het punt staat te bekennen dat ze niet durft.
‘Ik kom zo!’ roep ik terug, mijn stem schor. Mijn hart bonkt in mijn keel. Buiten hoor ik de stemmen van Daan’s familie, luid en aanwezig zoals altijd. Zijn moeder, Gerda, commandeert de bloemist, zijn zusje Sanne huilt omdat haar haar niet goed zit. Iedereen lijkt te weten wat er moet gebeuren, behalve ik.
Gisteravond nog zat ik met Daan op het bankje in het parkje achter hun huis. ‘Weet je zeker dat je dit wilt?’ vroeg hij zacht, zijn hand op mijn knie. Ik knikte, want wat moest ik anders? Maar nu, op deze ochtend, voel ik hoe de twijfel als een koude golf over me heen spoelt.
‘Marieke, schiet nou op!’ Mijn moeder steekt haar hoofd om de deur. ‘Gerda vraagt of je haar nog even wilt spreken voor de ceremonie.’
Ik slik. Gerda wil altijd alles bespreken. Hoe de tafelschikking moet, welke bloemen er op tafel komen, zelfs wat voor taart we nemen. ‘Het is traditie in onze familie,’ zegt ze dan, en ik knik altijd braaf.
‘Mam…’ begin ik, maar ze is alweer weg. Ik sta op en loop naar beneden, waar Gerda me opwacht in de gang. Ze pakt mijn handen vast en kijkt me doordringend aan.
‘Marieke, lieverd, weet je zeker dat je er klaar voor bent? Het leven met onze familie is niet altijd makkelijk. Wij zijn… intens.’
Ik glimlach flauwtjes. ‘Dat weet ik,’ zeg ik zacht.
Ze knijpt in mijn handen. ‘Maar we zorgen voor elkaar. En we verwachten dat jij dat ook doet.’
Die woorden blijven hangen als ik naar buiten loop, waar Daan op me wacht. Zijn blik is warm, maar ook gespannen. ‘Alles goed?’ vraagt hij.
Ik knik weer, maar voel hoe mijn maag zich omdraait. De ceremonie begint over een uur. Iedereen verwacht dat ik ja zeg. Maar wil ik dat wel?
Tijdens het aankleden hoor ik Sanne tegen haar moeder fluisteren: ‘Ze is zo stil vandaag.’
‘Ze moet gewoon wennen,’ zegt Gerda. ‘Ze hoort straks bij ons.’
Bij ons. Niet bij Daan, maar bij hen. Ik denk terug aan alle keren dat Gerda me belde om te vragen of ik Daan’s favoriete eten wilde maken (‘Hij houdt niet van pasta, weet je dat wel?’), of dat ze me corrigeerde als ik iets verkeerds zei (‘In onze familie doen we dat anders’). Elke keer voelde het alsof ik een stukje van mezelf moest inleveren.
Mijn eigen ouders zijn lief, maar afwezig. Ze zijn blij dat ik iemand als Daan heb gevonden – stabiel, uit een goede familie, met een vaste baan bij de gemeente Utrecht. ‘Je hebt het goed voor elkaar,’ zei mijn vader trots toen we verloofd waren.
Maar nu voel ik me gevangen tussen verwachtingen die niet de mijne zijn.
De ceremonie begint. Ik sta naast Daan voor het altaar in het oude stadhuis van Amersfoort. De ambtenaar glimlacht vriendelijk en begint zijn verhaal over liefde en trouw. Mijn handen zijn klam.
‘Marieke van der Veen, neem jij Daan Jansen tot je wettige echtgenoot?’
Alles wordt stil in mijn hoofd. Ik kijk naar Daan, naar zijn moeder die me strak aankijkt, naar mijn ouders die verwachtingsvol glimlachen.
‘Ja…’ hoor ik mezelf zeggen, maar het klinkt als een vraag.
De ambtenaar kijkt naar Daan. Hij zegt vol overtuiging ja.
Er wordt geapplaudisseerd, mensen huilen van geluk. Maar ik voel alleen leegte.
Tijdens het feest probeert Gerda me te omhelzen. ‘Welkom in de familie!’ zegt ze luid.
Sanne trekt aan mijn jurk: ‘Kom je straks helpen met de cadeaus uitpakken?’
