Tussen Twee Huizen: Hoe Mijn Schoonmoeder Mijn Leven Probeerde Over te Nemen
‘Je doet het weer verkeerd, Marieke. De aardappels moeten eerst gekookt worden, niet gebakken!’ Gerda’s stem sneed door de keuken alsof ze de lucht zelf in plakjes sneed. Ik voelde mijn handen trillen terwijl ik de pan op het vuur zette. Jeroen zat in de woonkamer, verdiept in zijn krant, alsof hij niet hoorde hoe zijn moeder me voor de derde keer die week corrigeerde.
‘Misschien wil je het zelf doen?’ probeerde ik, mijn stem zachter dan ik wilde. Gerda snoof. ‘Nee hoor, jij bent hier de vrouw des huizes. Maar als je het doet, doe het dan goed.’
Die woorden bleven hangen, als een koude mist die niet optrok. Ik was hier inderdaad de vrouw des huizes – tenminste, dat dacht ik toen Jeroen en ik drie jaar geleden ons huis in Amersfoort kochten. Maar sinds Gerda na haar scheiding bij ons was ingetrokken, voelde het alsof ik een gast was in mijn eigen leven.
Het begon allemaal onschuldig. Gerda had nergens anders om naartoe te gaan, zei Jeroen. ‘Het is tijdelijk, Marieke. Ze heeft alleen even steun nodig.’ Ik wilde hem geloven. Natuurlijk wilde ik helpen. Maar tijdelijk werd maanden, maanden werden jaren. En met elke dag leek Gerda meer ruimte in te nemen – letterlijk en figuurlijk.
‘Waarom laat je haar zo met je praten?’ vroeg mijn vriendin Sanne op een avond toen we samen op het terras zaten. Ik haalde mijn schouders op. ‘Ze is zijn moeder. Wat moet ik dan?’
‘Jeroen moet voor jou kiezen, niet voor haar.’
Maar Jeroen koos niet. Of misschien koos hij wel, maar nooit voor mij.
De eerste echte ruzie kwam toen ik zwanger werd van onze dochter, Lotte. Gerda vond dat we haar moesten vernoemen naar haar moeder: Wilhelmina. ‘Dat is traditie in onze familie,’ zei ze streng aan tafel.
‘Maar wij vinden Lotte mooi,’ zei ik zachtjes.
‘Lotte? Dat klinkt als een kattennaam.’
Jeroen lachte ongemakkelijk. ‘Mam, het is onze keuze.’
Gerda keek me aan met die blik die ik inmiddels zo goed kende: een mengeling van teleurstelling en minachting. ‘Jullie weten niet wat respect is.’
Die avond lag ik wakker naast Jeroen. ‘Waarom laat je haar altijd winnen?’ vroeg ik.
Hij zuchtte diep. ‘Ze heeft het moeilijk, Marieke. Kun je niet gewoon een beetje toegeven?’
Ik gaf toe. Steeds weer. Tot ik mezelf nauwelijks nog herkende.
De maanden na Lotte’s geboorte waren een waas van slapeloze nachten en eindeloze discussies over opvoeding. Gerda wist alles beter: hoe Lotte moest slapen (‘op haar zij, nooit op haar rug!’), wat ze moest eten (‘geen potjes, alleen zelfgemaakte groente!’), zelfs welke kleertjes ze aan moest (‘dat roze staat haar niet’).
Op een dag kwam ik thuis van mijn werk en vond ik Gerda in Lotte’s kamer, bezig haar kastje uit te ruimen.
‘Wat doe je?’ vroeg ik verbaasd.
‘Deze rommel kan weg,’ zei ze zonder op te kijken. ‘Ik heb nieuwe kleren gekocht voor Lotte. Veel beter dan die goedkope dingen van jou.’
Ik voelde iets breken in mij. ‘Gerda, dit is mijn dochter. Je kunt niet zomaar…’
Ze draaide zich langzaam om en keek me aan alsof ík degene was die te ver ging. ‘Jij weet niet wat goed voor haar is.’
