Tussen Liefde en Loyaliteit: Het Onzichtbare Gevecht van een Moeder

‘Mark, waarom bel je nooit meer zomaar even?’ Mijn stem trilt terwijl ik de telefoon steviger tegen mijn oor druk. Aan de andere kant hoor ik een zucht, gevolgd door het zachte gerinkel van bestek. ‘Mam, we hebben het gewoon druk. Sophie werkt veel, en ik ook. Je weet hoe het gaat.’

Ik weet hoe het gaat. Sinds Mark met Sophie is getrouwd, lijkt alles veranderd. Vroeger kwam hij elke zondag langs, at hij zijn favoriete stamppot bij mij aan tafel, lachte hij om mijn verhalen over vroeger. Nu is er altijd een reden om niet te komen: een etentje met vrienden, een weekendje weg, of gewoon ‘te druk’. En altijd is Sophie erbij.

Sophie. Blond haar, altijd perfect gekleed, glimlach die net iets te lang blijft hangen. Ze is vriendelijk, maar er hangt iets tussen ons in. Iets onuitgesproken. Ik voel me een indringer in hun leven, alsof ik op visite ben in het huis van mijn eigen zoon.

‘Misschien kun je volgende week komen eten?’ probeer ik voorzichtig. ‘Ik maak jouw lievelingsgerecht.’

‘Ik zal het met Sophie overleggen,’ zegt Mark. ‘We laten het weten.’

We laten het weten. Niet eens een belofte, slechts een mogelijkheid. Ik leg de telefoon neer en staar naar de lege stoel aan de keukentafel. De stilte in huis drukt zwaar op mijn borst.

De dagen kruipen voorbij. Op Facebook zie ik foto’s van Mark en Sophie in Maastricht, lachend op een terras. Geen berichtje, geen uitnodiging. Mijn hart krimpt ineen van jaloezie en verdriet.

Op een regenachtige woensdag belt mijn zus Anja aan. Ze ziet meteen dat er iets mis is. ‘Je moet hem loslaten,’ zegt ze zacht terwijl ze haar hand op mijn arm legt. ‘Kinderen bouwen hun eigen leven op.’

‘Maar waarom voel ik me dan zo buitengesloten?’ fluister ik. ‘Alsof Sophie hem van me afpakt.’

Anja zucht. ‘Misschien moet je proberen haar beter te leren kennen. Nodig haar eens alleen uit.’

Het idee maakt me nerveus, maar ik besluit het te proberen. Ik stuur Sophie een berichtje: “Zin om samen koffie te drinken?”

Haar antwoord komt snel: “Leuk! Wanneer?”

We spreken af in een café in het centrum van Utrecht. Terwijl ik wacht, friemel ik aan mijn ring. Sophie arriveert stipt op tijd, haar jas perfect afgestemd op haar schoenen.

‘Wat fijn dat je me uitnodigde,’ zegt ze glimlachend.

‘Ik wilde je graag beter leren kennen,’ zeg ik voorzichtig.

Ze knikt en bestelt een cappuccino. Het gesprek blijft oppervlakkig: werk, vakanties, haar passie voor yoga. Ik probeer te vragen naar haar jeugd, haar familie, maar ze houdt het kort.

‘Mark is zo veranderd sinds jullie samen zijn,’ flap ik eruit voordat ik mezelf kan tegenhouden.

Sophie kijkt me even strak aan, dan glimlacht ze weer. ‘We zijn allebei veranderd. Dat hoort bij volwassen worden, toch?’

Ik knik, maar voel me niet gerustgesteld.

Thuis denk ik na over wat er misgaat. Is het jaloezie? Angst om Mark kwijt te raken? Of is er echt iets aan de hand tussen hen?

De weken verstrijken. Mark komt minder vaak langs, belt steeds korter. Op een avond hoor ik via via dat ze misschien naar Groningen willen verhuizen vanwege Sophie’s werk.

Mijn wereld stort in.

Ik besluit Mark te confronteren als hij eindelijk weer eens langskomt.

‘Wil je echt zo ver weg gaan wonen?’ vraag ik terwijl ik de aardappels opschep.

Mark kijkt ongemakkelijk naar zijn bord. ‘Het is nog niet zeker, mam.’

‘Maar waarom? Alles wat je kent is hier!’

Sophie legt haar hand op Marks arm. ‘Het is voor mijn carrière belangrijk.’

‘En voor mij dan?’ Mijn stem breekt.

Mark zucht diep. ‘Mam, ik ben volwassen. Je moet me loslaten.’

De rest van het etentje verloopt stroef. Als ze vertrekken, blijf ik huilend achter.

In de weken daarna probeer ik alles: lieve berichtjes sturen, onverwacht langsgaan met appeltaart, zelfs roddels verspreiden over Sophie’s familie bij de buren in de hoop dat Mark iets opvangt en zich zorgen maakt.

Niets werkt. Mark trekt zich alleen maar verder terug.

Op een dag krijg ik een brief van hem:

‘Lieve mam,
Ik hou van je en dat zal nooit veranderen, maar je moet accepteren dat Sophie nu mijn gezin is. Ik wil niet kiezen tussen jullie tweeën. Alsjeblieft, probeer haar niet weg te duwen.’

Ik huil tot diep in de nacht.

De maanden gaan voorbij en langzaam besef ik dat mijn pogingen alleen maar meer afstand hebben gecreëerd. Ik zie Mark minder dan ooit.

Op een koude winteravond zit ik alleen aan tafel en denk na over alles wat er gebeurd is. Had ik anders moeten handelen? Had ik meer moeten vertrouwen op Marks keuzes?

Misschien is liefde soms loslaten – ook als dat pijn doet.

Hebben jullie ooit iemand moeten loslaten die je zo dierbaar was? Of zou je blijven vechten voor wat je liefhebt?