Daan kust me op mijn wang en zegt: ‘We hebben het gehaald.’
Maar in mijn hoofd klinkt alleen maar: wat heb ík gehaald?
Die nacht lig ik wakker in het hotelbed naast Daan. Hij slaapt al snel, uitgeput van alle emoties. Ik staar naar het plafond en voel hoe de paniek langzaam opbouwt.
Wat als dit het is? Wat als dit mijn leven wordt – altijd proberen te voldoen aan verwachtingen die niet de mijne zijn?
De volgende ochtend aan het ontbijt schuift Gerda aan bij ons tafeltje. ‘Ik heb alvast een lijstje gemaakt met dingen die geregeld moeten worden voor jullie nieuwe huis,’ zegt ze opgewekt. ‘En vergeet niet: volgende week zondag familiedag bij ons!’
Daan knikt braaf en kijkt mij vragend aan. Ik glimlach zwakjes.
Na het ontbijt loop ik naar buiten en bel mijn beste vriendin Lotte.
‘Lot… ik weet niet of ik dit kan,’ fluister ik.
Ze zwijgt even aan de andere kant van de lijn. ‘Mariek… wil je dit echt?’
Tranen prikken achter mijn ogen. ‘Ik weet het niet meer.’
‘Kom naar mij toe,’ zegt ze beslist.
Ik kijk naar binnen waar Gerda alweer druk gebaart naar Daan en voel iets breken in mezelf.
‘Ik kom eraan,’ zeg ik zacht.
Ik loop terug naar binnen en pak mijn tas. Daan kijkt verbaasd op als hij me ziet.
‘Waar ga je heen?’ vraagt hij bezorgd.
‘Naar Lotte,’ zeg ik kortaf.
Gerda staat op en komt tussen ons in staan. ‘Marieke, dit is niet het moment om weg te lopen.’
Ik kijk haar aan en voel voor het eerst woede in plaats van angst.
‘Misschien is dit precies het moment,’ zeg ik kalm.
Daan staat op en pakt mijn arm vast. ‘Blijf alsjeblieft… We lossen het samen op.’
Ik trek mijn arm los en kijk hem aan – echt aan – en zie hoe onzeker hij is zonder zijn moeder naast zich.
‘Daan… ik weet niet of ik dit kan,’ fluister ik.
Hij slikt zichtbaar en kijkt weg.
‘Misschien moet je inderdaad even weggaan,’ zegt hij uiteindelijk zacht.
Ik loop naar buiten zonder om te kijken en voel hoe de frisse lucht me overspoelt met opluchting en verdriet tegelijk.
Bij Lotte thuis barst ik in huilen uit. Ze slaat haar armen om me heen en laat me uithuilen tot er niets meer over is dan stilte.
‘Wat nu?’ vraagt ze voorzichtig als ik eindelijk ben uitgehuild.
‘Ik weet het niet,’ zeg ik eerlijk. ‘Maar voor het eerst in maanden voel ik me weer mezelf.’
De dagen daarna blijven de telefoontjes komen – van Daan, van Gerda, zelfs van mijn eigen ouders die niet begrijpen waarom ik alles op het spel zet.
‘Je had alles wat je wilde,’ zegt mijn moeder snikkend aan de telefoon.
‘Nee mam,’ antwoord ik zacht, ‘ik had alles wat anderen wilden.’
Na een week belt Daan nog één keer. Zijn stem klinkt gebroken.
‘Marieke… alsjeblieft…’
Ik sluit mijn ogen en adem diep in.
‘Daan… misschien houden we wel van elkaar, maar soms is liefde niet genoeg als je jezelf verliest.’
Het blijft lang stil aan de andere kant van de lijn voordat hij ophangt.
Nu zit ik hier, maanden later, in een klein appartementje in Utrecht met uitzicht op de Domtoren. Het leven is niet makkelijk – soms voel ik me schuldig of eenzaam – maar elke dag word ik wakker met het gevoel dat ík bepaal wie ik ben en wat ik wil.
Soms vraag ik me af: hoeveel mensen leven hun leven volgens andermans verwachtingen? En hoeveel moed heb je nodig om daaruit te breken? Wat zou jij doen als je moest kiezen tussen jezelf of iedereen tevreden houden?