Een jaar zonder Lotte: Hoe ik mijn kleindochter verloor door een keuze die ik moest maken
‘Dus je kiest voor jezelf, mam?’ De stem van mijn zoon Bas trilt aan de andere kant van de lijn. Ik hoor zijn ademhaling, zwaar en onregelmatig, alsof hij zichzelf dwingt niet te huilen. Mijn vingers klemmen zich om de rand van de keukentafel. De geur van afgekoelde koffie hangt in de lucht, maar ik proef alleen de bitterheid van zijn woorden.
‘Bas, ik kan niet meer,’ fluister ik. ‘Mijn pensioen is niet genoeg. Ik heb zelf nauwelijks geld om boodschappen te doen.’
‘Je weet wat dit betekent,’ zegt hij. ‘Als jij ons niet meer helpt, hoef je Lotte voorlopig niet meer te zien.’
Het is alsof iemand een mes in mijn borst steekt. Lotte, mijn zonnestraal. Haar blonde haren, haar schaterlach als ze op mijn schoot klimt. De gedachte dat ik haar niet meer mag zien, beneemt me de adem.
Die avond zit ik urenlang in het donker. Mijn flat in Utrecht voelt kouder dan ooit. Ik staar naar de foto op de kast: Lotte op haar derde verjaardag, haar gezichtje besmeurd met slagroom, Bas die haar optilt terwijl ze gilt van plezier. Mijn hart breekt opnieuw.
De dagen erna probeer ik Bas te bellen. Geen gehoor. Ik stuur hem berichtjes: ‘Hoe gaat het met Lotte?’ ‘Mag ik haar even spreken?’ Geen antwoord. Mijn schoondochter Sanne blokkeert me op WhatsApp. Het is alsof ik nooit heb bestaan.
De stilte groeit uit tot een muur tussen ons. Ik loop door het huis, raak haar speelgoed aan dat nog in de hoek ligt – een knuffelkonijn, een doosje kleurpotloden. Alles ruikt nog naar haar. Soms denk ik dat ik haar voetstapjes hoor op de gang, maar het is slechts de wind die tegen het raam tikt.
Mijn zus Els belt op een avond. ‘Je moet je trots inslikken, Marijke,’ zegt ze streng. ‘Bas heeft het zwaar. Misschien kun je toch iets missen?’
‘Els, ik heb niks meer om te geven,’ snik ik. ‘Ik eet brood met pindakaas en hoop dat het tot het einde van de maand genoeg is.’
Ze zucht. ‘Misschien moet je gewoon langsgaan.’
Maar ik weet dat dat geen zin heeft. Sanne heeft me eens duidelijk gemaakt dat ik niet welkom ben als ik geen bijdrage lever. ‘We hebben het zwaar, Marijke,’ zei ze die laatste keer dat ik er was. ‘Iedereen helpt zijn kinderen tegenwoordig financieel. Waarom zou jij anders zijn?’
Waarom zou ik anders zijn? Die vraag blijft door mijn hoofd spoken. Ben ik een slechte moeder omdat ik niet meer kan geven? Heb ik gefaald als oma omdat mijn liefde niet in euro’s te meten is?
De maanden kruipen voorbij. Op straat zie ik moeders met hun kinderen fietsen, oma’s die hun kleinkinderen ophalen van school. Het steekt als zout in een open wond. Soms ga ik naar het speeltuintje waar Lotte altijd speelde, in de hoop haar te zien. Maar ze komt nooit.
Op een dag krijg ik een kaartje in de bus: ‘Gefeliciteerd met je verjaardag, oma! Kusjes van Lotte.’ Het handschrift is duidelijk dat van Sanne. Geen foto, geen uitnodiging om langs te komen. Alleen die paar woorden, als een pleister op een gapende wond.
Ik probeer mezelf af te leiden: vrijwilligerswerk bij het buurthuis, breien voor het goede doel, koffie drinken met oude vriendinnen. Maar niets vult het gat dat Lotte heeft achtergelaten.
Op een avond zit ik bij het raam en kijk naar de regen die tegen het glas slaat. Mijn buurvrouw Anja komt langs met appeltaart. ‘Je moet niet zo alleen zijn,’ zegt ze zachtjes.
‘Ik mis haar zo verschrikkelijk,’ fluister ik.
Anja knikt begrijpend. ‘Misschien komt Bas ooit tot inkeer.’
Maar wat als hij dat niet doet? Wat als dit mijn straf is voor een leven lang zorgen en nu niet meer kunnen?
De winter komt en gaat. Op oudejaarsavond steek ik alleen een sterretje aan op het balkon en fluister haar naam in de nacht: ‘Lotte.’
Soms droom ik dat ze voor de deur staat, haar armpjes wijd open, roepend: ‘Oma!’ Maar als ik wakker word, is er alleen stilte.
Een jaar is voorbijgegaan zonder haar stem, zonder haar geur, zonder haar handje in de mijne. Mijn hart is zwaar van gemis en schuldgevoel.
Was het egoïsme om eindelijk voor mezelf te kiezen? Of was het juist moed om nee te zeggen tegen verwachtingen die mij kapotmaakten?
Zou jij hetzelfde hebben gedaan? Of had jij je trots ingeslikt en alles gegeven om je kleinkind niet te verliezen?