Twee banen, één geheim: Hoe geld mijn liefde op de proef stelde
‘Waarom heb je nooit iets gezegd, Sophie?’ Mijn stem trilt, mijn handen zijn klam. De stilte in onze kleine woonkamer in Utrecht is ondraaglijk. Buiten tikt de regen tegen het raam, maar binnen lijkt alles stil te staan. Sophie kijkt me niet aan. Ze staart naar haar handen, haar vingers draaien zenuwachtig aan haar ring.
‘Ik… ik wist niet hoe,’ fluistert ze uiteindelijk. Haar stem is nauwelijks hoorbaar, maar de woorden slaan in als een bom.
Ik voel hoe mijn hart bonkt in mijn borstkas. Al maanden werk ik dubbele diensten: ’s ochtends in de bakkerij van mijn vader, ’s avonds als fietskoerier door de stad. Alles om de huur te betalen, om samen een toekomst op te bouwen. En nu dit. Een geheim dat alles onderuit haalt.
‘Je wist niet hoe?’ herhaal ik, bijna schamper. ‘Sophie, ik heb je alles verteld. Over mijn schulden, over mijn moeder die ziek is, over mijn dromen. En jij…’
Ze kijkt op, haar ogen rood van het huilen. ‘Het was niet expres, echt niet. Ik wilde gewoon niet dat je anders naar me zou kijken.’
Ik loop naar het raam en kijk naar buiten. De grachten zijn donker, het water weerspiegelt de lantaarns. Mijn hoofd maalt. Hoe lang weet ze dit al? Hoe lang leef ik al in een leugen?
Het begon allemaal zo simpel. We ontmoetten elkaar op een feestje van een gezamenlijke vriend, Jasper. Zij met haar sprankelende lach en ik met mijn onhandige grapjes. We waren jong, verliefd en arm – dacht ik. Samen goedkope wijn drinken op het balkon, dromen over reizen naar Italië of Frankrijk. Zij zei altijd: ‘Als we ooit geld hebben, dan…’
Maar blijkbaar hád ze al geld. Meer dan ik ooit bij elkaar zal sparen in mijn hele leven.
‘Hoeveel is het?’ vraag ik zacht.
Ze slikt. ‘Mijn opa heeft me een huis nagelaten in Amsterdam-Zuid. En… er is een rekening. Er staat nu bijna vier ton op.’
Vier ton. Ik voel me misselijk worden. Al die keren dat we samen boodschappen deden en ik de euro’s bij elkaar schraapte voor pasta en tomatensaus. Al die keren dat zij zei: ‘Laat mij maar betalen deze keer’, en ik me schuldig voelde omdat ik zo weinig had.
‘Waarom heb je het nooit verteld?’ Mijn stem breekt.
Ze haalt haar schouders op, tranen rollen over haar wangen. ‘Omdat jij altijd zo trots was op wat je zelf bereikt had. Ik wilde niet dat je dacht dat ik verwend was, of dat je alleen bij me bleef voor het geld.’
Ik draai me om en kijk haar aan. ‘Maar nu denk ik alleen maar: waarom heb je me niet vertrouwd?’
Ze snikt zachtjes. ‘Het ging niet om vertrouwen… Ik was gewoon bang om je kwijt te raken.’
De dagen erna zijn zwaar. We praten nauwelijks met elkaar. Ik slaap op de bank, zij in bed. Mijn hoofd zit vol vragen die ik niet durf te stellen.
Op een avond komt mijn zus Marieke langs. Ze ziet meteen dat er iets mis is.
‘Wat is er aan de hand, Daan?’ vraagt ze terwijl ze haar jas ophangt.
Ik vertel haar alles, van het dubbele werken tot het grote geheim van Sophie.
Marieke zucht diep. ‘Weet je nog hoe papa altijd zei: geld maakt meer kapot dan je lief is?’
Ik knik. Onze vader verloor ooit zijn beste vriend door een ruzie over geld.