Die avond probeerde ik met Jeroen te praten. ‘Dit kan zo niet langer,’ zei ik terwijl de tranen over mijn wangen liepen. ‘Ze neemt alles over. Ons huis, onze dochter… zelfs jou.’
Hij keek me aan met lege ogen. ‘Wat wil je dat ik doe? Ze heeft niemand anders.’
‘Maar ík heb jou nodig!’ snikte ik.
Hij sloeg zijn armen om me heen, maar zijn omhelzing voelde leeg.
De dagen werden weken, de weken maanden. Ik probeerde grenzen te stellen, maar Gerda vond altijd een manier om ze te overschrijden. Ze las mijn post (‘ik dacht dat het voor mij was’), bemoeide zich met mijn werk (‘je zou beter thuis kunnen blijven voor Lotte’), en zelfs met mijn vrienden (‘Sanne is geen goede invloed op je’).
Op een dag kwam Sanne onverwacht langs terwijl Gerda boodschappen deed.
‘Je ziet eruit alsof je elk moment kunt instorten,’ zei ze bezorgd.
Ik barstte in tranen uit. ‘Ik weet niet meer wie ik ben, Sanne. Alles draait om haar.’
Sanne pakte mijn hand vast. ‘Je moet kiezen voor jezelf, Marieke. Anders raak je alles kwijt.’
Die woorden bleven in mijn hoofd rondzingen terwijl ik die nacht wakker lag naast Jeroen.
De volgende ochtend besloot ik met hem te praten voordat Gerda wakker werd.
‘Jeroen… Ik kan zo niet verder,’ begon ik voorzichtig.
Hij keek me aan, moe en verslagen. ‘Wat wil je dan?’
‘Dat we weer samen zijn. Zonder haar ertussenin.’
Hij zweeg lang. ‘Ze heeft niemand anders,’ herhaalde hij uiteindelijk.
‘En ik dan? Heb jij mij nog?’
Hij antwoordde niet.
Die dag pakte ik Lotte’s tas in en reed naar mijn ouders in Zwolle. Het voelde als falen – alsof ik had opgegeven voordat de strijd echt begonnen was. Maar ergens diep vanbinnen voelde ik ook iets anders: opluchting.
De weken bij mijn ouders waren zwaar maar helend. Mijn moeder kookte stamppot zoals vroeger, mijn vader speelde met Lotte in de tuin. Voor het eerst in jaren voelde ik me weer gezien.
Jeroen belde elke dag, maar zijn stem klonk steeds afstandelijker.
‘Wanneer kom je terug?’ vroeg hij op een avond.
‘Als jij kiest voor ons,’ antwoordde ik zachtjes.
Er viel een lange stilte aan de andere kant van de lijn.
‘Ik weet het niet, Marieke,’ fluisterde hij uiteindelijk.
Na drie maanden stuurde hij me een bericht: “Ik mis je, maar mam kan niet alleen zijn.”
Ik huilde die nacht harder dan ooit tevoren.
Langzaam begon ik een nieuw leven op te bouwen in Zwolle. Ik vond een parttime baan bij de bibliotheek en Lotte ging naar een peuterspeelzaal waar ze snel vriendjes maakte. Mijn ouders steunden me onvoorwaardelijk.
Soms droomde ik nog van Jeroen – van hoe het had kunnen zijn als hij voor mij had gekozen. Maar elke ochtend werd ik wakker met het besef dat ik eindelijk weer adem kon halen.
Gerda stuurde af en toe een kaartje voor Lotte’s verjaardag of Sinterklaas, altijd ondertekend met “Oma Wilhelmina”. Ik glimlachte wrang bij het zien van die naam – haar laatste poging om controle te houden over iets wat nooit echt van haar was geweest.
Soms vraag ik me af: Had ik harder moeten vechten? Of was weggaan juist het moedigste wat ik kon doen? Wat zou jij hebben gedaan als je moest kiezen tussen jezelf verliezen of alles achterlaten?