Wanneer alles verdwijnt: De waarheid die ons gezin verscheurde

‘Waar is oma’s zilveren ketting gebleven?’ vroeg Marieke met trillende stem terwijl ze de la van het dressoir openhield. Mijn hart sloeg over. Niet weer, dacht ik. De afgelopen weken waren er steeds kleine dingen verdwenen: een envelop met geld, mijn oude horloge, zelfs een paar flessen wijn uit de kelder. Eerst dacht ik dat we gewoon slordig waren, maar nu voelde het anders.

‘Misschien heb je hem ergens anders neergelegd?’ probeerde ik voorzichtig, maar Marieke schudde haar hoofd. ‘Nee, Jeroen. Ik weet zeker dat hij hier lag. Dit is niet de eerste keer.’

Die avond zaten we samen aan de keukentafel, de stilte tussen ons zwaar en ongemakkelijk. Onze zoon Bas kwam binnen, gooide zijn rugzak op de grond en keek ons vragend aan. ‘Wat is er aan de hand?’ vroeg hij. Marieke keek me aan, haar ogen rood van het huilen. ‘Er verdwijnen dingen uit huis, Bas. We weten niet wie of wat het doet.’

Bas haalde zijn schouders op. ‘Misschien een inbreker?’

‘Zonder braaksporen? En alleen kleine dingen?’ zei ik. Het klonk ongeloofwaardig, zelfs voor mijzelf.

Die nacht lag ik wakker. Mijn gedachten draaiden in cirkels. Wie kon dit doen? We woonden in een rustige wijk in Amersfoort, iedereen kende elkaar. Mijn zus Anouk kwam vaak langs om op de kinderen te passen, net als mijn moeder. Maar familie… familie deed zoiets niet, toch?

De volgende dag stelde Marieke voor om beveiligingscamera’s te installeren. ‘Gewoon om zeker te zijn,’ zei ze zachtjes. Ik voelde me schuldig – alsof we onze eigen familie niet konden vertrouwen – maar ik stemde toe. Diezelfde avond hing ik twee kleine camera’s op: één in de gang en één in de woonkamer.

De dagen erna gebeurde er niets bijzonders. Totdat ik op een donderdagmiddag thuiskwam en merkte dat de envelop met spaargeld uit het kastje verdwenen was. Mijn handen trilden toen ik de beelden terugspoelde.

Op het scherm zag ik Anouk binnenkomen met haar reservesleutel. Ze keek om zich heen, liep naar het kastje en haalde de envelop eruit. Haar gezicht was gespannen, haar bewegingen gehaast. Ik voelde hoe mijn keel werd dichtgeknepen.

‘Jeroen?’ Marieke stond achter me en keek mee naar het scherm. Haar hand vloog naar haar mond. ‘Nee… dat kan niet.’

Die avond zaten we zwijgend aan tafel. Bas merkte meteen dat er iets mis was. ‘Wat is er gebeurd?’ vroeg hij voorzichtig.

Ik wist niet wat ik moest zeggen. Hoe vertel je je kinderen dat hun tante – mijn eigen zus – hun vertrouwen heeft geschonden?

De volgende dag belde ik Anouk en vroeg of ze langs wilde komen. Ze kwam binnen met haar gebruikelijke glimlach, maar die verdween toen ze onze gezichten zag.

‘Wat is er aan de hand?’ vroeg ze nerveus.

Ik liet haar de beelden zien zonder iets te zeggen. Ze staarde naar het scherm, haar gezicht werd wit.

‘Waarom?’ vroeg Marieke zachtjes, haar stem brak.

Anouk begon te huilen. ‘Het spijt me zo… Ik zit zo diep in de schulden, Jeroen. Ik wist niet meer wat ik moest doen.’

‘Waarom heb je niets gezegd?’ vroeg ik boos en verdrietig tegelijk.

‘Ik schaamde me… Ik dacht dat ik het wel terug kon leggen voordat iemand het merkte.’

De weken daarna waren een hel. Mijn moeder hoorde ervan en nam het voor Anouk op: ‘Ze heeft hulp nodig, geen straf!’ Maar Marieke wilde haar nooit meer in huis hebben. Bas was boos en teleurgesteld; hij had altijd opgekeken naar zijn tante.

De familie viel uit elkaar. Kerstdiners werden ongemakkelijk, verjaardagen werden overgeslagen. Mijn moeder probeerde te bemiddelen, maar elke poging liep uit op ruzie.

Op een avond zat ik alleen in de tuin, starend naar de donkere lucht boven Amersfoort. Hoe kon het zover komen? Had ik eerder moeten ingrijpen? Had ik Anouk kunnen helpen als ze eerlijk was geweest?

Marieke kwam naast me zitten en pakte mijn hand vast. ‘We hebben gedaan wat we konden,’ fluisterde ze.

Maar toch bleef het knagen: waar ligt de grens tussen vertrouwen en bescherming? Wanneer wordt liefde naïviteit?

Soms vraag ik me af: als jij in mijn schoenen stond, wat zou jij dan doen? Zou jij je familie kunnen vergeven?