Opnieuw Beginnen op mijn 59e: Een Brief uit het Hart
‘Dus… je gaat echt weg?’ Mijn stem trilt, terwijl ik naar de koffers kijk die bij de voordeur staan. De geur van zijn aftershave hangt nog in de gang, maar zijn blik is al ergens anders. ‘Het spijt me, Marijke. Ik kan niet anders.’
Het is alsof de tijd even stilstaat. Buiten hoor ik de regen tegen het raam tikken, binnen voel ik alleen leegte. Na dertig jaar huwelijk, twee kinderen en een leven vol gedeelde herinneringen, laat Kees me achter voor een vrouw die nauwelijks ouder is dan onze dochter. Ik ben negenenvijftig en plotseling alleen.
De eerste weken na zijn vertrek zijn een waas. Ik slaap slecht, eet nauwelijks en staar urenlang naar de muur. Mijn dochter Sanne belt elke dag, maar haar stem klinkt gespannen. ‘Mam, je moet echt iets eten. Zal ik langskomen?’
‘Nee lieverd, het gaat wel,’ lieg ik. Maar als ik ophang, barst ik in tranen uit. Mijn zoon Bram woont in Groningen en stuurt af en toe een appje: ‘Sterkte mam. Je redt het wel.’ Maar ik voel me allesbehalve sterk.
De stilte in huis is ondraaglijk. Overal herinneringen: de foto’s op de schouw, zijn jas nog aan de kapstok, het kopje waaruit hij altijd koffie dronk. Ik probeer mezelf bij elkaar te rapen, maar elke dag voelt als een gevecht.
Op een avond zit ik aan de keukentafel met mijn zus Anja. Ze schenkt thee in en kijkt me doordringend aan. ‘Marijke, je moet niet blijven hangen in het verleden. Je bent meer dan alleen Kees’ vrouw.’
‘Maar wie ben ik dan nog?’ fluister ik. ‘Alles wat ik was, was met hem.’
Anja pakt mijn hand vast. ‘Je bent moeder, vriendin, zus… En bovenal ben je Marijke. Je mag verdrietig zijn, maar je mag ook opnieuw beginnen.’
Die woorden blijven hangen. Opnieuw beginnen… Maar hoe doe je dat als je hele leven op zijn kop staat? Als je vrienden ineens partij kiezen of zich ongemakkelijk voelen? Als je kinderen hun eigen leven hebben en je niet wilt belasten?
De weken worden maanden. Ik probeer structuur te vinden: elke ochtend wandelen in het park, boodschappen doen bij de Albert Heijn, een praatje maken met buurvrouw Els. Maar het voelt allemaal leeg.
Op een dag vind ik een briefje in de brievenbus: ‘Kopje koffie drinken? Groetjes, Els.’
Aarzelend bel ik aan bij haar. Ze glimlacht warm en zet verse appeltaart op tafel. ‘Ik weet hoe het voelt, Marijke,’ zegt ze zacht. ‘Mijn man is jaren geleden ook weggegaan. Het wordt beter, echt waar.’
We praten urenlang over alles wat pijn doet en alles wat ooit mooi was. Voor het eerst voel ik me begrepen.
Langzaam begin ik kleine stapjes te zetten. Ik meld me aan voor een schildercursus in het buurthuis. De eerste les zit ik stijf van de zenuwen tussen onbekenden. Maar als docent Henk vraagt wat ik wil schilderen, hoor ik mezelf zeggen: ‘Iets met licht. Iets hoopvols.’
Thuis schilder ik tot diep in de nacht. Kleuren vloeien over het doek; verdriet en hoop mengen zich tot iets nieuws. Sanne komt langs en kijkt bewonderend naar mijn werk. ‘Mam, dit is prachtig! Je hebt talent.’
Voor het eerst in maanden glimlach ik oprecht.
Toch blijft het moeilijk als ik Kees tegenkom in het dorp, hand in hand met haar – die jonge vrouw met haar perfecte haar en stralende lach. Hij knikt ongemakkelijk; ik voel een steek van jaloezie en verdriet.
Op familiefeestjes is het ongemakkelijk. Mijn schoonzusje Ingrid fluistert: ‘Je ziet er goed uit, Marijke… Echt knap hoe je je houdt.’ Maar haar blik zegt iets anders: medelijden vermengd met nieuwsgierigheid.
Soms ben ik boos op Kees, soms op mezelf. Had ik iets kunnen doen om dit te voorkomen? Was ik te saai geworden? Te voorspelbaar? Of is dit gewoon hoe het leven soms loopt?
Op een avond zit ik met Anja op het balkon, kijkend naar de ondergaande zon boven de weilanden.
‘Weet je nog hoe we vroeger droomden van reizen?’ vraagt ze plotseling.
Ik knik. ‘Maar dat was toen…’
‘Waarom niet nu? Wat houdt je tegen?’
Die nacht lig ik wakker en denk na over haar woorden. Wat houdt me eigenlijk tegen? Angst voor het onbekende? Voor afwijzing? Of misschien gewoon omdat ik niet weet wie ik zonder hem ben?
Langzaam begin ik te beseffen dat mijn leven niet voorbij is nu Kees weg is – het is anders, maar niet voorbij.
Ik schrijf deze brief omdat ik weet dat er meer vrouwen zijn zoals ik. Vrouwen die alles kwijtraken en toch weer moeten opstaan. Die zich afvragen of ze ooit weer gelukkig zullen zijn.
Hebben jullie dit ook meegemaakt? Hoe vonden jullie de kracht om door te gaan? Wat gaf jullie hoop?
Ik wil jullie verhalen horen – over verlies én over opnieuw beginnen. Over vriendschap, familie, teleurstelling en onverwachte vreugde.
Misschien kunnen we elkaar helpen om weer te durven dromen.
Want als het leven alles van je afpakt, wat blijft er dan over? En hoe vind je jezelf terug als alles wat je kende verdwenen is?
Ik ben benieuwd naar jullie antwoorden… Wie ben jij geworden na jouw storm?