“Waarom ben jij zo egoïstisch?” – Mijn strijd om kinderloos te blijven in een familie vol verwachtingen

“Dus je wilt écht geen kinderen, Elianne? Hoe kun je dat nou zeggen?”

De stem van mijn moeder trilt, ergens tussen ongeloof en teleurstelling in. Ik zit aan de keukentafel in het huis waar ik ben opgegroeid, mijn handen om een kop thee geklemd. Mijn vader kijkt zwijgend uit het raam, terwijl mijn zus Marieke haar armen over elkaar slaat. De stilte na mijn antwoord is oorverdovend.

“Het is niet dat ik geen kinderen wíl,” probeer ik uit te leggen, “ik voel gewoon niet die wens. Ik ben gelukkig zo.”

Marieke lacht schamper. “Dat zeg je nu, maar wacht maar tot je veertig bent. Dan krijg je spijt.”

Ik voel mijn wangen gloeien. “Waarom zou ik spijt krijgen van een keuze die ik bewust maak?”

Mijn moeder zucht diep. “Elianne, je weet niet wat je mist. Kinderen geven het leven zin.”

Ik slik. Hoe vaak heb ik deze discussie al gevoerd? Elke verjaardag, elk familie-etentje komt het onderwerp weer op tafel. Mijn broer Jeroen, vader van drie, zegt altijd: “Je zult je zo alleen voelen later.” Alsof het leven zonder kinderen per definitie leeg is.

Die avond fiets ik terug naar mijn appartement in Utrecht. De wind snijdt langs mijn wangen, de stad is nat en koud. In mijn hoofd echoën hun woorden na. Ben ik echt egoïstisch? Of zijn zij het, die niet kunnen accepteren dat geluk er voor iedereen anders uitziet?

Mijn vriendinnen begrijpen me gelukkig beter. Op vrijdagavond zitten we samen bij café De Zaak. “Weet je,” zegt Sanne, “ik snap je helemaal. Niet iedereen hoeft moeder te worden.”

Toch blijft het knagen. Vooral als ik op social media zie hoe mijn nichtjes en neefjes opgroeien, hoe mijn vrienden foto’s posten van hun kinderen in de speeltuin of op vakantie in Zeeland. Soms vraag ik me af of ik iets misloop – of dat ik gewoon anders ben.

Op een regenachtige zondagmiddag belt mijn moeder weer. “Elianne, wanneer kom je weer eens langs? Je neefje Daan vraagt steeds naar je.”

Ik glimlach flauwtjes. “Volgende week misschien.”

“En… heb je er nog over nagedacht?”

Ik zucht. “Mam, alsjeblieft. Kunnen we het ergens anders over hebben?”

Ze valt stil. “Het is gewoon… Ik wil dat je gelukkig bent.”

“Ik bén gelukkig,” zeg ik zacht.

Maar ben ik dat echt? Of probeer ik mezelf dat wijs te maken? Soms voelt het alsof ik tussen twee werelden leef: die van mijn familie, waar kinderen de norm zijn, en die van mezelf, waar vrijheid en zelfstandigheid centraal staan.

Op een dag besluit ik mijn verhaal te delen op een populair forum: Viva Forum. Ik schrijf over de druk die ik voel, de verwijten van mijn familie, de twijfels die soms opkomen. Binnen een uur stromen de reacties binnen.

“Herkenbaar!” schrijft iemand. “Mijn moeder zegt ook steeds dat ze oma wil worden.”

“Ik ben 42 en heb nooit spijt gehad,” reageert een ander.

Voor het eerst voel ik me minder alleen. Er zijn meer vrouwen zoals ik – vrouwen die kiezen voor zichzelf, ondanks alle verwachtingen.

Toch blijft het moeilijk als de feestdagen naderen. Kerstmis bij mijn ouders is een aaneenschakeling van gesprekken over schoolprestaties, zwemlessen en kinderfeestjes. Ik zit aan tafel met een glas wijn en luister naar de verhalen van Marieke en Jeroen.

“En jij dan, Elianne?” vraagt mijn vader plotseling. “Wat zijn jouw plannen voor volgend jaar?”

Ik haal diep adem. “Ik wil misschien een cursus Spaans gaan doen. En ik denk erover om een paar maanden te gaan reizen.”

Marieke rolt met haar ogen. “Altijd maar reizen en cursussen… Wanneer ga je nou eens settelen?”

“Misschien nooit,” zeg ik rustig.

Mijn moeder kijkt me aan met vochtige ogen. “Ik wil gewoon dat je gelukkig bent.”

Na het eten loop ik naar buiten, de koude lucht vult mijn longen. Ik voel me verscheurd: tussen loyaliteit aan mijn familie en trouw blijven aan mezelf.

De weken daarna probeer ik afstand te nemen van hun verwachtingen. Ik ga vaker wandelen in Amelisweerd, schrijf in mijn dagboek, zoek steun bij vriendinnen die ook kinderloos zijn. Langzaam groeit het besef dat geluk niet één vorm heeft.

Toch blijft de pijn als Marieke me appt: “Daan heeft vandaag zijn eerste stapjes gezet! Jammer dat je er niet was.”

Soms droom ik dat ik toch moeder ben – maar altijd word ik wakker met een gevoel van opluchting én verdriet tegelijk.

Op een dag belt Jeroen onverwacht aan. Hij staat met zijn jongste dochter op de stoep.

“Hee zus,” zegt hij verlegen. “Mag ik binnenkomen?”

We drinken koffie aan mijn keukentafel terwijl zijn dochtertje met Lego speelt.

“Weet je,” zegt Jeroen na een tijdje, “ik snap dat het voor jou anders is. Ik had nooit gedacht dat jij zo sterk zou zijn om tegen alles in je eigen pad te kiezen.”

Ik kijk hem verbaasd aan.

“Het is niet makkelijk,” geef ik toe.

Hij knikt langzaam. “Misschien moeten wij ook wat meer accepteren dat niet iedereen hetzelfde wil.”

Die avond huil ik voor het eerst in maanden – van opluchting, van verdriet om alles wat er tussen ons in stond, maar vooral van dankbaarheid dat er eindelijk iets verandert.

Toch weet ik: dit gevecht zal nooit helemaal voorbij zijn. De verwachtingen van familie en samenleving blijven knagen. Maar misschien is dat juist wat mij sterker maakt.

Soms vraag ik me af: hoeveel vrouwen voelen zich net zo verscheurd als ik? En wanneer mogen we eindelijk zélf bepalen wat geluk betekent?