‘Maar misschien,’ zegt Marieke voorzichtig, ‘heeft Sophie het ook niet makkelijk gehad met zo’n geheim.’
Ik denk na over haar woorden terwijl ik naar Sophie kijk die in de keuken thee zet. Ze lijkt kleiner dan ooit, alsof het gewicht van haar geheim haar letterlijk heeft gebogen.
Die nacht kan ik niet slapen. Mijn gedachten razen: Had ik hetzelfde gedaan? Zou ik eerlijk zijn geweest als de rollen omgedraaid waren?
De volgende ochtend besluit ik met Sophie te praten.
‘Sophie,’ begin ik aarzelend terwijl ze haar koffie roert, ‘ik wil begrijpen waarom je dit hebt gedaan.’
Ze kijkt me aan met betraande ogen. ‘Mijn ouders hebben altijd gezegd dat mensen alleen maar met me omgaan vanwege het geld van opa. Ik wilde dat jij van mij hield om wie ik ben, niet om wat ik heb.’
Ik zucht diep. ‘Maar nu weet ik niet meer wie je bent.’
Ze pakt mijn hand vast. ‘Ik ben nog steeds dezelfde Sophie als altijd.’
‘Dat weet ik niet,’ zeg ik eerlijk.
De weken verstrijken en de afstand tussen ons groeit. Mijn vrienden merken het ook.
‘Daan, laat het los,’ zegt Jasper op een avond in café De Zwarte Ruiter. ‘Iedereen heeft geheimen.’
‘Maar dit is geen klein geheim,’ antwoord ik fel.
Hij knikt begrijpend. ‘Misschien moet je jezelf afvragen wat belangrijker is: haar eerlijkheid of haar liefde?’
Thuis probeer ik weer met Sophie te praten.
‘Wil je dat ik het geld weggeef?’ vraagt ze ineens wanhopig.
‘Nee,’ zeg ik snel, ‘het gaat niet om het geld zelf…’
‘Waar dan wel om?’
Ik weet het niet meer zeker. Om vertrouwen? Om eerlijkheid? Of ben ik gewoon jaloers op wat zij heeft en ik nooit zal krijgen?
Op een dag komt haar moeder langs uit Haarlem. Een statige vrouw met parelketting en scherpe blik.
‘Daan,’ zegt ze terwijl ze haar jas uittrekt, ‘ik hoop dat je begrijpt dat Sophie altijd heeft geprobeerd zichzelf te beschermen.’
‘Tegen wie?’ vraag ik verbaasd.
‘Tegen iedereen die haar alleen ziet als een portemonnee.’
Ik voel me gekleineerd en boos tegelijk.
Na haar vertrek barst de bom tussen mij en Sophie.
‘Je familie denkt dat iedereen uit is op je geld!’ roep ik gefrustreerd.
‘Dat is ook zo!’ schreeuwt ze terug. ‘Behalve jij! Daarom hield ik van je!’
We huilen allebei die nacht. Voor het eerst sinds weken kruipt ze dicht tegen me aan in bed.
‘Wat nu?’ fluister ik in het donker.
Ze antwoordt niet meteen.
De volgende ochtend pakt ze haar spullen en vertrekt voor een paar dagen naar haar zus in Groningen.
Ik blijf achter in ons lege huis en vraag me af of liefde genoeg is als vertrouwen ontbreekt.
Een week later staat ze weer voor de deur.
‘Daan,’ zegt ze zacht, ‘ik wil eerlijk zijn vanaf nu. Over alles.’
We praten urenlang, over onze angsten, onze dromen en onze fouten.
Langzaam groeit er weer iets tussen ons – geen blind vertrouwen meer, maar iets nieuws: kwetsbaarheid.
Nu, maanden later, werken we samen aan onze relatie. Het geld is er nog steeds, maar het bepaalt ons leven niet meer zoals eerst.
Soms vraag ik mezelf af: wat weegt zwaarder – eerlijkheid of liefde? En kunnen we ooit echt opnieuw beginnen als er zoveel tussen ons in heeft gestaan?