Tussen de Scherven: Het Verhaal van een Stiefmoeder in Nederland
‘Waarom moet het altijd zo gaan?’ Mijn stem trilt terwijl ik de deur van de woonkamer zachtjes achter me dichttrek. De geur van verse koffie mengt zich met het geluid van kinderstemmen die door het huis galmen. Het is zaterdag, de dag waarop mijn man Pieter’s dochter, Sanne, met haar twee kinderen bij ons komt. En elke week opnieuw voelt het alsof ik een bijrol speel in mijn eigen huis.
‘Anja, kun je even helpen met de jasjes?’ roept Pieter vanuit de gang. Ik slik mijn frustratie weg en loop naar voren. Sanne staat daar, haar blik strak op haar telefoon, terwijl haar kinderen – Bram van zes en Lotte van vier – hun schoenen uittrappen en hun jassen op de grond laten vallen.
‘Goedemorgen,’ probeer ik opgewekt. Sanne knikt kort, zonder op te kijken. ‘Mam, waar is de oplader?’ vraagt ze aan Pieter, alsof ik lucht ben. Mijn hart krimpt ineen. Het is altijd zo: ik besta niet als zij er zijn.
Pieter glimlacht verontschuldigend naar me. ‘Anja, weet jij waar die oplader ligt?’
‘In de la bij de keuken,’ antwoord ik zacht. Sanne loopt langs me heen zonder iets te zeggen. Ik voel hoe mijn handen trillen van ingehouden woede en verdriet.
In de keuken probeer ik mezelf tot rust te brengen. Ik zet kopjes klaar, schenk sap in voor de kinderen. Bram stormt binnen en grijpt een koekje uit de trommel. ‘Mag dat wel?’ vraag ik voorzichtig.
‘Dat mag van mama altijd,’ zegt hij brutaal. Sanne kijkt niet op of om.
Het huis vult zich met lawaai, speelgoed verspreidt zich over de vloer, en Pieter lacht hard om een grapje van Lotte. Ik sta aan de zijlijn, kijkend naar een gezin waar ik nooit echt deel van zal uitmaken.
Na het eten ruim ik op terwijl Pieter met Sanne praat over haar werk. Ze werkt als verpleegkundige in het ziekenhuis in Utrecht en lijkt altijd haast te hebben. ‘Ik snap niet dat je dat volhoudt,’ zegt Pieter bewonderend.
‘Je moet wel,’ antwoordt Sanne schouderophalend. ‘Met twee kinderen alleen.’
Ik voel een steek van jaloezie – niet om haar leven, maar om de vanzelfsprekende band tussen hen. Mijn eigen dochter, Marieke, woont in Groningen en komt zelden thuis. Onze band is verwaterd sinds haar vader en ik uit elkaar gingen.
‘Anja, kun je even helpen met Lotte’s veters?’ vraagt Pieter plotseling. Ik kniel neer bij het meisje, die me met grote blauwe ogen aankijkt.
‘Dank je wel, oma,’ zegt ze zachtjes.
Mijn hart smelt even, maar Sanne’s blik snijdt er meteen doorheen. ‘Ze heet Anja,’ zegt ze streng tegen haar dochter.
Ik glimlach flauwtjes en knik. ‘Dat klopt, lieverd.’
De middag sleept zich voort. Ik probeer gesprekken aan te knopen, maar Sanne houdt me op afstand. Als ik voorstel om samen een spelletje te doen met de kinderen, zegt ze: ‘Nee hoor, ze zijn moe.’
Pieter merkt niets van mijn worsteling. Hij geniet zichtbaar van zijn kleinkinderen en dochter onder één dak. Soms lijkt het alsof hij vergeet dat ik er ook nog ben.
Na hun vertrek blijft het huis stil achter. Ik ruim speelgoed op, veeg kruimels van de tafel en voel tranen prikken achter mijn ogen.
‘Waarom voel ik me zo alleen in mijn eigen huis?’ fluister ik tegen mezelf.
Die avond zit ik tegenover Pieter aan tafel. Hij kijkt op van zijn krant. ‘Je was stil vandaag.’
Ik aarzel even. ‘Het is gewoon… soms voelt het alsof ik niet meetel als Sanne er is.’
Hij fronst zijn wenkbrauwen. ‘Dat is toch onzin? Je hoort er gewoon bij.’
‘Voor jou misschien,’ zeg ik zacht. ‘Maar voor haar niet.’
Hij zucht diep en vouwt zijn krant dicht. ‘Geef het tijd, Anja. Ze heeft het moeilijk gehad na haar scheiding.’
‘En ik dan?’ barst ik uit. ‘Denk je dat dit makkelijk is voor mij? Elke week voel ik me een indringer in mijn eigen huis!’
Pieter kijkt me aan alsof hij me voor het eerst ziet. ‘Ik wist niet dat je je zo voelde.’
‘Nee,’ zeg ik bitter, ‘dat weet je nooit.’
Die nacht lig ik wakker, luisterend naar zijn rustige ademhaling naast me. Mijn gedachten malen: Had ik meer moeten doen? Ben ik te gevoelig? Of is dit gewoon hoe samengestelde gezinnen werken?
De weken verstrijken en elke zaterdag herhaalt zich hetzelfde patroon. Soms probeer ik met Sanne te praten, maar ze houdt me af met beleefde afstandelijkheid.
Op een dag belt Marieke onverwacht op. ‘Mam, kan ik dit weekend langskomen?’
Mijn hart maakt een sprongetje. ‘Natuurlijk! Wat leuk!’
Als Marieke arriveert, voel ik me eindelijk weer moeder. We praten urenlang over haar studie, haar vrienden, haar twijfels over de toekomst.
‘Hoe gaat het eigenlijk met jou en Pieter?’ vraagt ze voorzichtig.
Ik aarzel even voordat ik antwoord geef. ‘Het is moeilijker dan ik dacht… Soms heb ik het gevoel dat ik er niet bij hoor als Sanne er is.’
Marieke knikt begrijpend. ‘Misschien moet je dat eens tegen haar zeggen.’
De volgende zaterdag neem ik mezelf voor om het gesprek aan te gaan. Als Sanne arriveert, klop ik op haar deur terwijl ze haar jas ophangt.
‘Sanne, mag ik even met je praten?’
Ze kijkt verrast op. ‘Eh… ja?’
Mijn handen trillen terwijl ik begin te spreken. ‘Ik weet dat dit allemaal niet makkelijk is geweest voor jou… Maar soms voel ik me buitengesloten als jullie hier zijn.’
Sanne kijkt weg en haalt haar schouders op. ‘Het is gewoon raar… Jij bent niet mijn moeder.’
‘Dat weet ik,’ zeg ik zacht. ‘Maar we delen wel dit huis – en misschien kunnen we proberen elkaar wat meer ruimte te geven?’
Ze zwijgt even en knikt dan langzaam. ‘Misschien…’
Het is geen verzoening, geen warme omhelzing – maar het is iets.
Die avond zit ik alleen in de tuin, kijkend naar de ondergaande zon boven de rijtjeshuizen van Amersfoort. De stilte voelt minder zwaar dan anders.
Misschien is dit hoe het moet zijn: kleine stapjes, scherven lijmen tot iets nieuws.
Zou het ooit echt als thuis voelen? Of blijft er altijd iets tussen ons in staan? Wat denken jullie – kan een samengesteld gezin ooit echt één worden?