Toen Marieke De Deur Dichtsloeg, Wist Ik Dat Alles Moest Veranderen
‘Je luistert nooit naar me, Bas! Nooit!’ Marieke’s stem trilde van woede terwijl ze haar jas van de kapstok griste. Lotte, onze dochter van zes, stond met grote ogen in de deuropening van de woonkamer. Ik voelde mijn hart bonzen in mijn keel. ‘Marieke, wacht nou even. Kunnen we alsjeblieft praten?’
Ze draaide zich om, haar ogen vuurrood. ‘Praten? Jij wilt alleen praten als het jou uitkomt. Ik ben er klaar mee!’ Ze sloeg de deur zo hard dicht dat het glas rinkelde. Lotte begon zachtjes te huilen. Ik liep naar haar toe, hurkte neer en sloeg mijn armen om haar heen. ‘Het komt goed, meisje,’ fluisterde ik, maar ik geloofde mezelf niet.
Die avond zat ik alleen aan de keukentafel. De stilte in huis was oorverdovend. Mijn telefoon bleef angstvallig stil; geen berichtje van Marieke. Ik dacht terug aan de afgelopen maanden. We hadden steeds vaker ruzie. Over geld, over werk, over Lotte’s schoolkeuze. Maar vooral over mij – over mijn onvermogen om te veranderen.
‘Waarom moet jij altijd alles bepalen?’ had ze laatst nog geroepen. ‘Je denkt alleen aan jezelf, Bas!’
Misschien had ze gelijk. Ik werkte als vrachtwagenchauffeur, vaak nachten van huis. Marieke voelde zich alleen met Lotte en haar parttime baan in de kinderopvang. Ze wilde verhuizen naar een grotere stad – Utrecht of misschien zelfs Amsterdam – voor meer kansen en een betere school voor Lotte. Maar ik hield vast aan ons leven in Amersfoort, dichtbij mijn ouders en vrienden.
Die nacht lag ik wakker in ons lege bed. Ik hoorde Lotte zachtjes snikken in haar kamer. Mijn hart brak. Had ik dit veroorzaakt? Was mijn koppigheid sterker geweest dan mijn liefde voor mijn gezin?
De volgende ochtend bracht ik Lotte naar school. Ze keek me niet aan toen ze uitstapte. ‘Papa?’ vroeg ze zachtjes. ‘Komt mama nog terug?’
Ik slikte. ‘Ik weet het niet, lieverd. Maar ik ga mijn best doen.’
Op weg naar huis belde ik mijn moeder. ‘Mam, Marieke is weg,’ zei ik met gebroken stem.
Ze zuchtte diep. ‘Bas, je moet haar ruimte geven. Maar je moet ook laten zien dat je bereid bent te veranderen.’
‘Maar hoe dan?’ vroeg ik wanhopig.
‘Begin bij jezelf,’ zei ze simpel.
De dagen sleepten zich voort. Ik probeerde het huishouden draaiende te houden: wassen, koken, Lotte op tijd naar school brengen. Het was zwaar, zwaarder dan ik ooit had gedacht. Ik kreeg meer respect voor Marieke’s dagelijkse strijd.
Op een avond belde mijn schoonzus Anouk. ‘Bas, Marieke logeert bij mij,’ zei ze kortaf. ‘Ze heeft tijd nodig om na te denken.’
‘Mag ik haar spreken?’ vroeg ik smekend.
‘Nee, niet nu.’
Ik voelde me machteloos. Mijn ouders kwamen vaker langs om te helpen met Lotte, maar hun goedbedoelde adviezen maakten me alleen maar onzekerder.
‘Je moet haar laten zien dat je wilt veranderen,’ zei mijn vader streng.
‘Maar wat als het te laat is?’ vroeg ik.
‘Dan heb je het in ieder geval geprobeerd.’
Op een regenachtige woensdagmiddag zat ik met Lotte op de bank toen de deurbel ging. Mijn hart sloeg over – Marieke? Maar het was mijn buurvrouw, mevrouw De Vries.
‘Bas, gaat het wel goed met jullie? Ik hoor Lotte zo vaak huilen.’
Ik knikte zwijgend en sloot de deur weer.
Die avond besloot ik een brief te schrijven aan Marieke:
Lieve Marieke,
Ik weet dat ik fouten heb gemaakt. Ik heb je niet gehoord, niet gezien hoe zwaar je het had. Ik wil veranderen – voor jou, voor Lotte, voor ons gezin. Geef me alsjeblieft nog een kans.
Liefs,
Bas
Ik gaf de brief mee aan Anouk. De dagen daarna leefde ik tussen hoop en vrees.
Op vrijdagmiddag stond Marieke ineens voor de deur. Ze zag er moe uit, haar ogen rood van het huilen.
‘Mag ik binnenkomen?’ vroeg ze zacht.
Ik knikte en deed een stap opzij.
We gingen aan tafel zitten, tegenover elkaar zoals vreemden die elkaar opnieuw moeten leren kennen.
‘Ik heb je brief gelezen,’ begon ze aarzelend. ‘En ik geloof dat je het meent. Maar Bas… het is niet alleen jouw schuld. We zijn elkaar kwijtgeraakt in de drukte van het leven.’
Ik voelde tranen prikken achter mijn ogen. ‘Kunnen we opnieuw beginnen?’ vroeg ik schor.
Ze schudde haar hoofd. ‘Niet zomaar. We moeten hulp zoeken – relatietherapie misschien.’
Ik knikte snel. ‘Alles wat nodig is.’
Lotte kwam voorzichtig de kamer binnen en keek van mij naar Marieke.
‘Mama?’ vroeg ze onzeker.
Marieke spreidde haar armen en Lotte vloog erin.
Die avond zaten we met z’n drieën op de bank, dichter bij elkaar dan we in maanden waren geweest. Het was geen happy end – nog lang niet – maar het was een begin.
Soms vraag ik me af: waarom moest het zo ver komen voordat ik inzag wat echt belangrijk is? En kunnen mensen echt veranderen als ze alles dreigen kwijt te raken?